ECLI:NL:RBZWB:2024:238

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 januari 2024
Publicatiedatum
18 januari 2024
Zaaknummer
10562881 \ CV EXPL 23-2355 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Sierkstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van een overeenkomst tot levering van energie en vorderingen tot betaling en ontruiming

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 januari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Ennatuurlijk B.V. en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. Ennatuurlijk vorderde onder andere betaling van een achterstand in de energiekosten, ontbinding van de overeenkomst tot levering van warmte en/of koude, en ontruiming van het verbruiksadres. De gedaagde had een betalingsachterstand opgebouwd en was in gebreke gebleven met het voldoen van de facturen. Ondanks aanmaningen en een getroffen betalingsregeling, heeft de gedaagde niet voldaan aan haar verplichtingen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde een betalingsachterstand had van € 2.026,86, na verrekening van eerder betaalde bedragen. De rechter oordeelde dat de ontbinding van de overeenkomst gerechtvaardigd was, omdat Ennatuurlijk zich aan de wettelijke verplichtingen had gehouden en de gedaagde niet had meegewerkt aan de noodzakelijke afsluitwerkzaamheden. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van de achterstand, de buitengerechtelijke incassokosten, en de proceskosten. Tevens is de gedaagde verplicht om Ennatuurlijk toegang te verlenen tot haar woning voor het afsluiten van de aansluiting en het opnemen van de meterstanden. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde direct aan het vonnis moet voldoen, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 10562881 \ CV EXPL 23-2355
Vonnis van 17 januari 2024
in de zaak van
Ennatuurlijk B.V.,
woonplaats kiezende te Bergen op Zoom,
eisende partij,
hierna te noemen: Ennatuurlijk,
gemachtigde: Flanderijn Gerechtsdeurwaarders te Bergen op Zoom,
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats] aan het [adres 1] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De verdere procedure

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 2 augustus 2023 en de daarin genoemde stukken;
- de brief van 17 november 2023 van Ennatuurlijk, met producties;
- de mondelinge behandeling op 28 november 2023, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
Hierna is vonnis bepaald.

2.De feiten

Tussen partijen staan de volgende feiten als niet dan wel onvoldoende weersproken vast:
a. [gedaagde] heeft met Ennatuurlijk een overeenkomst tot levering van warmte en/of koude, al dan niet met bijlevering van warmtapwater gesloten:
- vanaf 1 mei 2014 tot 11 januari 2016 ten behoeve van de woning aan de [adres 2] te [woonplaats] ;
- en vanaf 8 december 2015 ten behoeve van het pand aan de [adres 1] te [woonplaats] .
Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van Ennatuurlijk van toepassing.
b. Op grond van deze overeenkomst is [gedaagde] maandelijks een voorschot verschuldigd voor de geleverde energie. Het maandelijkse voorschotbedrag bedraagt thans € 158,92. Verder is overeengekomen dat Ennatuurlijk aan de hand van opgenomen dan wel door
[gedaagde] opgegeven of door Ennatuurlijk geschatte meterstanden, het werkelijke verbruik aan [gedaagde] in rekening brengt, waarbij de al in rekening gebrachte voorschotbedragen worden verrekend.
c. [gedaagde] heeft gedurende de looptijd van de overeenkomst een betalingsachterstand laten ontstaan.
d. In de periode van oktober 2016 tot en met oktober 2021 hadden partijen een betalingsregeling getroffen waarbij [gedaagde] in totaal € 1.337,25 heeft afgelost. Uit een e-mail
van 8 september 2021 van Ennatuurlijk aan [gedaagde] (productie 27 bij de brief van
17 november 2023) blijkt dat de regeling is komen te vervallen, omdat [gedaagde] de regeling niet is nagekomen.
e. Op 19 januari 2022 heeft Ennatuurlijk [gedaagde] per e-mail aangemeld voor schuldhulpverlening van de gemeente Tilburg wegens een betalingsachterstand van € 1.894,97.
f . [gedaagde] is diverse malen tot betaling gemaand. Laatstelijk bij brief van
29 december 2022 is zij tot betaling van een betalingsachterstand van € 1.871,77 aangemaand. Betaling is achterwege gebleven.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Ennatuurlijk vordert - samengevat - uitvoerbaar bij voorraad:
- veroordeling van [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 2.391,19, vermeerderd met de wettelijke rente over de (nog openstaande) hoofdsom vanaf de dag van de dagvaarding tot alles is betaald;
- tot betaling van het bedrag van de maandelijkse voorschotbijdrage van € 158,92, te rekenen vanaf de eerste dag van de maand die ligt na de maand waarin deze dagvaarding is betekend, voor iedere maand dat [gedaagde] de beschikking heeft over de op het distributienet van Ennatuurlijk aangesloten installatie tot aan de datum dat de energielevering zal zijn beëindigd, vermeerderd met de wettelijke rente over deze voorschotbijdragen ingaande de dag van opeisbaarheid tot alles is betaald;
- een verklaring voor recht dat Ennatuurlijk gerechtigd is om de aansluiting(en) op het verbruiksadres te onderbreken door het verrichten van de daarvoor noodzakelijke werkzaamheden en vervolgens onderbroken te houden en dat [gedaagde] wordt veroordeeld om dat te gedogen;
- veroordeling van [gedaagde] tot ontruiming van het verbruiksadres, welke ontruiming wordt beperkt tot de ruimte(s) die betreden moet(en) worden om toegang tot de meter(s) en/of aansluiting(en) te verkrijgen en voor de duur van de voor de onderbreking van de aansluiting(en) noodzakelijke werkzaamheden, dit op grond van primair artikel 558 onder b van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en subsidiair artikel 491 Rv;
- [gedaagde] te bevelen om aan Ennatuurlijk de meter(s) af te geven;
- ontbinding van de tussen partijen bestaande overeenkomst;
- veroordeling van [gedaagde] tot betaling van de proceskosten.
3.2.
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Ennatuurlijk.

4.De beoordeling

4.1.
Ennatuurlijk legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] facturen inzake de tussen partijen gesloten overeenkomst tot energielevering niet heeft betaald. Zij is ondanks aanmaningen en sommatie in gebreke gebleven met betaling van de ontstane achterstand. Ennatuurlijk vordert daarom ook wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Verder is Ennatuurlijk, gelet op de niet-nakoming van de overeenkomst door [gedaagde] , gerechtigd om de overeenkomst te ontbinden en de levering van energie te onderbreken. Op grond van de algemene voorwaarden is [gedaagde] gehouden medewerkers van Ennatuurlijk toegang te verlenen tot het perceel om de levering van energie naar het perceel te onderbreken en dient [gedaagde] dit te gedogen. Ennatuurlijk heeft - zonder succes - getracht haar te bewegen minnelijk mee te werken aan de noodzakelijke afsluitwerkzaamheden en opname van de meters.
4.2.
[gedaagde] betwist de hoogte van de vordering, nu het niet zo kan zijn dat zij voor de levering van energie aan de [adres 2] te [woonplaats] moet betalen. Verder stelt zij niet te kunnen overzien of de gevorderde facturen daadwerkelijk nog openstaan. De betaalde bedragen die in de dagvaarding staan stelt [gedaagde] niet te herkennen; dat er een betalingsregeling was getroffen erkent zij, maar [gedaagde] was in de veronderstelling dat alles was afgelost. Verder vindt zij het niet terecht dat zij telkens € 40,00 aan extra kosten verschuldigd is omdat ze te laat zou betalen. Omdat zij haar uitkering telkens aan het einde van de maand ontvangt is zij niet in staat eerder te betalen, aldus [gedaagde] .
De betalingsachterstand
4.3.
Mede gelet op het verweer van [gedaagde] heeft de kantonrechter een mondelinge behandeling van het geschil bepaald om met partijen onder meer over de hoogte van het door [gedaagde] nog verschuldigde bedrag te spreken. Op die comparitie van partijen is [gedaagde] echter niet verschenen. De kantonrechter heeft ook geen bericht van verhindering van haar ontvangen. Daarom is de bestaande betalingsachterstand zonder haar besproken. Aan de hand van productie 16 bij de brief van 17 november 2023 blijkt onweersproken dat sprake is van een betalingsachterstand van € 3.364,11 over de periode vanaf 10 juli 2015 tot en met 11 september 2023. Ennatuurlijk heeft tijdens de mondelinge behandeling naar voren gebracht dat op dit bedrag € 1.200,00 in mindering moet worden gebracht, omdat dit bedrag is betaald aan de deurwaarder. De kantonrechter kan dit bedrag niet rijmen met het door Ennatuurlijk in de dagvaarding genoemde, van [gedaagde] ontvangen bedrag van € 1.337,25. De kantonrechter zal daarom het bedrag van € 1.337,25 in mindering brengen op het bedrag van € 3.364,11, zodat een betalingsachterstand resteert van € 2.026,86.
4.4.
De kantonrechter heeft tijdens de mondelinge behandeling de mogelijkheid van verjaring naar voren gebracht voor wat betreft de gevorderde facturen van 10 juli 2015 tot en met 12 februari 2018. Bij het schrijven van het vonnis is echter gebleken dat van verjaring geen sprake is. Voor de kantonrechter is voldoende aannemelijk geworden dat die facturen zijn opgenomen in de betalingsregeling, waarmee [gedaagde] het bedrag van
€ 1.337,25 heeft afgelost. Dit betekent dat de kantonrechter uitgaat van het hierboven vermelde bedrag van € 2.026,86, onder aftrek van de factuur van 30 juni 2023 van € 40,00 aan aanmaningskosten, omdat bewijs van de aanmaning ontbreekt.
4.5.
Al met al acht de kantonrechter daarom een bedrag van in totaal € 1.986,86 aan hoofdsom toewijsbaar (€ 2.026,86 - € 40,00). De door [gedaagde] bij conclusie van antwoord verstrekte rekeningafschriften bieden onvoldoende duidelijkheid dat er door haar meer zou zijn betaald dan het door haar afgeloste bedrag van € 1.337,25.
4.6.
De gevorderde wettelijke rente over de achterstand zal als niet weersproken en op de wet gebaseerd, worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing is bepaald.
Ontbinding van de overeenkomst
4.7.
Ennatuurlijk vordert ontbinding van de met [gedaagde] gesloten overeenkomst. Naar de kantonrechter begrijpt ziet deze ontbinding op het aansluitadres van [gedaagde] . Ennatuurlijk heeft naar voren gebracht dat zij zich dient te houden aan de afspraken zoals neergelegd in de op 1 januari 2014 in werking getreden Warmteregeling van 4 september 2013 (nr. WJZ/12122689), houdende uitvoering van het Warmtebesluit en de Warmtewet. Uitgangspunt van deze regeling is dat afnemers van warmte die meewerken aan een oplossing voor hun schulden niet worden afgesloten. Ennatuurlijk dient haar klanten volgens de regeling in (ten minste) één schriftelijke aanmaning actief te wijzen op de mogelijkheid van schuldhulpverlening. Ennatuurlijk heeft onweersproken gesteld dat zij [gedaagde] schriftelijk tot betaling heeft aangemaand en dat zij haar heeft aangemeld bij een schuldhulpverlener van de gemeente Tilburg. [gedaagde] heeft deze stelling niet betwist. Nu Ennatuurlijk aldus heeft gehandeld volgens de bepalingen van de Warmteregeling en de hoogte van de betalingsachterstand de ontbinding van de overeenkomst eveneens rechtvaardigt, zal daartoe in de beslissing worden overgegaan.
Onderbreking energieleverantie en afgifte meters
4.8.
Het onderbreken van de energieleverantie kan worden aangemerkt als werkzaamheden op of aan een onroerende zaak als bedoeld in artikel 558 onder b Rv. Gelet daarop en nu is gesteld en niet bestreden dat Ennatuurlijk en [gedaagde] zijn overeengekomen dat zij dergelijke werkzaamheden moet gedogen, zal de gevorderde verklaring voor recht worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing (in onderdeel 5.2.) is bepaald.
De vordering tot gedeeltelijke ontruiming zal op grond van artikel 558 aanhef en onder b Rv. ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing (eveneens in onderdeel 5.2.) is bepaald, nu onweersproken is gesteld dat de gedeeltelijke ontruiming nodig is om de werkzaamheden te verrichten.
De gevorderde veroordeling van [gedaagde] tot afgifte van de meetinrichting of meters zal worden afgewezen, omdat niet is gesteld of gebleken dat en waarom [gedaagde] zelf tot die afgifte gehouden is.
Maandelijkse voorschotbijdrage
4.9.
Ennatuurlijk heeft betaling gevorderd van de toekomstige maandtermijnen/ voorschotbedragen vanaf 1 juli 2023. Deze vordering zal worden afgewezen.
De maandtermijn van juli 2023 is al opgenomen in de eerder besproken productie 16 bij de brief van 17 november 2023, zo begrijpt de kantonrechter. En voor wat betreft de termijnen na juli 2023 is tijdens de mondelinge behandeling niet gebleken dat deze voorschotbedragen niet betaald waren of nog verschuldigd waren.
4.10.
Ennatuurlijk vordert ook een bedrag van € 280,77 aan buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat Ennatuurlijk voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokostenbepaalde tarief en zal worden toegewezen.
4.11.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
1.986,86
- buitengerechtelijke incassokosten
280,77
+
Totaal
2.267,63
4.12.
[gedaagde] is de partij die grotendeels ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten van Ennatuurlijk worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden die kosten als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
107,32
- griffierecht
365,00
- salaris gemachtigde
398,00
(2 punten × € 199,00)
Totaal
870,32

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
ontbindt de tussen partijen bestaande overeenkomst tot levering van warmte en/of koude, al dan niet met bijlevering van warmtapwater aan het [adres 1] te [woonplaats] ;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om Ennatuurlijk toegang te verschaffen tot haar woning aan het [adres 1] te [woonplaats] en om te gedogen dat Ennatuurlijk daar werkzaamheden verricht die bestaan uit het afsluiten van de aansluiting en het opnemen van de meterstanden;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan Ennatuurlijk een bedrag te betalen van
€ 2.267,63, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek over de hoofdsom van € 1.986,86, vanaf de respectievelijke vervaldata van de onderliggende facturen tot de dag van volledige betaling;
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van Ennatuurlijk, tot dit vonnis vastgesteld op € 870,32;
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; [1]
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Sierkstra en is in het openbaar uitgesproken op
17 januari 2024.

Voetnoten

1.De kantonrechter verklaart het vonnis ‘uitvoerbaar bij voorraad’. Dit betekent dat [gedaagde] direct aan het vonnis moet voldoen, ook wanneer in hoger beroep zou worden gegaan.