ECLI:NL:RBZWB:2024:252

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 januari 2024
Publicatiedatum
19 januari 2024
Zaaknummer
C/02/417998 / FA RK 24/181
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Van Dun
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting van crisismaatregel op basis van Wvggz

Op 16 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene met een autismespectrumstoornis. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die op 14 januari 2024 was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling werd vastgesteld dat de klinische opname niet doelmatig was, omdat de autismespectrumstoornis van de betrokkene niet klinisch kon worden behandeld en het suïcidegevaar niet hoog werd ingeschat. De psychiater en verpleegkundig-specialist gaven aan dat de betrokkene naar huis kon gaan en daarna in een ambulant kader behandeld kon worden.

De rechtbank oordeelde dat er minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren die hetzelfde effect konden bereiken, en dat de verzochte verplichte zorg niet effectief zou zijn. Daarom werd het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen. De beslissing werd mondeling gegeven door mr. Van Dun en op 19 januari 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/417998 / FA RK 24/181
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 16 januari 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1996 te [geboorteplaats] ,
wonende aan [woonplaats] ,
thans verblijvende in de [accommodatie] , [adres] te [plaats]
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M. Timmermans-Roelands te Bergen op Zoom.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 15 januari 2024, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 14 januari 2024 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Bergen op Zoom tot het nemen van de crisismaatregel van 14 januari 2024;
- de medische verklaring van 14 januari 2024, opgesteld en ondertekend door [psychiater] ;
- een episodejournaal;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 16 januari 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- de heer [naam 1] , psychiater;
- mevrouw [naam 2] , verpleegkundig-specialist in opleiding.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.
2. Verzoek
2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen, te weten voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene geeft aan dat het niet goed met haar gaat. Zij heeft namelijk net te horen gekregen dat zij niet kan blijven bij de GGZ. In het verleden is een euthanasietraject besproken, maar dit is niet verder van de grond gekomen.
3.2
De psychiater verklaart, samengevat, dat er in overleg met de zorgverantwoordelijke en de ambulante behandelaar is besloten dat een klinische opname voor betrokkene niet doelmatig wordt geacht. De autismespectrumstoornis van betrokkene speelt hierbij een rol. Bovendien wordt het risico op suïcidevaar niet hoog ingeschat. Om die reden kan/zal haar huidige verblijf niet worden voortgezet. Een vrijwillige klinische opname is om dezelfde reden niet mogelijk. Betrokkene zal vandaag met ontslag naar huis worden gestuurd. Betrokkene zal vervolgens kunnen verblijven bij [locatie] , een FACT-locatie van GGZ WNB. In het ambulante kader zijn er namelijk wel mogelijkheden tot behandeling. De verpleegkundig-specialist vult daarbij aan dat [locatie] geen ideale situatie is, maar dat betrokkene anders op straat zou komen te staan.
3.3
De advocaat merkt op dat zij enigszins verbaasd is over het besluit van de GGZ om betrokkene te ontslaan en zich bovendien af te vragen of vanwege de suïcidepogingen van betrokkene een opname toch doelmatig zou zijn voor haar veiligheid? Daarnaast begrijpt de advocaat niet dat betrokkene naar [locatie] wordt gestuurd. Deze locatie is een gebruikers-huis, terwijl betrokkene juist drie jaar clean is van middelengebruik. Betrokkene heeft zelf ook aangegeven niet naar [locatie] te willen.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel. Vermoed wordt dat dit nadeel werd veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen, depressieve-stemmingsstoornissen en persoonlijkheidsstoornissen. De crisissituatie was zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht.
4.2
Op grond van de in overweging 4.1 weergegeven omstandigheden trof de burgemeester een crisismaatregel, waarvan thans voortzetting thans wordt verzocht.
4.3
Tijdens de mondelinge behandeling van het verzoek is echter gebleken dat een klinische opname niet doelmatig wordt geacht omdat volgens de psychiater de autisme-spectrumstoornis van betrokkene klinisch niet te behandelen is. Derhalve en omdat de psychiater het suïcidevaar niet hoog inschat, zal de klinische opname dus ook niet worden voortgezet. Volgens de psychiater kan betrokkene vandaag naar huis en daarna naar [locatie] waar zij in een ambulant kader kan worden behandeld.
4.4
Hieruit volgt dat er minder bezwarende alternatieven aanwezig zijn die hetzelfde beoogde effect hebben en bovendien de verzochte verplichte zorg niet effectief is.
4.5
Gelet op het voorgaande zal de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden afgewezen.

5.Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Van Dun, rechter en in het openbaar uitgesproken op 16 januari 2024 in tegenwoordigheid van mr. Hoetjes als griffier, en op 19 januari 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.