Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 januari 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats 1] , eiser
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
.Eiser stelt dat de woning volgens de uitleg van artikel 22.1 van de planregels volgens het normale taalgebruik voor vakantiehuisvesting gebruikt mag worden. Het tijdelijk voor recreatieve doeleinden huisvesten van een huishouden – een of meer personen die in een vast verband samenleven – valt onder het toegestane gebruik. Eiser verwijst daarbij naar jurisprudentie. [1] Bovendien staat de woning niet binnen het gebied waar het gebruik als tweede woning door de huisvestingsverordening is verboden. De woning mag daarom als tweede woning, dus recreatief, gebruikt worden. Ook als je kijkt naar de bepalingen in het bestemmingsplan over recreatief nachtverblijf, valt daaruit niet af te leiden dat recreatieve verhuur van de woning aan derden niet is toegestaan.
verhuurals recreatiewoning verboden is. Daarop is de last gericht.
.Daarmee heeft eiser niet voldoende onderbouwd dat het huidige (en beoogde) gebruik onder het overgangsrecht valt.
.Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal bij een overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Alleen onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevraagd dit niet te doen. Dit kan zich voordoen als concreet zicht op legalisatie bestaat. Verder kan handhavend optreden onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen doelen, zodat van optreden in die concrete situatie moet worden afgezien.