Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 7 maart 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel. Deze maatregel was eerder opgelegd op 5 maart 2024 en betreft een verzoek van de officier van justitie tot verlenging van de crisismaatregel op basis van artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De betrokkene, geboren in 1995, verblijft momenteel in een accommodatie van GGZ Breburg HIC. Tijdens de mondelinge behandeling waren verschillende betrokkenen aanwezig, waaronder de betrokkene zelf, haar advocaat, en zorgprofessionals. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een psychische stoornis en dat er onmiddellijk dreigend ernstig nadeel bestaat, wat de voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk maakt. De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie om verplichte zorg, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, toegewezen. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend tot en met 28 maart 2024, waarbij andere verzoeken zijn afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter Willemsen en schriftelijk uitgewerkt op 13 maart 2024.