ECLI:NL:RBZWB:2024:2295

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 maart 2024
Publicatiedatum
8 april 2024
Zaaknummer
BRE 23/445
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen vastgestelde waarde onroerende zaak en aanslag onroerendezaakbelastingen

In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 maart 2024 uitspraak gedaan in een beroep van een belanghebbende tegen de vastgestelde waarde van een onroerende zaak en de daarop gebaseerde aanslag onroerendezaakbelastingen (OZB) door de gemeente Drimmelen. De heffingsambtenaar had op 25 februari 2022 de waarde van de woning vastgesteld op € 536.000 per waardepeildatum 1 januari 2021. De belanghebbende maakte bezwaar tegen deze waardevaststelling, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard in de uitspraak op bezwaar van 6 december 2022. Hierop heeft de belanghebbende beroep ingesteld bij de rechtbank.

Tijdens de zitting op 27 maart 2024 hebben partijen een compromis bereikt. De waarde in het economische verkeer van de woning werd door hen vastgesteld op € 484.000. Tevens heeft de heffingsambtenaar toegezegd het betaalde griffierecht van € 50 te vergoeden. De rechtbank heeft dit compromis gevolgd en het beroep gegrond verklaard. De rechtbank heeft de uitspraak op bezwaar vernietigd en de vastgestelde waarde van de woning verlaagd naar € 484.000, wat ook de aanslag OZB beïnvloedt. De rechtbank heeft geen proceskosten voor vergoeding in aanmerking laten komen.

De uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, en mr. C.C. van den Berg, griffier, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch, met een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/445
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 27 maart 2024 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Drimmelen, de heffingsambtenaar.

Inleiding

1. De heffingsambtenaar heeft bij beschikking van 25 februari 2022 de waarde van de onroerende zaak [adres] te [plaats] (de woning) op 1 januari 2021 (de waardepeildatum) vastgesteld op € 536.000. Tegelijk met deze waardevaststelling is aan belanghebbende ook de aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Drimmelen voor het jaar 2022 opgelegd (de aanslag OZB).
1.1.
Belanghebbende heeft hiertegen bezwaar gemaakt. In de uitspraak op bezwaar van 6 december 2022 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar ongegrond verklaard.
1.2.
Belanghebbende heeft hiertegen beroep ingesteld.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 27 maart 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben belanghebbende en de heffingsambtenaar deelgenomen. Namens de heffingsambtenaar is verschenen [taxateur] .

Overwegingen

2. Partijen hebben ter zitting bij wijze van compromis overeenstemming bereikt en wel in die zin dat naar hun oordeel de waarde in het economische verkeer van de woning per waardepeildatum 1 januari 2021 nader moet worden vastgesteld op € 484.000. Daarnaast heeft de heffingsambtenaar toegezegd het betaalde griffierecht van € 50 te vergoeden. De rechtbank heeft geen reden gezien om partijen hierin niet te volgen.
2.1.
Het beroep wordt gegrond verklaard. Belanghebbende heeft geen proceskosten gesteld die voor vergoeding in aanmerking kunnen komen.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt de uitspraak op bezwaar;
  • vermindert de vastgestelde waarde van de woning op de waardepeildatum tot een bedrag van € 484.000;
  • vermindert de aanslag OZB dienovereenkomstig;
  • bepaalt dat deze uitspraak in de plaats komt van de uitspraak op bezwaar;
  • bepaalt dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 50 aan belanghebbende moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, in aanwezigheid van mr. C.C. van den Berg, griffier, op 27 maart 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.