ECLI:NL:RBZWB:2024:2537

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 april 2024
Publicatiedatum
17 april 2024
Zaaknummer
10687584 \ CV EXPL 23-3527 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Rouwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van vorderingen en verzoeken in complexe arbeidszaak met meerdere partijen en eerdere uitspraken

In deze zaak heeft de kantonrechter op 17 april 2024 uitspraak gedaan in een complexe arbeidszaak tussen [eiser] en de gedaagden NTT DATA BUSINESS SOLUTIONS B.V. en NTT DATA BUSINESS SOLUTIONS HOLDING B.V. [eiser] heeft meerdere vorderingen en verzoeken ingediend, waaronder verzoeken om voorlopige voorzieningen en om veroordeling van de gedaagden tot betaling van diverse kosten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat een groot deel van de vorderingen al in eerdere procedures onherroepelijk is afgewezen, en dat voor de overige vorderingen een rechtsgrond ontbreekt. De kantonrechter heeft de vorderingen van [eiser] afgewezen en hem veroordeeld in de werkelijke proceskosten van de gedaagden, die zijn begroot op € 11.779,35. De uitspraak benadrukt de noodzaak van gedegen rechtskundige bijstand, aangezien de kantonrechter heeft geconstateerd dat [eiser] zonder deze bijstand de procedure heeft gevoerd, wat heeft geleid tot een onduidelijke en complexe rechtsgang. De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat er een zekere mate van complotdenken bij [eiser] waarneembaar is, wat de dialoog op de zitting bemoeilijkte. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 10687584 \ CV EXPL 23-3527
Vonnis van 17 april 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [plaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mevrouw [gemachtigde] , partner van [eiser] ,
tegen

1.NTT DATA BUSINESS SOLUTIONS B.V.,

2.
NTT DATA BUSINESS SOLUTIONS HOLDING B.V.,
beiden statutair gevestigd te Eindhoven en kantoorhoudende te ’s-Hertogenbosch,
gedaagde partijen,
hierna ook te noemen: NTT (gedaagde sub 1) en NTT Holding (gedaagde sub 2),
gemachtigde: mr. A.J. Hendriks, advocaat te ’s-Hertogenbosch.

1.Hoe de procedure is verlopen

1.1.
[eiser] heeft de kantonrechter de nodige stukken toegestuurd. Een aantal daarvan is geweigerd en teruggestuurd en behoren daarom niet tot het procesdossier.
1.2.
Het procesdossier in deze zaak bestaat uit de volgende processtukken:
  • de ‘
  • de ‘
  • de incidentele conclusie tot onbevoegdheid met producties van NTT en NTT Holding;
  • de conclusie van antwoord in incident van [eiser] ;
  • het vonnis in incident van 1 november 2023, waarin is beslist dat de kantonrechter bevoegd is om van de vorderingen van [eiser] kennis te nemen;
  • de conclusie van antwoord van NTT en NTT Holding met producties;
  • het tussenvonnis van 27 december 2023, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de incidentele conclusie tot voeging van [gemachtigde] aan de zijde van [eiser] met producties;
  • de rolbeslissing van 3 januari 2024;
  • productie 23 van [eiser] ;
  • productie 24 van [eiser] ;
  • de conclusie van antwoord in het incident tot voeging tevens houdende antwoordakte wijziging van eis van NTT en NTT Holding;
  • de producties 14 tot en met 17 van NTT en NTT Holding;
  • het vonnis in incident van 28 februari 2024, waarin de voeging is afgewezen;
  • de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 4 maart 2024, waarbij NTT en NTT Holding een pleitnota hebben overgelegd.
1.3.
Hierna is vonnis bepaald.

2.Waar de kantonrechter over moet oordelen

2.1.
Hierna zijn de vorderingen en verzoeken van [eiser] letterlijk weergegeven.
Zoals opgenomen op pagina 26 en verder van de op 31 augustus 2023 betekende dagvaarding:

1. NTT data business Solutions BV te veroordelen in alle proceskosten tot nu toe gemaakt inclusief wettelijke rente
2. Om een voorziening te treffen vooruitlopend op de complete loonvordering/schade aangezien NTT Data Business Solutions Holding BV verdiensten door [eiser] vanuit deze overeenkomst 2002 met gewijzigde constructie 2004, lopende tot juni 2010 door een nieuw btw-nummer terwijl het een naamswijziging was, welke hoofdovereenkomst tot in 2017 in Duitsland onder 2002 loonbelasting is uitgevoerd, als een brutering vanuit BBIT GmbH voor 25% van de tijd, waardoor je in Duitsland werkt voor een (onrechtmatige) aandeelhouder als dit niet [eiser] is, maar sociale afdrachten in Nederland maakt, terwijl belastingvoordeel in Duitsland is gehaald, onrechtmatig in bezit sinds eind 2017, aangezien er onrechtmatig geëxploiteerd is onder de hoofdovereenkomst die kennelijk in Duitsland lag en kennelijk dienende als pensioenvoorziening via een STAK in de BBIT Beheer BV en een STAK in BBIT GmbH In (onrechtmatig) eigenaarschap.
3. om aan [eiser] te betalen de juridische kosten van [naam 1] van ruim 25k conform productie procedure 12 december 2022
4. om een voorziening te treffen voor de juridische kosten die [eiser] zelf gemaakt heeft.
5. om een voorziening te treffen voor de laptopkwestie.
6. om een voorziening te treffen voor de advocaatkosten van mr. Hendriks en het beslag
7. NTT voorts te veroordelen in de kosten van deze procedure, en NTT te veroordelen om de wettelijke rente over deze kosten te betalen indien zij de proceskosten niet binnen veertien dagen na dagtekening van het in dezen te wijzen kortgedingvonnis heeft voldaan.
8. [eiser] verzoekt de Kantonrechter om alle gedagvaarde partijen tot een oplossing in de ernstige situatie te sommeren op straffe van een dwangsom per gedaagde partij van €1000 per dag
9. Om [naam 1] te verplichten de zaak op te pakken en secundair dat zij zelf met SAR de kosten regelen (met dhr. [naam 2] , directeur SAR) onder onbeperkt advies arbeidsrecht en dekking van 50K advocaatkosten, aangezien zij beide aansprakelijk zijn voor het creëren dan wel mogelijk maken van de schadeveroorzakende gebeurtenissen door hun handelswijze ten aanzien van [eiser] en [gemachtigde] sinds 2008 en SAR naar [eiser] toe geen geheimhouding kan borgen. Er is waarschijnlijk ook sprake van de Brussel 1 bis-Verordening wat [naam 1] verzuimd heeft aan te geven.
10. om een voorziening te treffen conform de gevraagde stukken in de dagvaarding van 30 mei en op die juridische basis zoals benoemd in wetsartikelen. Maar welke compleet genegeerd worden door de beschikking van 5 juni 2023 (omdat deze ook gedigitaliseerd is?). Sinds 2011 is er al om STAK wetgeving gevraagd om in te kunnen zien wie de aandeelhouders zijn, dit is er echter nog steeds niet door heen. Je kunt geen aandeelhouder zijn door zonder medeweten “freelance BV’s” op basis van exploitatie van [eiser] rechten te exploiteren, die hij nooit heeft afgestaan om te exploiteren en [eiser] er ook nog eens nooit naar waarde voor gecompenseerd is en nu maar wordt afgedroogd zonder pensioen terwijl dit ook in Duitsland verplicht is en dit vermoedelijk een pensioen GmbH dan ook is met aandelen in onroerend goed in Nederland. [eiser] meent dat hij aanspraak op inzage heeft omdat er met onrechtmatigheid aan hem verdiend wordt via “Freelance [eiser] BV”s en vordert inzage in de aandelenregisters van NTT Data Business Solutions Holding BV en Recruit Company GmbH en 2B Financed BV en verlangt dat een van deze partijen dit nagaat bij Vir Est Consulting BV. [eiser] verzoekt tevens om de aanspraak van 90% van de waarde van 2B Financed BV, Holding NTT Data Business Solutions in een voorziening te treffen met dwangsom voor een in goede justitie te bepalen bedrag met betaling op korte termijn, aangezien hij financieel door juridisch list en bedrog om onrechtmatig zaken toe, zonder een eerlijk proces door vermoedelijk Al in regie bij SAR, terwijl er in strijd met 6 EVRM en de advocatenwet is gehandeld, terwijl er op de achtergrond strafrechtelijke cybercrime zaken lijken te zijn dan wel zware digitale manipulatie, door de Rechtspraak niet van de juiste informatie te voorzien waardoor [eiser] dreigt te gaan omvallen.
Het totale verhaal beschouwend inclusief de mensen die binnen zijn omgeving reeds ter ziele zijn gegaan wat gerelateerd lijkt te zijn met zijn werkzaamheden is werkelijk te absurd voor woorden.
11. Verzoekt de Kantonrechter om binnen de omstandigheden van redelijkheid en billijkheid of andere rechterlijke mogelijkheden zoals de discretionaire bevoegdheid zelf voorlopige voorzieningen vast te stellen in deze casus op grond van alle geleverde informatie sinds 22 december 2021, welke wellicht niet correct juridisch binnen procesrecht gevraagd zijn door [eiser] wegens het ontbreken van de juiste juridische expertise doordat dit onmogelijk is gemaakt door de verzekeraar en advocatuur en de digitale gevangenis maar op grond van o.a. maar niet limitatief art. 94 grondwet jo. Art. 6 en 8 EVRM en de ernst van de situatie noodzakelijk zijn.
12. [eiser] verzoekt de Kantonrechter om partijen bij verstek te veroordelen als zij niet verschijnen noch stukken indienen.
13. [eiser] verzoekt om mondelinge uitspraak door de Rechtbank en direct mee krijgen van die uitspraak op papier.
14. om vast te stellen dat NTT Data Business Solutions BV niet gerechtigd was om ontbinding aan te vragen op 22 december 2021 omdat zij duidelijk bruteerder zijn via internationale constructies op basis van 2002, zoals genoegzaam is bewezen
15. om vast te stellen dat de verjaringstermijnen van 5 jaar wegens ernstig falen aan alle kanten door misleiding, ernstige psychische ondermijning, achterhouden van informatie en bedrog van alle betrokken partijen niet gelden.
16. dat 2B Financed BV/Holding niet gerechtigd was om dit zomaar onrechtmatig over te nemen met een paar administratieve handelingen en zonder enkele mededeling, tenzij zij beheerder waren voor [eiser]
17. Deze overeenkomst loopt sinds augustus 2022 op 0 uren in de Holding (door de opzegtermijn) maar sinds 1 april 2022 officieel op 0 uren en nogmaals sinds 5 november 2021 op 0 uren door NTT data Business Solutions zelf en is overgenomen vanuit BBIT GmbH op basis van 2002 en 2004 gecombineerde) brutering zonder dat [eiser] als medewerker is opgevoerd, terwijl minimumloon verplicht is, en is niet ontbonden want [eiser] is niet langs het UWV geweest. NTT Data Business Solutions BV heeft doelbewust de informatie van bruteringen aan de Rechtspraak verzwegen en bij SAR kwam dit door hun gedigitaliseerde processen er niet uit. Sinds 2017 tot 1 januari 2021 loopt deze brutering ook op gecombineerd 2002 en 2004, maar op een omgedraaide situatie. Audax is kennelijk onder Vir Est Consulting BV houder van “freelance [eiser] ” 2002 geworden sinds 2017 en Vanaf 1 januari 2021 houder van Freelance [eiser] 2002 vanuit België via Vir Est Consulting België en Recruit Company GmbH is in 2017 afgeroomd door de Holding in Nederland en is op basis van 2004 verder gegaan. [eiser] heeft aanspraak op de Holding en op Vir Est Consulting BV en vermoedelijk ook de familie [gemachtigde] - [naam 3] door erfrecht.
18. Als de rolzitting niet met het kort geding gewisseld kan worden, dan verzoekt [eiser] om de verzoekschrift en dagvaardingsprocedure te verplaatsen naar een later tijdstip zodat [eiser] kans krijgt alsnog op een eerlijk proces met een legitieme advocaat.
19. [eiser] vraagt de Kantonrechter om (2B Financed BV)/ NTT te verplichten om hier fiscale uitleg aan te geven aan [eiser] en partner doordat zij contact opnemen met Audax als zij dit niet doen dan staat onrechtmatigheid sinds 2002 vast van alle betrokken partijen aangezien er door ernstige wanprestatie aan [eiser] puissant verdiend is sinds 2002.
20. [eiser] verzoekt de Kantonrechter om te overwegen om conservatoir beslag te leggen op 2B Financed/ Joral BV/ NTT Data Business Solutions Holding BV, indien de Kantonrechter ook van mening is dat zij op 9 maart 2010 niet gerechtigd waren om een Beheer BV met vastgoed die onder contract 2002 viel buiten de aandelenemissie, toe te eigenen, door een nieuw loonheffingsnummer, terwijl zij slechts bruteerders waren, welke onrechtmatig [eiser] als Freelancer/ werknemer hebben geëxploiteerd door brutering van nettoloon, tenzij het [eiser] toekomt omdat het in beheer voor hem is gehouden als pensioenvoorziening.
21. [eiser] verzoekt de Kantonrechter om 2B Financed BV/ NTT Data Business Solutions Holding te veroordelen om met Audax af te spreken aangaande een oplossing voor Vir Est Consulting BV en de twee aansprakelijkstellingen onder Audax Digitaal BV.
22. [eiser] verzoekt al het overige gevraagde in de andere verzoekschriften en dagvaardingen vanaf 23 september 2022 te her beoordelen, aangezien het inmiddels overduidelijk is dat de complete zaak verkeerd behandeld is omdat de verkeerde partij ontbinding heeft aangevraagd op 22 december 2021 (na alles tot 2018 naar de Holding te sluizen en de hoofdovereenkomst 2002 gewijzigd per 2004 als brutering in Duitsland al deze tijd heeft door gelopen, terwijl [eiser] dacht dat hij een arbeidsovereenkomst had, maar (vermoedelijk familie in hem geïnvesteerd heeft in Duitsland door de misleiding van de naamswijziging lijkt het of itelligence BV werkgever was en door de naamswijziging NTT.
23. Er is kennelijk zonder dat [eiser] dit weet een zitting geweest op 20 juli 2023 waarbij het in de uitspraak lijkt alsof hij is verschenen en NTT, maar de rest niet. [eiser] is niet geweest en heeft geen oproep gehad. (productie 8 alvast wel schriftelijk toegevoegd)Het verzoekschrift is wel degelijk geldig aangezien NTT Data business Solutions BV niet de werkgever blijkt te zijn maar een bruteerder. De arbeidsovereenkomst 2002 en gewijzigde bonusconstructie 2004 zit sinds september 2017 wederom in de holding door de onrechtmatige swap per januari 2015 en alle wijzigingen op de salarisstroken tussen 2013 en 2018 en loopt wel degelijk door sinds augustus 2022, maar dan onrechtmatig op 0 uren en zonder basisloon, maar wel met een vastgoedportefeuille op basis van intellectuele eigendom exploitatie door zaken die [eiser] heeft gebouwd en waar onrechtmatig aan verdiend is via BBIT GmbH en wordt via de Recruitcompany GmbH en nu Vir Est Consulting BV in België ondersteund. SAR en mr. Hendriks hebben tot 2 x toe de Rechtspraak niet correct geïnformeerd waardoor er een grote juridische puinhoop is ontstaan, waar [eiser] slachtoffer van is geworden en diverse partijen onrechtmatig verdiend hebben. De Rechtspraak ontbindt aldus door verkeerde behandeling door Hendriks en SAR voor de tweede keer kennelijk een nieuw gecreëerde brutering op basis van 2004 door een onrechtmatige partij aangevraagd: NTT Data business Solutions BV. Dit juridische bedrogtraject van advocatuur van mr. Hendriks en SAR heeft [eiser] ’s leven en dat van zijn partner letterlijk verwoest. [eiser] verzoekt om herstel arbeidsovereenkomst 2002 en brutering in de Holding en om uitkering van de verdiensten die aan zijn overeenkomst vast hangen. De gehele holding is kennelijk nu 100% van 2B Financed BV?, dus [eiser] heeft aanspraak op 90% op basis van arbeidsovereenkomst 2002 en brutering 2004.
24. Bij niet verschijnen der partijen, verzoekt [eiser] om verstek veroordeling.
25. [eiser] verzoekt om mondelinge uitspraak door de Rechtbank en direct mee krijgen van die uitspraak op papier.
26. Alsmede gedaagden te veroordelen in de kosten van dit geding.
Zoals opgenomen op pagina 9 en verder van productie 15 (bijlage bij de dagvaarding van 31 augustus 2023):

1.Het verzoek om vast te stellen dat 2B Financed BV werkgever is geweest van 2010- 2015“als margehouder van 10% marge die zij geïncasseerd hebben tussen februari 2007 en 22 juli 2014 geparkeerd op 2,6 miljoen, met het tientje marge wat voor gespiegeld is. Welk bedrijf Joral BV sinds 30-12-2022 als aandeelhouder heeft, aangezien zij opgehouden zijn te ontstaan. Er is een aansprakelijkstelling reeds geweest.
2. NTT data Business Solutions NL te veroordelen om de onrechtmatige gelden welke in vastgoed kennelijk geïnvesteerd zijn via Duitsland in de BBIT GmbH BV, die zij in de Nederlandse BV hebben gezet sinds juni 2010 door de BBIT Beheer BV in de 2B interactive BV te zetten aan [eiser] uit te keren, aangezien 2002 helemaal niet beëindigd is, maar al deze jaren voortgezet isomdat de werkgever in Duitsland zat, zonder [eiser] medeweten.
3. [eiser] is van mening dat er een onderzoek moet komen naar de legitimiteit van stukken die NTT hanteert, wat het is duidelijk te zien dat veel stukken niet kloppen. De omgekeerde bewijslast geldt ook bij vermeende vervalsingen.
4.[eiser] is ook van mening dat de overeenkomst van 2002 op 0 uren doorloopt en een vastgoedportefeuille bevat deels in de Holding en deels in de business solutions BVwaarvan een groot deel hem toekomt wegens onrechtmatige toe-eigening als hij hier helemaal niets van zou krijgen en vraagt de kantonrechter om NTT te verplichten om op zeer korte termijn hier een oplossing voor te geven met berekeningen en fiscale hulp. Zaken vanaf 2010 met Audax digitaal BV dienen gescheiden te worden. Het kan en mag niet zo zijn dat NTT met 3 maandsalarissen met dit digitale ernstige bedrog op vele fronten wegkomt, terwijl [eiser] helemaal kapot gemaakt is door dit gebeuren en hij altijd in de waan is gelaten dat hij een arbeidsovereenkomst had.Hoe had hij immers een hypotheek kunnen krijgen?Je
vraagt je inmiddels af of zij die werkgeversverklaring dan ook vervalst hebben?
5. [eiser] vraagt de Kantonrechter om de beslagleggingen op de bankrekening te laten stoppen, aangezien hij niet in inkomen kan voorzien voordat deze kwestie geheel is afgewikkeld en hij zo helemaal omgetrokken wordt door een bedroglaptop, die hij niet wilde en moest nemen van SAR hun advocaat en digitale Remmen, en dubieuze beschikkingen en vonnissen aangezien ze ook niet gepubliceerd staan, die ook nog eens op dagwaarde al betaald is door hem aan NTT. Er zijn afpersers aan de slag en AVN is zeer dubieus aangezien dhr. [naam 4] [eiser] direct het pand uitstuurde en kennelijk de spullen niet eens wilde en ten tweede omdat mr. Hendriks wel degelijk familie lijkt te zijn van de Nijmeegse vastgoedsector aangezien hij kennelijk uit [plaats 2] komt. Deze familie heeft toevalligerwijze vastgoed belangen in [plaats 1] .
6. [eiser] vraagt om de boete van 5k en gelieerde deurwaarderskosten nietig te laten
verklaren vanwege bedrog door uitlokking en dwang van digitale NTT (vermoedelijk de verzekeraar) om die laptop te nemen aangezien hij die niet wilde en ook niet hoefde van dhr. [naam 5] en omdat dit bedrag buitensporig is voor een gebrekkig laptopen zij dit nu reeds voor de tweede keer doen in herinnering.[eiser] heeft de dagwaarde in januari 2023 meteen betaald van €270. De laptop is echter gebrekkig en geprepareerd
7. [eiser] vraagt om de advocaatkosten van 8k ook te schrappen aangezien mr. Hendriks helemaal niet 24 uur besteed heeft aan dat kort geding aangezien hij slechts opleest wat een ander, AI welke niet klopt vermoedelijk met de reactie op de ingediende stukken, voor hem schreef en de vraag is of hij de rechtsgeldige advocaat is van NTT Holding aangezien dit niet gecontroleerd is en hij niet leek te weten waar hij in de rechtszaal moest gaan zitten, terwijl hij zo goed lijkt te zijn in procesrecht.
8. [eiser] vraagt de rechtbank (via OM) om de beelden van de zitting op 5 juni 2023 rond 12.45 specifiek in Den Bosch te controleren op de vreemde “handshake” en ook andere aanwezige personenbij zaal nummer 7 op het bankje tegenover het grote wandtapijt en personen die rond half drie tegelijkertijd de zitting uitkwamen in de grote zaal, en dit met de vorige keer te vergelijken als die beeldmaterialen nog aanwezig zijn, aangezien zijn partner wederom ernstig lage saturatie kreeg.
9. [eiser] vraagt de Kantonrechter om bij collega rechters te controleren of zij dezelfde stukken krijgen en of zij daadwerkelijk die beschikkingen en vonnissen rechtskracht hebben gegeven en of er zaken lopen waarbij mensen zich wellicht voordoen als [eiser] en zijn partner en als advocaten mr. Hendriks en mr. Caris. Ook vraagt [eiser] zich af of de Rechtspraak kan controleren of die beschikkingen over de moeder van de partner wel echt door een zitting tot stand zijn gekomen en of de software legitiem was aangezien er letterlijk in Coronatijd lx een vreemde facetimesessie, want dit is ook uiterst vreemd digitaal gegaan en wij vermoeden dat dit ook al eerder heeft plaats gevonden rond 2009. Er gebeuren enorm veel digitale zaken bij ons op herhaling om een of andere reden, die je pas herkent als ze gebeurd zijn omdat ze zorgvuldig gewist worden.
10. [eiser] verzoekt om een verklaring voor recht over de advocaatkosten van [naam 1] van 26k aangezien deze vermoedelijk ook door SAR gefabriceerd zijn, maar dan de vorige keer door [naam 6] als verzoekschrift waarschijnlijk. Wij herkennen ook zaken. Het vreemde is dat [naam 6] een expert is op belastingrecht e.d. je verwacht dat zij dan weten dat dit een fiscale constructie is, die in Duisland liep? [naam 7] vindt dat de digitale NTT misbruik heeft gemaakt van procesrecht door nooit een normaal gesprek aan te willen gaan en dat zij deRechtspraak doelbewust misleid hebben door te verzwijgen dat er een constructie in Duitsland is van BBIT GmbH en Vir Est Consulting BV en überhaupt nooit uitleg hebben gegeven aan al deze constructies en uiteraard [eiser] , die in de waan was dat hij een arbeidsovereenkomst had.De zaak is vorige keer kennelijk verkeerd behandeld door SAR/ [naam 1] omdat 2B Financed BV kennelijk losgekoppeld moest worden. Men hoeft niet te ontkennen dat dit nooit gebeurd is,elke dag worden wij aan de gevolgen herinnerd door ongekend veel zaken.
Zoals opgenomen op pagina 9 en verder van de incidentele conclusie tot voeging:
1. om het procesrecht op grond van precedentwerking in bijzondere omstandigheden niet van toepassing te verklaren;
2. NTT en NTT Holding bij verstek te veroordelen, daar er geen rechtsgeldige vertegenwoordiger is, om de fondsen in NTT en NTT Holding toe te kennen aan [eiser] en mr. Hendriks geen inhoudelijk verweer heeft gevoerd;
3. NTT en NTT Holding te veroordelen tot betaling van de verschillen in netto beloning, zoals begroot in het kort geding op € 1.828.382,00;
4. nakoming van alle overeenkomsten;
5. omkering van de bewijslast van de vervalste stukken.
2.2.
NTT en NTT Holding voeren verweer en concluderen tot niet-ontvankelijkheid van [eiser] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de werkelijke proceskosten, tot en met de zitting begroot op € 11.779,35 (inclusief btw), te betalen binnen twee weken na de datum van deze uitspraak.
2.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, ingegaan.

3.Hoe de kantonrechter oordeelt

Overwegingen vooraf
3.1.
De kantonrechter kenmerkt deze zaak als een bijzondere en ziet daarom aanleiding enkele overwegingen vooraf te maken. Uit de omvangrijke opsomming hiervoor van 41 vorderingen en verzoeken blijkt dat [eiser] deze procedure voert zonder gedegen rechtskundige bijstand. Ter zitting heeft de kantonrechter getracht duidelijkheid te krijgen over de vorderingen en daarmee de te beslissen geschilpunten, maar dat is slechts ten dele gelukt. Op de vraag of met de hiervoor gegeven opsomming een compleet overzicht was gegeven van de geschilpunten, antwoordde [eiser] ontkennend. Daarbij verwees hij naar uitgebreide producties die hij nog wilde en zou indienen waarin nieuwe vorderingen, verzoeken et cetera zouden zijn opgenomen. Om redenen van de goede procesorde heeft de kantonrechter beslist dat het geding zich moet beperken tot de hierboven gegeven opsomming. Temeer omdat NTT en NTT Holding geen kans zagen op nieuwe verzoeken en vorderingen te reageren. De kantonrechter heeft desalniettemin moeten constateren dat [eiser] na de zitting toch nog meerdere (zeer) omvangrijke producties heeft ingediend. Deze producties zijn niet bij de beoordeling betrokken, maar [eiser] bevestigt hiermee dat hij sterk volhard in zijn betoog en zijn overtuigingen.
3.2.
Een tweede opmerking die hier gemaakt moet worden is dat het betoog van [eiser] voor zowel de kantonrechter – zo heeft de kantonrechter moeten constateren – als voor (de gemachtigde van) NTT en NTT Holding moeilijk te volgen is. Er wordt een grote hoeveelheid feiten en omstandigheden benoemd die met elkaar in verband worden gebracht op een wijze die voor de kantonrechter, NTT en NTT Holding en hun gemachtigde niet op logische wijze in verband met elkaar kunnen worden gebracht. De dialoog op de zitting tussen rechter en partijen is hierdoor ernstig bemoeilijkt, met name met [eiser] en diens gemachtigde, zijn partner. Het betoog van [eiser] wordt nog gecompliceerder doordat [eiser] en zijn partner de overtuiging hebben dat de verbinding tussen door hem gestelde feiten en omstandigheden gelegen is in het handelen van personen en instanties die hun ware bedoeling daarmee trachten te verhullen. [eiser] doorziet echter die bedoeling en wenst die aan de kaak te stellen maar kan dit niet zelf en roept de hulp in van (onder andere) de kantonrechter in deze procedure. De kantonrechter ziet daarin een zekere mate van complotdenken: verschillende samenwerkende politiek-, maatschappelijk- of financieel sterke personen en instanties hebben als verborgen agenda het ten gronde richten van [eiser] en zijn partner, maar trachten dat te verhullen of minst genomen te ontkennen. Ook ziet [eiser] verband tussen de gestelde feiten en omstandigheden op grond van meer metafysische argumenten. Zo ziet [eiser] dat bepaalde gebeurtenissen ‘datagedreven’ zijn. Dat wil zeggen dat overeenkomsten in kalenderdata van de ene gebeurtenis de andere gebeurtenis verklaart, zo begrijpt de kantonrechter. Ook is een mate van achterdocht bij [eiser] waar te nemen. Als voorbeeld daarvoor dient het – stellige – vermoeden dat de gemachtigde van NTT en NTT Holding opzettelijk de partner van [eiser] ziek heeft gemaakt (verminderde saturatie), door haar – bij gelegenheid van een eerdere zitting – een koude handdruk te geven (op een dag die juist warm was). Ook ziet [eiser] in het feit dat de gemachtigde van NTT en NTT Holding op korte afstand van de zus van zijn partner woont, een verklaring voor gebeurtenissen in de familie.
3.3.
Ten slotte merkt de kantonrechter op dat hij niet blind is voor de situatie waarin [eiser] en zijn partner zijn komen te verkeren. Gebrek aan inkomsten – [eiser] wenst geen uitkering aan te vragen noch een andere baan te aanvaarden – voert [eiser] en zijn partner naar de rand van de afgrond. [eiser] kan de woonlasten niet meer opbrengen en dreigt zijn woning te verliezen. [eiser] heeft dat duidelijk gemaakt op de zitting van 4 maart 2024. De kantonrechter betreurt dat in hoge mate, mede gezien het feit dat [eiser] in het verleden zondermeer een goede baan als ICT-specialist had en daaruit een zeer verdienstelijk inkomen verwierf. Dat neemt niet weg dat de kantonrechter deze situatie niet kan wijzigingen, anders dan op de vorderingen en verzoeken die [eiser] in deze procedure heeft ingesteld, als hierna te beslissen.
Omvang procesdossier
3.4.
De griffier heeft daags voor de zitting aan partijen gemaild welke stukken zich in het procesdossier bevinden. Die stukken zijn opgenomen in de hiervoor onder rechtsoverweging 1.2. gegeven opsomming. Dit betreft ook productie 24 van [eiser] . De kantonrechter ziet geen aanleiding om alsnog te beslissen dat die productie niet tot het procesdossier in deze zaak behoort zoals door NTT en NTT Holding is verzocht.
Vermeerdering vorderingen en verzoeken
3.5.
[eiser] heeft zijn bij dagvaarding ingestelde vorderingen en verzoeken willen vermeerderen met de vorderingen en verzoeken zoals opgenomen op pagina 9 en verder van productie 15 (bijlage bij de dagvaarding van 31 augustus 2023) en op pagina 9 en verder van de incidentele conclusie tot voeging en ook met vorderingen en verzoeken die zouden zijn opgenomen in uitgebreide producties die hij op de zitting nog wilde indienen. NTT en NTT Holding hebben daartegen bezwaar gemaakt.
3.6.
Op grond van artikel 130 lid 1 Rv is, zolang de rechter nog geen eindvonnis heeft gewezen, de eiser bevoegd zijn eis te vermeerderen. De rechter kan de eisvermeerdering buiten beschouwing laten wegens strijd met de eisen van een goede procesorde. Dat is voor wat betreft de vorderingen en verzoeken zoals opgenomen in productie 15 (bijlage bij de dagvaarding van 31 augustus 2023) en de incidentele conclusie tot voeging niet het geval. NTT en NTT Holding hebben de gelegenheid gehad om daarop te reageren. In zoverre zal de eisvermeerdering daarom worden toegestaan. In rechtsoverweging 3.1. is al geoordeeld dat dit anders is voor nieuwe vorderingen en verzoeken die in nog te overleggen producties zouden staan.
Eerdere procedures
3.7.
De kantonrechter stelt vast dat er voorafgaand aan deze procedure tussen partijen meerdere gerechtelijke (bodem)procedures zijn gevoerd die hebben geleid tot een uitspraak. Het gaat om:
- de beschikking van 25 maart 2022 van de kantonrechter in Tilburg [1] , waarbij de arbeidsovereenkomst tussen [eiser] en NTT is ontbonden;
- de beschikking van 10 november 2022 van het gerechtshof in ‘s-Hertogenbosch [2] , waarbij in appel op de beschikking van de kantonrechter van 25 maart 2022 is beslist;
- het vonnis in kort geding van 28 december 2022 van de kantonrechter in
’s-Hertogenbosch [3] , waarbij de (geld)vorderingen van [eiser] tegen NTT en NTT Holding zijn afgewezen;
- de beschikking van 28 december 2022 van de kantonrechter in
’s-Hertogenbosch [4] , waarbij alle (geld)vorderingen van [eiser] tegen NTT en NTT Holding zijn afgewezen en [eiser] is veroordeeld tot teruggave van voorwerpen aan NTT en NTT Holding onder verbeurte van een dwangsom;
- het vonnis in kort geding van 20 juni 2023 van de kantonrechter in
’s-Hertogenbosch [5] , waarbij alle (geld)vorderingen van [eiser] tegen NTT en NTT Holding zijn afgewezen;
- het vonnis in kort geding van 31 oktober 2023 van de kantonrechter in Tilburg [6] , waarbij alle (geld)vorderingen van [eiser] tegen NTT zijn afgewezen.
3.8.
Vast staat dat er geen (gewone) rechtsmiddelen meer lopen tegen één of meer van deze uitspraken. Deze zijn daarom in kracht van gewijsde gegaan. Als gevolg daarvan hebben de in de beschikkingen van het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch van 10 november 2022 en van de kantonrechter in ’s-Hertogenbosch van 28 december 2022 genomen beslissingen op grond van artikel 236 Rv gezag van gewijsde en zijn deze bindend tussen partijen. Dit betekent dat de beslissingen in die beschikkingen ook in deze procedure als vaststaand moeten worden beschouwd.
De vorderingen
Verstekveroordeling en mondeling uitspraak
3.9.
[eiser] heeft de kantonrechter (bij herhaling) gevraagd om mondeling uitspraak te doen en partijen bij verstek te veroordelen.
3.10.
Dit betreffen geen juridisch afdwingbare rechten (rechtsvorderingen). Bovendien zijn NTT en NTT Holding wel in de procedure verschenen zodat geen sprake kan zijn van een verstekvonnis.
3.11.
De ‘vorderingen en verzoeken’ onder 12, 13, 24 en 25 van de op 31 augustus 2023 betekende dagvaarding en onder 2 van de incidentele conclusie tot voeging zijn daarom niet toewijsbaar. Dit geldt ook voor het gevraagde onder 18 van de op 31 augustus 2023 betekende dagvaarding.
Buiten toepassing verklaren van procesrecht en verjaringstermijnen
3.12.
De kantonrechter zal zich moeten houden aan het geldende (proces)recht. Voor de vordering om het procesrecht op grond van precedentwerking in bijzondere omstandigheden niet van toepassing te verklaren bestaat dan ook geen grond. Datzelfde geldt voor de vordering om vast te stellen dat de verjaringstermijnen hier niet gelden.
3.13.
De vorderingen onder 15 van de op 31 augustus 2023 betekende dagvaarding en 1 van de incidentele conclusie tot voeging worden dus afgewezen.
Omkering bewijslast
3.14.
[eiser] wil dat er een onderzoek komt naar de legitimiteit van de stukken van NTT en NTT Holding en vordert omkering van de bewijslast van vervalste stukken.
3.15.
Voor die vordering bestaat geen rechtsgrond omdat een eventuele omkering van de bewijslast samenhangt met de beoordeling van andere, specifieke vorderingen in deze zaak. Voor een onderzoek zoals gevraagd ziet de kantonrechter geen aanleiding.
3.16.
De vorderingen/verzoeken onder 3 in productie 15 (bijlage bij de dagvaarding van 31 augustus 2023) en 5 van de incidentele conclusie tot voeging worden dus afgewezen.
Controle bij collega rechters en de Rechtspraak
3.17.
[eiser] vraagt de kantonrechter (onder 9 van productie 15 (bijlage bij de dagvaarding van 31 augustus 2023)) om bij collega rechters te controleren of zij dezelfde stukken krijgen en of zij daadwerkelijk die uitspraken rechtskracht hebben gegeven en of er zaken lopen waarbij mensen zich wellicht voordoen als [eiser] en zijn partner en als advocaten mr. Hendriks en mr. Caris. Ook vraagt hij zich af of de Rechtspraak kan controleren of de beschikkingen over de moeder van zijn partner wel echt door een zitting tot stand zijn gekomen en of de software legitiem was.
3.18.
Eerder in dit vonnis is al overwogen dat bij [eiser] een zekere mate van achterdocht is waar te nemen. Als voorbeeld daarvoor dient ook het hiervoor verzochte. Voor toewijzing daarvan ontbreekt echter een juridische grondslag zodat dit zal worden afgewezen.
Vordering tegen [naam 1]
3.19.
De kantonrechter stelt vast dat vordering 9 van de op 31 augustus 2023 betekende dagvaarding is ingesteld tegen [naam 1] . [naam 1] is in deze procedure geen gedaagde partij. De kantonrechter kan dan ook geen veroordeling tegen haar uitspreken. Ook deze vordering is daarom niet toewijsbaar.
Bestaan arbeidsovereenkomst, toe-eigening onrechtmatige gelden
3.20.
Een groot deel van de vorderingen en verzoeken van [eiser] is, zo begrijpt de kantonrechter, gegrond op de stelling dat de arbeidsovereenkomst uit 2002, met een gewijzigde salarisconstructie in 2004, nog bestaat.
3.21.
Gelet op wat hiervoor in de rechtsoverwegingen 3.7. en 3.8. is overwogen, moet er in deze procedure in beginsel vanuit worden gegaan dat [eiser] op 1 november 2002 in dienst is getreden bij een rechtsvoorgangster van NTT, dat die arbeidsovereenkomst is vervangen door de tussen [eiser] en de rechtsvoorgangster van NTT gesloten arbeidsovereenkomst uit 2004, dat die overeenkomst is ontbonden per 1 augustus 2022 en dat de arbeidsovereenkomst uit 2002 nadien niet is gaan herleven.
3.22.
[eiser] stelt dat er sprake is van misleiding en bedrog van NTT en NTT Holding en andere aan haar gelieerde derden. Hij voert daartoe samengevat aan dat zij de werkelijke constructie – de arbeidsovereenkomst van [eiser] zou op enig moment zijn ondergebracht in een Duitse GmbH – hebben verzwegen om gelden die toekomen aan [eiser] te kunnen toe-eigenen en te investeren in vastgoed. De behandelend rechters en raadsheren zijn daardoor (in de eerdere procedures) van onjuiste feiten uitgegaan. De kantonrechter begrijpt deze stelling aldus dat [eiser] zich beroept op herroeping van in kracht van gewijsde gegane uitspraken (artikel 382 sub a Rv).
3.23.
De kantonrechter stelt vast dat dit beroep in de kort geding procedures die hebben geleid tot de vonnissen van 20 juni 2023 en 31 oktober 2023 ook is gevoerd. De kantonrechter sluit zich aan bij wat in die vonnissen in de rechtsoverwegingen 5.4. t/m 5.7. (vonnis van 20 juni 2023) respectievelijk rechtsoverweging 3.14. (vonnis van 31 oktober 2023) is overwogen. Het beroep op herroeping kan [eiser] dus niet baten.
3.24.
Het voorgaande betekent dat de vorderingen en verzoeken onder 2, 10, 14, 16, 17, 19 en 23 van de op 31 augustus 2023 betekende dagvaarding, onder 1, 2 en 4 in productie 15 (bijlage bij de dagvaarding van 31 augustus 2023), alsmede onder 3 van de incidentele conclusie tot voeging worden afgewezen.
3.25.
[eiser] vordert onder 10 van de op 31 augustus 2023 betekende dagvaarding tevens inzage in de aandeelhoudersregisters van NTT Holding (en enkele niet in deze procedure betrokken derden) en betaling van 90% van de waarde van de aandelen van NTT Holding. Met betrekking tot die (deel)vorderingen overweegt de kantonrechter dat daarvoor geen rechtsgrond bestaat.
Herbeoordeling van al het eerder gevraagde
3.26.
[eiser] verzoekt onder 22 van de op 31 augustus 2023 betekende dagvaarding om al het overige gevraagde in de andere verzoekschriften en dagvaardingen vanaf 23 september 2022 te herbeoordelen omdat de zaak compleet verkeerd is behandeld.
3.27.
Dit verzoek moet worden afgewezen nu de eerdere beslissingen in kracht van gewijsde zijn gegaan en het beroep op herroeping niet slaagt. Deze procedure kan niet dienen als een hoger beroep van de eerdere procedures.
Laptop (boetes en deurwaarderskosten)
3.28.
[eiser] vraagt de kantonrechter een voorziening te treffen voor de laptopkwestie en om de boete van € 5.000,00 en gelieerde deurwaarderskosten nietig te verklaren.
3.29.
Vaststaat dat [eiser] bij beschikking van 28 december 2022 van de kantonrechter in ’s-Hertogenbosch is veroordeeld om, binnen 14 dagen na de datum van die beschikking, onder meer een laptop in te leveren, op straffe van een dwangsom van € 100,00 voor iedere dag dat hij daarmee in gebreke blijft, met een maximum van € 5.000,00. Die veroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Vast staat ook dat [eiser] de laptop nog altijd niet heeft ingeleverd. Omdat de dwangsommen voortvloeien uit een in kracht van gewijsde gegane uitspraak waren NTT en NTT Holding gerechtigd om de uitspraak te executeren. Het beroep op herroeping kan zoals eerder gezegd niet slagen. Dit betekent dat de vorderingen onder 5 van de op 31 augustus 2023 betekende dagvaarding en onder 6 van productie 15 (bijlage bij de dagvaarding van 31 augustus 2023) worden afgewezen.
Beslagen
3.30.
[eiser] vraagt een voorziening te treffen voor het beslag en de beslagleggingen op de bankrekening te laten stoppen.
3.31.
Vooropgesteld zij dat de kantonrechter begrijpt dat het voor [eiser] en zijn partner uitermate vervelend is dat er ten laste van hen beslagen zijn gelegd. In het geval de tenuitvoerlegging betrekking heeft op uitspraken waartegen geen rechtsmiddel (meer) openstaat – zoals hier – is er slechts grond voor schorsing indien – kort gezegd – sprake is van misbruik van bevoegdheid (artikel 3:13 BW) [7] . Niet gesteld of gebleken is dat daarvan hier sprake is. De vorderingen onder 6 (voor het gedeelte dat ziet op het beslag) van de op 31 augustus 2023 betekende dagvaarding en onder 5 van productie 15 (bijlage bij de dagvaarding van 31 augustus 2023) worden daarom afgewezen.
3.32.
Het verzoek om te overwegen om conservatoir beslag te leggen op 2B Financed/ Joral BV/ NTT Holding is evenmin toewijsbaar omdat een juridische grondslag daarvoor ontbreekt. Bovendien geldt voor wat betreft 2B Financed en Joral BV dat zij niet in rechte zijn betrokken. Ook vordering 20 van de op 31 augustus 2023 betekende dagvaarding wordt dus afgewezen.
Handdruk
3.33.
Volgens [eiser] heeft de gemachtigde van NTT en NTT Holding opzettelijk de partner van [eiser] ziek heeft gemaakt (verminderde saturatie), door haar – bij gelegenheid van een eerdere zitting – een koude handdruk te geven (op een dag die juist warm was). Onder 8 van productie 15 (bijlage bij de dagvaarding van 31 augustus 2023) verzoekt hij de kantonrechter om camerabeelden te bekijken. Wegens een gebrek aan een juridische grondslag wordt dit verzoek afgewezen.
Verplichten tot een oplossing
3.34.
Onder 8 van de op 31 augustus 2023 betekende dagvaarding verzoekt [eiser] om NTT en NTT Holding te sommeren tot een oplossing. Verder verzoekt [eiser] onder 21 van die dagvaarding om 2B Financed BV/ NTT Data Business Solutions Holding te veroordelen om met Audax af te spreken aangaande een oplossing voor Vir Est Consulting BV en de twee aansprakelijkstellingen onder Audax Digitaal BV.
3.35.
De kantonrechter begrijpt dat [eiser] een oplossing wenst. Niet duidelijk is welke oplossing hem precies voor ogen staat. Los daarvan geldt dat de kantonrechter partijen niet kan dwingen om een oplossing te bereiken. Bovendien geldt voor wat betreft 2B Financed BV dat zij niet in rechte is betrokken. Dit betekent dat ook deze vorderingen/verzoeken worden afgewezen.
Nakoming van alle overeenkomsten
3.36.
De vordering tot nakoming van alle overeenkomsten (vordering 4 van de incidentele conclusie tot voeging) wordt afgewezen omdat deze onvoldoende is bepaald.
Treffen van andere voorzieningen
3.37.
[eiser] verzoekt onder 11 van de op 31 augustus 2023 betekende dagvaarding – kort gezegd – om andere voorlopige voorzieningen te treffen die de kantonrechter noodzakelijk acht.
3.38.
Dit verzoek is onvoldoende bepaald zodat dit alleen al daarom wordt afgewezen.
Advocaat-/proceskosten
3.39.
[eiser] vordert NTT en NTT Holding te veroordelen tot (terug)betaling van de door hem gemaakte advocaat- en proceskosten in verband met eerdere procedures en een verklaring voor recht over de advocaatkosten van [naam 1] . Ook vordert [eiser] veroordeling van NTT en NTT Holding in de kosten van deze procedure.
3.40.
Hiervoor is reeds vastgesteld dat alle eerdere uitspraken tussen partijen in kracht van gewijsde zijn gegaan. Ook is eerder al overwogen dat het beroep op herroeping niet slaagt. Op grond waarvan NTT en NTT Holding gehouden zouden zijn tot (terug)betaling van eerder door [eiser] gemaakte proceskosten valt daarom niet in te zien. Voor toewijzing van bedoelde verklaring voor recht bestaat gelet op wat in dit vonnis is overwogen evenmin grond.
3.41.
Het voorgaande betekent dat al de hiervoor genoemde door [eiser] ingestelde vorderingen of verzoeken moeten worden afgewezen.
3.42.
[eiser] wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van deze procedure. NTT en NTT Holding vorderen betaling van de werkelijke proceskosten omdat zij vinden dat hier sprake is van misbruik van (proces)recht.
3.43.
De kantonrechter overweegt dat een vordering tot volledige vergoeding van de proceskosten alleen toewijsbaar is in geval van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. Daarvan is pas sprake als het instellen van de vordering, gelet op de evidente ongegrondheid ervan, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij achterwege had behoren te blijven. Hiervan kan eerst sprake zijn als de gedaagde zijn verweer baseert op feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen of op stellingen waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden. Bij het aannemen van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen door het aanspannen van een procedure past terughoudendheid, gelet op het recht op toegang tot de rechter dat mede gewaarborgd wordt door artikel 6 EVRM [8] .
3.44.
Naar het oordeel van de kantonrechter is in deze zaak sprake van misbruik van procesrecht omdat het gros van de stellingen van [eiser] al in meerdere procedures is behandeld, waarin hij steeds bij in kracht van gewijsde gegane beslissingen, in het ongelijk is gesteld. [eiser] had daarom moeten begrijpen dat zijn stellingen ook in deze procedure geen kans van slagen hebben. Door dit te negeren en een nieuwe procedure te starten voorzien van een zeer grote hoeveelheid tekst, producties en vorderingen en verzoeken, heeft hij NTT en NTT Holding in een procesrechtelijke positie gebracht opnieuw verweer te voeren waarvoor zij kosten heeft moeten maken voor rechtskundige bijstand van een advocaat. Een veroordeling in de werkelijke proceskosten is daarom toewijsbaar. De in deze procedure nieuw ingenomen stellingen (voor zover al begrijpelijk) maken het voorgaande niet anders.
3.45.
NTT en NTT Holding hebben de werkelijke proceskosten begroot op € 11.779,35 (inclusief btw). [eiser] heeft verweer gevoerd tegen het aantal uren die mr. Hendriks aan deze zaak zou hebben besteed. Volgens [eiser] zijn de stukken gegeneerd door kunstmatige intelligentie en heeft de advocaat van NTT en NTT Holding dit slechts voorgelezen. De kantonrechter volgt [eiser] hierin niet en acht het opgegeven urenaantal en het uurtarief ook niet onredelijk. Het gevorderde bedrag is dan ook toewijsbaar.
3.46.
Het voorgaande betekent dat de vorderingen en verzoeken onder 1, 3, 4, 6 (voor het gedeelte dat ziet op de advocaatkosten), 7 en 26 van de op 31 augustus 2023 betekende dagvaarding alsmede het gevraagde onder 7 en 10 in productie 15 (bijlage bij de dagvaarding van 31 augustus 2023) worden afgewezen.
Tot slot
3.47.
Wat partijen verder nog naar voren hebben gebracht, hoeft niet nader te worden besproken, omdat dit in het licht van wat in dit vonnis is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kan leiden.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af;
4.2.
veroordeelt [eiser] in de kosten van deze procedure, aan de kant van NTT en NTT Holding tot vandaag vastgesteld op € 11.779,35 (inclusief btw), te betalen binnen twee weken na de datum van dit vonnis;
4.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen en in het openbaar uitgesproken op 17 april 2024.

Voetnoten

1.Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zaaknummer: 9598858 AZ VERZ 21-102.
2.Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, zaaknummer: 200.312.357/01.
3.Rechtbank Oost-Brabant, zaaknummer: 10116376 CV EXPL 22-4286.
4.Rechtbank Oost-Brabant, zaaknummer: 10124484 EJ VERZ 22-451.
5.Rechtbank Oost-Brabant, zaaknummer: 10430392 CV EXPL 23-1446.
6.Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zaaknummer: 10656986 VV EXPL 23-64.
7.Hoge Raad 20 december 2019, ECLI:NL:HR2019:2026, r.o. 5.7.1.
8.Hoge Raad 6 april 2012, ECLI:NL:2012:BV7828 en Hoge Raad 15 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2360.