Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
van de vader;
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1999 te [geboorteplaats] ;
11 april 2024;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 21 maart 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1999. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die oorspronkelijk op 17 maart 2024 was opgelegd. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling gehouden in de accommodatie Stichting Emergis, waar de betrokkene momenteel verblijft. Tijdens de behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, zijn advocaat, een psychiater, en de ouders van de betrokkene.
De betrokkene heeft aangegeven niet langer in de instelling te willen blijven en dat hij goed kan functioneren als zijn medicatie goed is afgestemd. De advocaat heeft het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel betwist, verwijzend naar de psychische toestand van de betrokkene en de samenwerking met het FACT-team. De psychiater heeft aangegeven dat de betrokkene kwetsbaar is door een autismespectrumstoornis en dat er momenteel geen noodzaak is voor verlenging van de crisismaatregel, hoewel de ouders van de betrokkene overbelast zijn.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade. De rechtbank oordeelt dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om het nadeel af te wenden. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend voor de duur van drie weken, tot en met 11 april 2024, met de opdracht om binnen deze termijn naar een passende verblijfslocatie te zoeken.