11.4Dat er eerder in de informatie van de psycholoog van 28 juli 2021 (waar eiseres sinds december 2020 onder behandeling was) complexe ptss was gediagnosticeerd betekent niet dat niet van de bevindingen tijdens de spreekuren en van de psychiater van 29 april 2022 kan worden uitgaan. Ook hiervoor geldt dat de informatie van 28 juli 2021 niet op de datum in geding ziet. Daarbij merkt de rechtbank nog op dat bij het vaststellen van de medische beperkingen de gestelde diagnose niet bepalend is. Of de diagnose op de datum in geding nu gesteld moet worden op een complexe ptss (zoals de psychiater in de brief van 24 mei 2023 stelt) of op een paniekstoornis met een ongespecificeerde trauma- of stressor gerelateerde stoornis (zoals de psychiater stelt in zijn brief van 29 april 2022) is dan ook minder relevant. Verder is nog van belang dat het spreekuur bij de primaire arts 1,5 uur tot 2 uur heeft geduurd en bij de verzekeringsarts b&b 55 minuten. Mede gelet op de duur van deze spreekuren hebben de artsen een goed beeld van eiseres kunnen krijgen. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding te oordelen dat de psychische beperkingen van eiseres op de datum in geding zijn onderschat.
Is voldoende rekening gehouden met de prikkelgevoeligheid?
12. Uit de stukken blijkt dat eiseres aan heeft gegeven snel last te hebben van geluidsprikkels en daardoor overbelast te worden. Vanwege deze prikkelgevoeligheid is een beperking aangenomen voor geluidsbelasting. Uit de stukken blijkt niet dat eiseres zo gevoelig is voor lichtprikkels dat hiervoor een beperking zou moeten worden gegeven. Bij de primaire arts heeft eiseres niets opgemerkt over gevoeligheid voor licht en ook in haar bezwaarschrift wordt daar niets over vermeld. Bij de bespreking van de geduide functies in haar bezwaarschrift merkt eiseres wel op dat zij de functies niet kan, onder andere vanwege haar last van prikkels, maar daarbij wordt geen lichtgevoeligheid genoemd. De functies worden door haar als niet passend gezien juist vanwege geluidsprikkels. Pas bij de verzekeringsarts b&b heeft eiseres voor het eerst opgemerkt al langere tijd overgevoelig te zijn voor licht, ook toen zij nog werkte. De verzekeringsarts b&b stelt daarover dat overprikkeling door licht niet te koppelen is aan een bij eiseres bekende aandoening. Een beperking voor licht wordt niet aangenomen. Eiseres heeft ook steeds kunnen werken ondanks de gestelde gevoeligheid voor licht. De rechtbank is daarom van oordeel dat geen extra beperking voor lichtprikkels opgenomen hoeft te worden.
Is de urenbeperking toereikend?
13. Het UWV heeft een urenbeperking van 4 uur per dag aangenomen, vanwege vermoeidheid in relatie met de nachtelijke aanvallen. De omvang van deze urenbeperking is met name gebaseerd op het dagverhaal van eiseres. Uit dit dagverhaal, zoals dit bij de primaire arts is verteld, blijkt dat eiseres tussen 8 en 9 uur opstaat om medicijnen in te nemen en dan weer tot 10.30 uur naar bed gaat. Daarna gaat ze douchen, aankleden en bidden, waarna ze vanaf 12 uur wat actiever wordt met huishoudelijk werk en kleine boodschappen. Uit dit dagverhaal blijkt niet dat eiseres niet gedurende 4 uur per dag belastbaar kan zijn. Ook tijdens de spreekuren, die toch geruime tijd hebben geduurd, wordt geen vermoeidheid waargenomen. Uit de stukken blijkt verder dat eiseres de aanvallen uitsluitend in de nacht heeft. Dit is door haar ter zitting ook erkend. Deze aanvallen op zich geven dan ook geen aanleiding om een grotere urenbeperking aan te nemen. Eiseres heeft haar stelling dat zij minder uren kan werken ook niet nader onderbouwd met medische gegevens. De rechtbank is dan ook van oordeel dat geen aanleiding bestaat te oordelen dat de gegeven urenbeperking ontoereikend is.
Is de beperking voor de aanvangstijd toereikend?
14. De (verzekerings)artsen hebben gesteld dat eiseres vanaf 9.00 uur in de ochtend belastbaar is met arbeid. Uit de beschikbare informatie, waaronder het dagverhaal, blijkt dat eiseres in de ochtend nagenoeg niet actief is. Verder blijkt uit de informatie van de fysiotherapeut van 23 mei 2023 dat eiseres vanaf 14 april 2022 onder behandeling is en de afspraken altijd in de middag worden gepland omdat eiseres stelt in de ochtend weinig energie te hebben. Verder blijkt uit de verpleegkundige rapportage van [naam 2] dat eiseres slecht slaapt en regelmatig wakker wordt met een kaakklem. Uit de verklaring van de neuroloog van 12 mei 2023 blijkt dat eiseres omstreeks de datum in geding meerdere aanvallen per nacht heeft en dat zij wakker wordt met een kaakklem en een afhangend gezicht. Deze informatie gezien in samenhang met de consistente verklaring van eiseres over haar energieniveau, brengt de rechtbank tot het oordeel dat eiseres niet al vanaf 9 uur, maar pas vanaf het middaguur belastbaar is. De beperking dat eiseres pas vanaf 9 uur kan werken moet daarom gewijzigd worden naar een beperking dat zij pas vanaf 12 uur kan werken. Dit betekent ook dat functies waarin gewerkt moet worden voor 12 uur niet als passend aangemerkt kunnen worden. De functie van bezorger pakketten (sbc-code 111230) is daarom niet geschikt voor eiseres. Uit de resultaat functiebeoordeling blijkt immers dat er in 2 gebroken diensten van 2 uur gewerkt moet worden, waarbij de eerste dienst om 9.30 uur aanvangt. Nu deze functie alleen om deze reden al komt te vervallen hoeft de beroepsgrond dat eiseres beperkt moet worden voor beroepsmatig autorijden niet nader besproken te worden. In de overige geduide functies komt beroepsmatig autorijden immers niet voor.
15. Gelet op alles wat hiervoor is overwogen is de rechtbank van oordeel dat de belastbaarheid van eiseres in de FML van 3 december 2022 juist is weergegeven, met dien verstande dat eiseres pas vanaf 12 uur belastbaar is. Bij de verdere beoordeling zal de rechtbank dan ook van deze FML, inclusief aanpassing voor wat betreft de aanvangstijd, uitgaan.
Zijn de aan de schatting ten grondslag gelegde functies geschikt?
16. Uit overweging 14 blijkt dat de functie van bezorger pakketten niet geschikt is voor eiseres. Dit betekent dat de reservefunctie bij de schatting betrokken moet worden. In de overige geduide functies kan parttime worden gewerkt in de namiddag. De beroepsgronden van eiseres geven de rechtbank geen aanleiding om voor het overige te twijfelen aan de medische geschiktheid van de functies. Deze functies mogen daarom gebruikt worden voor de schatting.
Is de mate van arbeidsongeschiktheid juist vastgesteld?
17. Gelet op overweging 15 moet voor de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid uitgegaan worden van de volgende gegevens.
Functie sbc code uurloon reductiefactor
Productiemedewerker industrie 111180 15,71 0,5541
Productiemedewerker textiel 272043 13,09 0,5833
Huishoudelijk medewerker 111334 12,64 0,5833
Het mediane uurloon bedraagt dan € 13,09. Omdat in de functie met de laagste urenomvang (111180) maar voor 19 uur kan worden gewerkt, is een reductiefactor van 0,5541 van toepassing (19 uur gedeeld door 34,29 uren van de maatman). Dit betekent dat de restverdiencapaciteit wordt vastgesteld op 7,25 (13,09 maal 0,5541). Gegeven het maatmanloon van 19,34 wordt de mate van arbeidsongeschiktheid dan
19,34 – 7,25
19,34 x 100 = 62,51%.