ECLI:NL:RBZWB:2024:2294
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Van Dam
- Rechtspraak.nl
Beroepsaansprakelijkheid van gerechtsdeurwaarder en afwijzing van vordering wegens zorgvuldigheid bij uitvoering van opdracht
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 april 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en PVU Gerechtsdeurwaarders B.V. De eiser, die procedeerde in persoon, vorderde betaling van een bedrag van € 15.602,00, vermeerderd met rente, en een schadevergoeding. De eiser stelde dat PVU ten onrechte de ontvangsten in mindering had gebracht op de vordering die hij had op een derde partij, terwijl deze ontvangsten al in een eerdere procedure waren verrekend. PVU voerde verweer en concludeerde tot afwijzing van de vorderingen van de eiser, stellende dat zij zorgvuldig had gehandeld en dat de eiser niet tijdig had gereageerd op de vragen die PVU had gesteld over de vordering.
De kantonrechter oordeelde dat PVU bij het aangaan en uitvoeren van de opdracht de zorgvuldigheid in acht had genomen die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mocht worden verwacht. De rechter concludeerde dat PVU niet onrechtmatig had gehandeld en dat de vorderingen van de eiser daarom moesten worden afgewezen. De eiser werd bovendien veroordeeld in de proceskosten, die door de kantonrechter op € 947,00 werden begroot. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad.