ECLI:NL:RBZWB:2024:2355

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
2 april 2024
Publicatiedatum
9 april 2024
Zaaknummer
C/02/420163 / FA RK 24/1222
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. van de Merbel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie voor betrokkene met psychische stoornis

Op 2 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 2002. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, met als doel verplichte zorg te verlenen aan betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet in staat was om te worden gehoord, en heeft besloten de mondelinge behandeling buiten aanwezigheid van betrokkene te laten plaatsvinden, op verzoek van de ouders en de zorgverantwoordelijke.

Tijdens de mondelinge behandeling zijn de advocaat van betrokkene, de ouders en de zorgverantwoordelijke gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan ernstige psychische stoornissen, waaronder autisme en een eetstoornis, en dat hij niet in staat is om vrijwillig zorg te accepteren. De rechtbank heeft de noodzaak van verplichte zorg onderbouwd met medische verklaringen en het zorgplan, en heeft geconcludeerd dat de gevraagde zorgvormen noodzakelijk zijn om ernstig nadeel voor betrokkene af te wenden.

De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van voeding en medicatie, beperking van de bewegingsvrijheid, en toezicht op betrokkene. De rechtbank heeft het verzoek tot insluiten afgewezen, omdat dit niet noodzakelijk werd geacht. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. van de Merbel en is op 10 april 2024 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/420163 / FA RK 24/1222
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 2 april 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 2002 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
thans verblijvende in de accommodatie Stichting Emergis te [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. C.E.J.E. Kouijzer te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 13 maart 2024, ingekomen ter griffie op 13 maart 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- de medische verklaring van 22 februari 2024;
- een (niet ingevulde) zorgkaart van 21 februari 2024;
- een zorgplan van 6 maart 2024;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 11 maart 2024;
- een afschrift van de justitiële documentatie;
- een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 14 juni 2022 op een verzoek tot instelling van een meerderjarigenbewind en een mentorschap;
- een uittreksel van het curatele- en bewindregister.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 2 april 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- de advocaat van betrokkene;
- dhr. [naam 1] en mw. [naam 2] , de ouders van betrokkene;
- mw. [naam 3] , zorgverantwoordelijke.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.
1.5
Uit artikel 6:1 Wvggz volgt dat de rechter betrokkene hoort na ontvangst van het verzoekschrift voor het verlenen van een zorgmachtiging, tenzij de rechter vaststelt dat betrokkene niet in staat is of niet bereid is zich te doen horen. De zorgverantwoordelijke heeft voorafgaand aan de mondelinge behandeling per e-mail de wens van de ouders kenbaar gemaakt, namelijk om de mondelinge behandeling buiten aanwezigheid van betrokkene te laten plaatsvinden. Betrokkene zal belast worden door alles wat er over hem besproken zal worden. De verwachting is dat de toestand van betrokkene hierdoor verslechtert. De rechtbank heeft naar aanleiding van dit bericht besloten de mondelinge behandeling aan te vangen buiten aanwezigheid van betrokkene teneinde het verzoek tot behandeling buiten aanwezigheid van betrokkene te bespreken met de advocaat van betrokkene, de ouders en de zorgverantwoordelijke. Bij aanvang van de mondelinge behandeling heeft de rechtbank medegedeeld dat zij zich er zelf van dient en wenst te vergewissen of betrokkene al dan niet in staat of bereid is zich te doen horen, maar het van belang vindt de belangen van betrokkene hierin zorgvuldig mee te wegen. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling lichten de ouders van betrokkene toe dat zij bang zijn dat betrokkene een terugval zal krijgen hetgeen zij willen voorkomen, juist omdat het nu langzaam beter gaat met betrokkene. De zorgverantwoordelijke volgt het verzoek van de ouders. De zorgverantwoordelijke merkt op dat het bij betrokkene de afgelopen dagen minder goed gaat omdat betrokkene spanningen ervaart voor de mondelinge behandeling. De advocaat van betrokkene geeft aan dat zij het verzoek van de ouders volgt, maar is het wel met de rechtbank eens dat betrokkene op de HAT-afdeling moet worden bezocht, en eventueel moet worden gehoord als betrokkene hiermee instemt. Gelet op het voorgaande heeft de rechtbank besloten om eerst de mondelinge behandeling voort te zetten buiten aanwezigheid van betrokkene om de standpunten van de ouders en de zorgverantwoordelijke te vernemen. Vervolgens heeft de rechtbank betrokkene, samen met de advocaat en de zorgverantwoordelijke op de HAT-afdeling bezocht. Betrokkene heeft aangegeven niks over de zorgmachtiging te willen zeggen. Wel heeft betrokkene verteld dat hij ups en downs ervaart, maar dat het momenteel wat beter gaat. Betrokkene heeft aangegeven er geen behoefte aan te hebben om de mondelinge beslissing op het verzoek te vernemen van de rechtbank. Hij wenst deze te horen van zijn ouders. Hierna heeft de advocaat, buiten aanwezigheid van betrokkene, haar standpunt ingenomen en heeft de rechtbank tot slot een beslissing genomen op het voorliggende verzoek, waarna de ouders samen met de zorgverantwoordelijke naar betrokkene zijn toegegaan om de beslissing aan hem te vertellen.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
3. Standpunten
3.1
De advocaat van betrokkene heeft aangegeven dat het verzoek voldoet aan de wettelijke vereisten en derhalve kan worden toegewezen, met daarin opgenomen de ter gelegenheid van de mondelinge behandeling besproken zorgvormen, te weten ‘het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen’, ‘beperken van de bewegingsvrijheid’, ‘uitoefenen van toezicht’, ‘het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten’ en ‘opnemen in een accommodatie’.
3.2
De zorgverantwoordelijke heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat betrokkene momenteel 24-uurs zorg krijgt van een extern begeleidingsteam. De zorgverantwoordelijke is het eens met de vormen van verplichte zorg zoals besproken tijdens de mondelinge behandeling. De zorgverantwoordelijke licht toe dat vaste voeding stelselmatig door betrokkene wordt geweigerd. Hierdoor is het noodzakelijk dat aan betrokkene sondevoeding wordt toegediend. Fixatie is hierbij meermaals noodzakelijk. Het ‘insluiten’ is daarentegen niet voorzienbaar. Wel het aanbrengen van beperkingen, zoals bijvoorbeeld het op slot draaien van de woning van betrokkene, omdat anders het gevaar bestaat dat betrokkene wegloopt indien hij daar de vrijheid in krijgt.
3.3
De ouders van betrokkene geven aan dat de zorgmachtiging moet worden voortgezet. In de huidige setting, waarbij betrokkene een bepaalde mate van huiselijkheid ervaart, en begeleiding is er sprake van een stijgende lijn. Zo is betrokkene aangekomen in gewicht en verloopt het contact met zijn begeleiders goed. Hoewel er een positieve ontwikkeling plaatsvindt, zijn er nog veel zorgen. De verwachting is dat betrokkene een terugval zal krijgen als er geen opvolgende zorgmachtiging komt. Betrokkene weigert namelijk elke vorm van zorg. De zorgmachtiging is dan ook noodzakelijk om de nodige middelen te kunnen inzetten om zo betrokkene te beschermen.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen), schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en overige DSM-5 stoornissen. Betrokkene is gediagnosticeerd met autisme en een eetstoornis. Dit is namens betrokkene niet betwist.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene zijn bewegingsdrang niet kan begrenzen. Dit heeft ervoor gezorgd dat betrokkene meermaals voor een lange periode gefixeerd moet worden. Daarnaast weigert betrokkene het innemen van vaste voeding. Hierdoor heeft betrokkene op de Intensive Care gelegen met respiratoir- en nierfalen. Tot slot volgt uit de medische verklaring dat betrokkene achterdochtig en wantrouwend kan zijn richting hulpverleners. Al het voorgaande maakt de zorgen over betrokkene groot. De rechtbank wil echter ook benadrukken dat betrokkene vooruitgang boekt en positieve stappen zet. Hiervoor verdient betrokkene een groot compliment.
4.3
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank is van oordeel dat betrokkene onvoldoende ziekte-inzicht heeft om weloverwogen keuzes te maken. Daarnaast toont betrokkene bij alle dagelijkse handelingen verzet en dient hij veelal te worden gefixeerd om (medische) handelingen uit te voeren.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier van justitie verzochte vorm van verplichte zorg, te weten insluiten, wordt door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de advocaat en de zorgverantwoordelijke tijdens de mondelinge behandeling hebben aangegeven dat deze vorm van verplichte zorg niet nodig is om het ernstig nadeel af te wenden.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Betrokkene heeft periodes dat hij totaal uit contact is. Gelet hierop, en gelet op het verzet tegen sondevoeding, fixatie, zelfzorg en medicatie kan behandeling enkel gecontinueerd worden met een zorgmachtiging.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden.
4.9
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene] ,geboren op [geboortedag] 2002 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
2 april 2025;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Van de Merbel, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 2 april 2024 in tegenwoordigheid van mr. Verplanke, griffier, en op 10 april 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.