ECLI:NL:RBZWB:2024:2397

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 april 2024
Publicatiedatum
11 april 2024
Zaaknummer
10838015 AZ VERZ 23-66 (T)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • mr. Van den Boom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens verwijtbaar handelen van werknemer na beschuldigingen van ongewenste aanrakingen tijdens personeelsuitje

In deze zaak verzoekt STAR Group Nederland B.V. de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder] wegens verwijtbaar handelen. De werkgever stelt dat de werknemer tijdens een personeelsuitje op Malta in de nacht van 16 op 17 september 2023 meerdere vrouwelijke collega's onzedelijk heeft betast. De werknemer ontkent deze beschuldigingen en betwist dat hij enige ongepaste handelingen heeft verricht. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 maart 2024 is de werkgever in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren voor de beschuldigingen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat STAR voldoende feiten en omstandigheden moet aanvoeren om de ontbinding te rechtvaardigen. De kantonrechter heeft de werkgever toegelaten om bewijs te leveren dat de werknemer daadwerkelijk zijn collega's heeft betast. De zaak is aangehouden voor verdere bewijslevering, waarbij de werkgever moet aangeven of zij getuigen wil horen of bewijsstukken wil overleggen. De volgende zitting is gepland op 8 mei 2024.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer / rekestnummer: 10838015 \ AZ VERZ 23-66
Beschikking van 10 april 2024
in de zaak van
STAR GROUP NEDERLAND B.V.,
te Moerdijk,
verzoekende partij,
verwerende partij in het tegenverzoek,
hierna te noemen: STAR,
gemachtigde: mr. E.A.V. van Dam,
tegen
[verweerder],
te [plaats] ,
verwerende partij,
verzoekende partij in het tegenverzoek,
hierna te noemen: [verweerder] ,
gemachtigde: mr. Y.H.M. van Mierlo.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het op 12 december 2023 ontvangen verzoekschrift met producties 1 tot en met 15;
  • het verweerschrift inclusief tegenvordering met producties 1 tot en met 13;
  • de brief van mevrouw [naam 1] , secretaresse van mr. Van Mierlo, van 8 maart 2024 met de als productie 11 aangekondigde USB-stick, waarop twee videobestanden zijn opgeslagen;
  • de brief van mr. Van Dam van 8 maart 2024 met productie 16;
  • de e-mail van mr. Van Mierlo van 8 maart 2024 te 18:29 uur met vier ongenummerde producties;
  • de e-mail van mr. Van Dam van 12 maart 2024 te 09:19 uur, waarin wordt verzocht om extra spreektijd op de mondelinge behandeling;
  • de mondelinge behandeling gehouden op 13 maart 2024, alsmede de door mr. Van Dam overgelegde en voorgedragen pleitaantekeningen.
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling is medegedeeld dat vandaag schriftelijk uitspraak zal worden gedaan.

2.De feiten

2.1.
STAR is actief in de werving- en selectiebranche. Zij maakt deel uit van The Specialist [plaats] (hierna: TSG).
2.2.
[verweerder] is op 5 augustus 2015 in dienst getreden van STAR. Hij heeft een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Zijn functie is Delivery manager.
2.3.
Van 15 tot en met 17 september 2023 heeft TSG een personeelsuitje gehouden op Malta. Daarbij waren werknemers van STAR en andere TSG-labels aanwezig, onder wie [verweerder] . In de nacht van 16 op 17 september 2023 heeft een groep werknemers de club Toy Room Malta bezocht.
2.4.
Op 17 september 2023 heeft mevrouw [naam 2] , HR-manager bij STAR, aan de heer [naam 3] , CEO van TSG, gemeld dat [verweerder] haar onzedelijk heeft betast in Toy Room Malta in de nacht van 16 op 17 september 2023.
2.5.
[naam 3] en de heer [naam 4] , Recruitment Director en leidinggevende van [verweerder] , hebben op 17 september 2023 een gesprek gehad met [verweerder] over de melding van [naam 2] . [verweerder] is op non actief gesteld. [verweerder] en zijn partner mevrouw [partner van gedaagde] , die eveneens in dienst is bij STAR en aanwezig was op het personeelsuitje, zijn naar huis gestuurd.
2.6.
Vervolgens heeft STAR meldingen ontvangen van mevrouw [naam 5] , mevrouw [naam 6] , mevrouw [naam 7] en mevrouw [naam 8] , allen werkzaam bij STAR of de andere TSG-labels, dat [verweerder] hen (onzedelijk) heeft betast in Toy Room Malta in de nacht van 16 op 17 september 2023.
2.7.
In opdracht van STAR heeft [bedrijf] (hierna: [bedrijf] ) van 28 september tot en met 11 oktober 2023 gesprekken gevoerd met [naam 2] , [naam 5] , [naam 6] , [naam 7] , [naam 8] , [verweerder] en een aantal andere werknemers. [bedrijf] heeft daarvan een rapport van 16 oktober 2023 opgesteld. Daarin staat onder “2. Samenvatting”:
“2.1 Vaststellen of de aantijgingen van ongewenste aanrakingen op waarheid berusten
Uit de gevoerde gesprekken werd bekend dat in totaal vijf vrouwelijke medewerkers stellen dat zij in de
nacht van zaterdag 17 op zondag 18 september 2023[kantonrechter: zaterdag 16 op zondag 17 september 2023]
, tijdens het bedrijfsuitje op Malta, in de club 'Toy Room Malta', ongewenst/ongevraagd zijn aangeraakt door de heer [verweerder] . Deze voorvallen zullen in paragraaf 2.2 nader worden beschreven.
Hoewel de heer [verweerder] ontkent dat hij een of meerdere vrouwelijke collega's heeft aangeraakt bij hun
billen, bh of jurkje, staan hier de volgende zaken tegenover:
-
De verklaringen die de meldsters hebben gedaan bij diverse collega's, bij de opdrachtgever en
bij onze onderzoekers, zijn consistent;
-
De heer [verweerder] vindt het 'opmerkelijk' dat er meerdere meldingen zijn gedaan nadat mevrouw
[naam 2] voor het eerst op het werk verscheen. Het is niet het geval dat de andere vier meldingen
pas zijn gedaan nadat mevrouw [naam 2] voor het eerst weer op het werk verscheen. Wel is het
zo dat er meerdere medewerkers besloten om aan het onderzoek mee te werken, en dus ook
hun verhaal te doen, nadat bekend werd dat mevrouw [naam 2] last ondervindt van wat er in de
club is gebeurd. De meldingen zijn gedaan door medewerkers die niet allemaal direct iets met
elkaar te maken hebben. Ook deelden vier van de vijf meldsters mee dat zij de heer [verweerder] niet
tot nauwelijks kennen. Daarnaast weten de meldsters niet allemaal van elkaar welke meldingen
er zijn gedaan en door wie, waardoor eventuele 'samenspanning' onwaarschijnlijk lijkt;
-
Er is een getuige die stelt te hebben gezien dat mevrouw [naam 2] op het betreffende moment
onzedelijk werd betast door de heer [verweerder] . De verklaring van de getuige komt overeen met de
verklaring van mevrouw [naam 2] ;
  • Meerdere collega's hebben gezien dat mevrouw [naam 2] 'in shock' was;
  • Niemand van de gesprekspartners, inclusief de heer [verweerder] , twijfelt eraan dat er 'iets' is gebeurd.
Hoewel de heer [verweerder] ontkent, zijn er geen andere mogelijke `daders' in beeld gekomen tijdens
dit onderzoek. Alle meldsters zijn stellig in hun overtuiging dat de heer [verweerder] degene is die hen
heeft aangeraakt;
-
De heer [verweerder] ontkent dat hij op zaterdagnacht ruzie heeft gehad met zijn vriendin1, mevrouw
[partner van gedaagde] , consultant Project Support bij STAR. Echter, er zijn er meerdere getuigen die
onafhankelijk van elkaar stellen te hebben gehoord of gezien dat de heer [verweerder] ruzie had met
zijn vriendin in de club en/of in het hotel. Dit staat haaks op de verklaring van de heer [verweerder] .”
2.8.
Partijen zijn in overleg getreden over een beëindiging van het dienstverband. Zij hebben ter zake geen overeenstemming bereikt.

3.Het geschil

De hoofdzaak
3.1.
STAR verzoekt bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
  • de tussen STAR en [verweerder] bestaande arbeidsovereenkomst per de vroegst mogelijk datum te ontbinden wegens (ernstig) verwijtbaar handelen, respectievelijk een duurzaam verstoorde arbeidsrelatie, respectievelijk op grond van de combinatiegrond;
  • aan [verweerder] geen transitievergoeding toe te kennen, dan wel maximaal ter hoogte van
€ 29.793,76 bruto;
- [verweerder] te veroordelen in de kosten van deze procedure, het salaris van de gemachtigde daaronder begrepen.
3.2.
[verweerder] voert verweer.
De tegenverzoeken
3.3.
[verzoeker in tegenverzoek] verzoekt in geval van toewijzing van het verzoek van STAR:
  • toekenning van de transitievergoeding met in achtneming van het juiste salaris, onder de bepaling dat de arbeidsovereenkomst eindigt met inachtneming van de wettelijke opzegtermijn zonder verrekening van de tijd die is verstreken sinds de indiening van het verzoekschrift;
  • een verklaring voor recht dat STAR geen rechten kan ontlenen aan het concurrentie- en relatiebeding, althans een inperking van het concurrentie- en relatiebeding, en om [verzoeker in tegenverzoek] als good leaver te kwalificeren bij de afwikkeling van alle B- en C-certificaten;
  • een en ander met veroordeling van STAR in de kosten.
3.4.
STAR voert verweer.
De hoofdzaak en de tegenverzoeken
3.5.
Op de standpunten van partijen zal – voor zover van belang – onder de beoordeling worden ingegaan.

4.De beoordeling

De hoofdzaak en de tegenverzoeken
Producties 17 tot en met 19 van STAR
4.1.
Op de mondelinge behandeling heeft [verweerder] bezwaar gemaakt tegen de indiening van de producties 17 tot en met 19 bij brief van 11 maart 2024 door STAR, omdat die producties te laat zijn ingediend.
4.2.
Het bezwaar is gegrond. Ingevolge artikel 2.2.7 van het Landelijk procesreglement verzoekschriften rechtbanken, kanton dienen nadere stukken uiterlijk vijf dagen vóór de dag van de mondelinge behandeling te worden ingediend, hetgeen door de griffier bij brief van 5 maart 2024 is benadrukt bij mr. Van Dam. STAR heeft zich niet aan die termijn gehouden. Evenmin heeft zij een nadere en toereikende toelichting gegeven waarom niet van haar kon worden gevergd die termijn aan te houden. De kantonrechter zal de producties 17 tot en met 19 daarom buiten beschouwing laten.
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst
4.3.
De kantonrechter stelt vast dat geen sprake is van een opzegverbod dat zich tegen ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzet.
4.4.
Een arbeidsovereenkomst kan op verzoek van de werkgever worden ontbonden als daarvoor een redelijke grond in de zin van sub a tot en met i van artikel 7:669 lid 3 BW aanwezig is. Op grond van artikel 7:669 lid 3 sub e BW kan een arbeidsovereenkomst worden ontbonden als sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, zodanig dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
4.5.
Indien [verweerder] zich schuldig heeft gemaakt aan het (onzedelijk) betasten van collega’s, levert dat in beginsel verwijtbaar handelen van [verweerder] op, zodanig dat niet van STAR kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
4.6.
[verweerder] betwist gemotiveerd dat hij zijn collega’s heeft betast. Aangezien STAR stelt dat [verweerder] collega’s heeft betast en zij zich beroept op het rechtsgevolg daarvan, namelijk een redelijke grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, dient zij daarvoor voldoende feiten en omstandigheden te stellen en die zonodig te bewijzen. Daarvoor beroept STAR zich op het rapport van [bedrijf] . [bedrijf] concludeert dat de betreffende collega’s consistent hebben verklaard bij andere collega’s, bij STAR en bij de onderzoekers (zie eerste opsommingsteken van het citaat in rechtsoverweging 2.7) en dat de collega’s ervan overtuigd zijn dat [verweerder] hen heeft betast (zie vijfde opsommingsteken van het citaat in rechtsoverweging 2.7). Verklaringen van de collega’s zijn echter niet aan het rapport gehecht. Dat maakt dat deze conclusies van [bedrijf] niet te controleren zijn. De kantonrechter kan dan ook niet vaststellen of deze conclusies terecht zijn of niet, in het licht van de gemotiveerde betwisting door [verweerder] .
4.7.
Aangezien op STAR de stelplicht en bewijslast rust zoals hiervoor is verwoord, zal zij, conform haar bewijsaanbod daartoe, worden toegelaten te bewijzen dat [verweerder] collega’s heeft betast in Toy Room Malta in de nacht van 16 op 17 september 2023.
Verdere beslissingen
4.8.
De kantonrechter zal iedere verdere beslissing aanhouden.

5.De beslissing

De hoofdzaak en de tegenverzoeken
De kantonrechter
5.1.
laat STAR toe te bewijzen dat:
[verweerder] collega’s heeft betast in Toy Room Malta in de nacht van 16 op 17 september 2023,
5.2.
verwijst de zaak naar de zitting van
woensdag 8 mei 2024 om 09:00 uurvoor akte aan de zijde van STAR om zich uit te laten of zij bewijs wil leveren, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
5.3.
bepaalt dat STAR indien zij geen bewijs door getuigen wil leveren maar wel bewijsstukken wil overleggen, zij die stukken direct in het geding moet brengen,
5.4.
bepaalt dat STAR indien zij getuigen wil laten horen, de eigen verhinderdata, de verhinderdata van de getuigen en de verhinderdata van de zijde van [verweerder] over de maanden juni tot en met oktober 2024 direct moet opgeven, waarna dag en uur van de zitting zal worden bepaald,
5.5.
bepaalt dat de getuigenverhoren zullen plaatsvinden op de terechtzitting in het gerechtsgebouw te Bergen op Zoom aan de Zuid-Oostsingel 41,
5.6.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. Van den Boom, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 10 april 2024.