ECLI:NL:RBZWB:2024:2476
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Sumner
- Rechtspraak.nl
Beschikking inzake gezag en omgang tussen ouders en minderjarige
Op 16 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een zaak betreffende gezag en omgang tussen de man en de vrouw, ouders van de minderjarige. De rechtbank heeft de Raad voor de Kinderbescherming ingeschakeld om advies te geven over de verzoeken van de ouders. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 maart 2024 zijn beide ouders, bijgestaan door hun advocaten, verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige, die op dat moment 10 jaar oud was, geen contact wenste met haar biologische vader, de man. De rechtbank heeft eerder een voorlopige omgangsregeling vastgesteld, maar deze is niet tot stand gekomen. De man heeft de minderjarige voor het laatst in 2022 gezien en heeft sindsdien geen contact meer gehad. De vrouw heeft aangegeven dat de minderjarige zich meer verbonden voelt met haar stiefvader en dat zij de man niet wil dwingen tot contact.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat er momenteel te veel weerstand is bij de minderjarige om contact met de man te hebben. Het forceren van contact zou te veel druk en stress voor de minderjarige met zich meebrengen. De rechtbank heeft de hoop uitgesproken dat de vrouw in de toekomst, indien de minderjarige openstaat voor contact, de nodige stappen zal ondernemen om dit te faciliteren. De rechtbank heeft de verzoeken van de man om gezamenlijk gezag en een omgangsregeling afgewezen, maar heeft wel bepaald dat de man en de minderjarige recht hebben op omgang, voor zover de minderjarige daar behoefte aan heeft. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.