Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
maart 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 4 maart 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1999. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die oorspronkelijk op 28 februari 2024 was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 maart 2024 waren de betrokkene, haar advocaat, een arts, een co-assistent, en haar moeder aanwezig. De betrokkene gaf aan per direct met ontslag te willen en dat haar suïcidale gedachten grotendeels waren verdwenen. De behandelend arts uitte echter twijfels over haar toestand en benadrukte dat er nog geen medicatie was voorgeschreven, omdat er observatieonderzoek gaande was. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en dat de voorgestelde zorg noodzakelijk was om dit nadeel af te wenden. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, met de maatregelen zoals genoemd in de beschikking, en wees het meer of anders verzochte af. De machtiging geldt tot en met 25 maart 2024.