ECLI:NL:RBZWB:2024:2443
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Hamburger
- Rechtspraak.nl
Voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige met zorgen over emotionele en fysieke veiligheid
Op 5 april 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een nadere beschikking gegeven in een zaak betreffende de voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De kinderrechter heeft de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Zuidwest Nederland, als verzoeker aangemerkt. De moeder van [minderjarige], die in een onveilige situatie verkeert, is als belanghebbende aangemerkt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er zorgen zijn over de emotionele en fysieke veiligheid van [minderjarige], die in een pleeggezin verblijft op een geheim adres. De moeder heeft in het verleden de onveilige situatie in stand gehouden en er is onvoldoende vertrouwen dat zij nu in staat is om de veiligheid van [minderjarige] te waarborgen. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 april 2024 zijn de moeder, haar advocaat en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling (GI) gehoord. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de gronden voor de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn. De kinderrechter heeft de voorlopige ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd tot 28 juni 2024 en de machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor dezelfde periode. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat deze onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook in het geval van hoger beroep.