ECLI:NL:RBZWB:2024:246

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 januari 2024
Publicatiedatum
19 januari 2024
Zaaknummer
C/02/417421 / FA RK 23/6047
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Phillips
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor betrokkene met psychische stoornis

Op 5 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank behandelde het verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van verplichte zorg aan een betrokkene, geboren in 1979, die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek schizofrenie-spectrum- en andere psychotische stoornissen, alsook middel gerelateerde en verslavingsstoornissen. Het verzoekschrift was ingediend op 22 december 2023, met bijlagen waaronder medische verklaringen en een zorgplan.

Tijdens de mondelinge behandeling op 5 januari 2024 was de betrokkene niet aanwezig, hoewel hij eerder had aangegeven aanwezig te zullen zijn. De advocaat van de betrokkene kon geen standpunt innemen, omdat zij niet met haar cliënt had kunnen overleggen. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was van de psychische stoornis van de betrokkene en dat deze stoornis leidde tot ernstig nadeel, waaronder lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank concludeerde dat verplichte zorg noodzakelijk was, omdat de betrokkene weigerde mee te werken aan vrijwillige zorg.

De rechtbank verleende een zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, tot 5 juli 2024, en bepaalde dat de verplichte zorg maatregelen omvatte zoals toediening van medicatie en medische controles. Het verzoek voor andere zorgvormen werd afgewezen, omdat de noodzaak daarvoor niet was aangetoond. De rechtbank benadrukte dat bij een eventueel volgend verzoek de mondelinge behandeling bij voorkeur op het woonadres van de betrokkene dient plaats te vinden. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter mr. Phillips en is op 12 januari 2024 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/417421 / FA RK 23/6047
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 5 januari 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1979 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. V.C. Andeweg te Breda.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 22 december 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 21 december 2023;
- de medische verklaring van 20 december 2023;
- een zorgplan van 20 november 2023;
- een zorgkaart;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 5 januari 2024, in de accommodatie FACT [adres] .
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- de advocaat van betrokkene;
- mevrouw [naam] , casemanager.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
De casemanager deelt mede dat betrokkene niet aanwezig is, maar dat hij wel vooraf van de datum en het tijdstip van de mondelinge behandeling op de hoogte is gebracht. Zij licht toe dat betrokkene op gisteren in de accommodatie van het FACT aanwezig was in verband met een behandelafspraak. Betrokkene gaf toen aan bij de mondelinge behandeling aanwezig te zullen zijn. Hoewel niet valt uit te sluiten dat betrokkene om een verklaarbare reden niet aanwezig is past zijn afwezigheid beslist ook bij het van hem al langere tijd bestaande beeld van iemand in wiens opvatting voortzetting van de verplichte zorg geen zin heeft. De casemanager probeert ter plekke telefonisch met betrokkene in contact te komen, echter zonder resultaat.
3.2
De advocaat van betrokkene geeft aan dat zij zich voor een dilemma geplaatst ziet. Enerzijds stelt zij vast dat, nu zij haar cliënt niet over het verzoek heeft kunnen spreken, zij namens hem geen standpunt kan innemen. Anderzijds blijkt uit de toelichting van de behandelend arts dat haar cliënt van de mondelinge behandeling op de hoogte is, dat hij heeft toegezegd daarbij aanwezig te zullen zijn, maar dat hij desondanks niet is verschenen. Met deze toelichting wenst zij zich ten aanzien van het voorliggende verzoek te refereren aan het oordeel van de rechtbank.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken is naar het oordeel van de rechtbank voldoende gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie-spectrum- en andere psychotische stoornissen, middel gerelateerde en verslavingsstoornissen.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene weigert sinds enkele weken zijn medewerking aan de toediening van depotmedicatie. Er is daardoor een achterstand ontstaan. Deze dreigt verder op te lopen, temeer nu ook adviezen van de psychiater om aan onderzoek en controles van de bloedspiegel mee te werken door betrokkene niet worden opgevolgd. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De op dit moment in elk geval noodzakelijke vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank op dit moment de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen, daaronder in dit geval te verstaan dat betrokkene periodiek contact moet blijven houden met het ambulant behandelteam (FACT).
Het verzoek van de officier van justitie wordt afgewezen voor zover dat ziet op de overige verzochte zorgvormen, nu voor het afgeven van een machtiging de noodzaak niet is gebleken.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
De rechtbank is van oordeel dat is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Wel ziet de rechtbank in de omstandigheid dat betrokkene niet op het verzoek kon worden gehoord, zijn advocaat hem niet over het verzoek heeft kunnen spreken en er geen mogelijkheid was om binnen de geldende beslistermijn een nieuwe mondelinge behandeling in te plannen aanleiding de zorgmachtiging in duur te beperken tot zes maanden.
Tot slot merkt de rechtbank nog op dat bij een eventueel volgend verzoek de mondelinge behandeling bij voorkeur op het woonadres van betrokkene dient plaats te vinden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1979 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 5 juli 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Phillips, rechter en in het openbaar uitgesproken op 5 januari 2024 in tegenwoordigheid van Baremans als griffier, en op 12 januari 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.