In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 april 2024, in de zaak tussen Vereniging 't Zand als eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Hertogenbosch als verweerder, werd het verzoek van eiseres om een proceskostenveroordeling beoordeeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een verkeersbesluit van 30 december 2022, dat maatregelen omvatte voor het reserveren van parkeerplaatsen voor elektrische voertuigen. Het college had het bezwaar ongegrond verklaard in een besluit van 15 mei 2023, waarna eiseres beroep instelde. De zaak werd verwezen naar de Rechtbank Zeeland-West-Brabant door de Rechtbank Oost-Brabant. Tijdens de zitting op 9 februari 2024 werd afgesproken dat als het college tegemoet zou komen aan eiseres, zij het beroep zou intrekken. Dit gebeurde uiteindelijk, en eiseres liet de rechtbank weten dat er overeenstemming was bereikt. De rechtbank oordeelde dat het college geheel aan eiseres tegemoet was gekomen, wat aanleiding gaf tot een proceskostenveroordeling. Eiseres vroeg om vergoeding van het griffierecht en reiskosten, welke door de rechtbank werden toegewezen. De rechtbank veroordeelde het college tot betaling van € 365,- aan griffierecht en € 11,52 aan reiskosten aan eiseres.