Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
via telefonisch horen;
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 2004 te [geboorteplaats];
11 april 2024;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 21 maart 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 2004. De officier van justitie had op 20 maart 2024 verzocht om verlenging van de crisismaatregel die op 19 maart 2024 was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, haar advocaat, een psychiater, een behandelaar en haar moeder. De betrokkene gaf aan zich slecht te voelen en niet in de accommodatie te willen blijven, terwijl de psychiater en behandelaar de noodzaak van voortzetting van de crisismaatregel benadrukten vanwege de kwetsbaarheid van de betrokkene en het risico op suïcidaliteit.
De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, wat voortvloeit uit haar psychische stoornis. De rechtbank concludeerde dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk was om het ernstige nadeel af te wenden. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, tot en met 11 april 2024, en bepaalde dat de maatregelen zoals genoemd in de beschikking konden worden getroffen. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter Borm en is op 4 april 2024 schriftelijk uitgewerkt.