Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- cliënt, bijgestaan door zijn advocaat;
2.Het verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
21 september 2024.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 21 maart 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, geboren in 1949, die lijdt aan de ziekte van Alzheimer. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) had verzocht om een machtiging voor de duur van zes maanden op basis van artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang (Wzd). De cliënt, die momenteel verblijft in een zorginstelling, heeft zich verzet tegen de opname, maar zijn situatie vereist intensieve 24-uurszorg die niet meer in de thuissituatie kan worden geboden. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 maart 2024 zijn zowel de cliënt als zijn behandelaar en verpleegkundige gehoord. De behandelaar heeft aangegeven dat de cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening en dat er sprake is van ernstig nadeel, waaronder geheugenstoornissen en agressief gedrag. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen en heeft de machtiging verleend voor de gevraagde duur van zes maanden, tot en met 21 september 2024. De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. Borm en schriftelijk uitgewerkt op 4 april 2024.