Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
- De eerste arbeidsovereenkomst liep van 14 september 2020 tot en met 31 december 2020.
- De tweede arbeidsovereenkomst liep van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021.
- De derde (en laatste) arbeidsovereenkomst liep van 1 januari 2022 tot en met 31 augustus 2023. Onder 2. van deze arbeidsovereenkomst staat het volgende: “
3.Het verzoek en het verweer
- Toychamp te veroordelen tot betaling aan [verzoekster] van de aanzegvergoeding van € 2.288,90 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 1 oktober 2023 tot de dag van de algehele voldoening,
- Toychamp te veroordelen tot betaling aan [verzoekster] van primair een billijke vergoeding van € 5.000,00 bruto en subsidiair een schadevergoeding van € 4.000,00 bruto wegens schending van artikel 7:611 BW, zowel primair als subsidiair te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 1 oktober 2023 tot de dag van de algehele voldoening,
- Toychamp te veroordelen tot betaling aan [verzoekster] van de wettelijke verhoging van 50% en de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2023 tot 14 november 2023 over € 2.174,17 (€ 2.103,12 + € 161,05) aan te laat betaalde verlofuren en vakantiebijslag daarover,
- Toychamp te veroordelen tot overlegging aan [verzoekster] van deugdelijke bruto-netto specificaties van voormelde betalingen,
- Toychamp te veroordelen in de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.031,65,
- Toychamp te veroordelen in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover.
4.De beoordeling
5.De beslissing
5 april 2024opdat Toychamp dan bij schriftelijk bericht aangeeft of en zo ja op welke wijze zij het verlangde bewijs wenst te leveren;