ECLI:NL:RBZWB:2024:249

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 januari 2024
Publicatiedatum
19 januari 2024
Zaaknummer
C/02/417275 / FA RK 23/5991
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Phillips
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor betrokkene met psychische stoornis

Op 5 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Deze beschikking volgde op een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van verplichte zorg aan betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene, geboren in 1995, momenteel onder behandeling staat en dat er een risico op terugval bestaat indien de verplichte zorg niet wordt voortgezet. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 januari 2024 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder betrokkene zelf, zijn advocaat, zijn halfbroer en de casemanager van FACT. Betrokkene heeft aangegeven dat hij zich stabiel voelt en dat hij de zorg liever in een vrijwillig kader zou ontvangen, maar de casemanager en de halfbroer hebben aangegeven dat dit nog te vroeg is gezien de huidige omstandigheden.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat betrokkene zorg nodig heeft om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie beoordeeld en heeft besloten dat de verplichte zorg noodzakelijk is, maar heeft enkele van de verzochte zorgvormen afgewezen. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van twaalf maanden, tot en met 5 januari 2025, en omvat het toedienen van medicatie en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid van betrokkene. De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. Phillips en is op 12 januari 2024 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/417275 / FA RK 23/5991
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 5 januari 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1995 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. C.J.M. Veth te Rijen.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 20 december 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 19 december 2023;
- de medische verklaring van 16 december 2023;
- een zorgplan van 12 december 2023;
- een zorgkaart van 12 december 2023;
- een uittreksel uit het curateleregister;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 5 januari 2024, in de accommodatie GGz Breburg - FACT, [adres] .
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de heer [naam 1] , halfbroer van betrokkene;
- mevrouw [naam 2] , casemanager FACT;
- de heer [naam 3] , huisarts in opleiding.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene antwoordt op de vraag hoe het met gaat: “wel stabiel”. Hij heeft momenteel een tijdelijke woonplek bij een vriend van zijn moeder. Hij staat in goed contact met zijn casemanager en hij ervaart de ondersteuning vanuit zijn halfbroer als een extra stimulans om aan de ambulante zorg en aan de medicatie toediening te blijven meewerken. Daarom hoeft wat hem betreft de zorg niet meer in verplichte vorm plaats te vinden, maar kan die voortaan in een vrijwillig kader worden geboden. Wel zou hij het liefst zien dat de medicatie wordt afgebouwd naar uiteindelijk nihil.
3.2
De casemanager FACT brengt naar voren dat zij kan bevestigen dat betrokkene momenteel vrij stabiel is en dat het behandelcontact positief verloopt. Ook wordt in overleg met de behandelend psychiater gekeken naar mogelijkheden om tot een verantwoorde afbouw van de medicatie in depotvorm te komen. Zij ziet echter, rekening houdend met de voorgeschiedenis van betrokkene, op dit moment nog een aanmerkelijk risico op een terugval indien het verplichte kader er niet meer is. Betrokkene zal dan aan de noodzakelijke medicatie toediening niet langer meewerken. Ook vreest zij dat hij dan minder frequent contact met de ambulante zorg zal onderhouden. Daarbij komt nog dat de woningbouwvereniging de huurovereenkomst met betrokkene heeft beëindigd. Betrokkene heeft zijn woning moeten verlaten en te verwachten is dat dit voor extra spanningen en onzekerheid zal gaan zorgen. Zij kan daarom achter het voorliggend verzoek staan, waarbij wordt aangetekend dat het toedienen van vocht en voeding en het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening als niet strikt noodzakelijke zorgvormen kunnen worden afgewezen.
3.3
De halfbroer van betrokkene merkt op dat ook hij ziet dat betrokkene stappen voorwaarts maakt. Hij merkt echter ook dat bij betrokkene de behoefte aan zorg en ondersteuning op meerdere vlakken nog steeds groot is. Het is de bedoeling dat hij als mentor voor betrokkene zal gaan fungeren. Rekening houdend met de aanmerkelijke zorgbehoefte bij betrokkene en de problemen die er momenteel spelen rondom zijn woonsituatie deelt hij de opvatting van de casemanager dat het nog te vroeg is om de zorg naar een vrijwillig kader over te laten gaan. Hij kan daarom eveneens achter het verzoek staan, zoals mondeling besproken.
3.4
De advocaat van betrokkene voert aan dat betrokkene duidelijk laat blijken dat hij in zijn opvatting geen medicatie meer nodig heeft en dat de overige ambulante zorg in een vrijwillig kader kan worden geboden, aangezien hij daar volledig aan meewerkt. Hij stelt zich daarom namens betrokkene primair op het standpunt dat het verzoek dient te worden afgewezen. Indien de rechtbank anders mocht oordelen dient de machtiging verplichte zorg alleen te worden toegewezen voor zover dit betreft het toedienen van medicatie en contacten met de ambulante hulpverlening.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen), schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Gebleken is dat betrokkene met de tot nu toe geboden zorg redelijk stabiel is. Betrokkene onderhoudt een goed contact met de casemanager FACT en hij werkt mee aan de toediening van medicatie in depotvorm. Op dit moment kan er nog onvoldoende op worden vertrouwd dat betrokkene, wanneer er geen zorgmachtiging meer is, consequent daaraan zal blijven meewerken. Daarbij speelt meer specifiek een rol dat betrokkene van opvatting is dat hij eigenlijk geen medicatie meer nodig heeft. Om die reden is verplichte zorg nodig. De rechtbank vindt het knap van betrokkene dat er aanzienlijk minder vormen van verplichte zorg nodig zijn dan opgenomen in de vorige machtiging.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen, daaronder in dit geval te verstaan dat betrokkene periodiek contact moet blijven houden met het ambulant behandelteam (FACT).
Het verzoek van de officier van justitie wordt afgewezen voor zover dat ziet op de overige verzochte zorgvormen, nu voor het afgeven van een machtiging in zoverre geen noodzaak bestaat.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1995 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 5 januari 2025;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Phillips, rechter en in het openbaar uitgesproken op 5 januari 2024 in tegenwoordigheid van Baremans als griffier, en op 12 januari 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.