ECLI:NL:RBZWB:2024:2539

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 april 2024
Publicatiedatum
18 april 2024
Zaaknummer
10950725 VV EXPL 24-12 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • mr. Van Dam
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot toegang voor onderhoud aan cv-installatie in huurwoning

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 april 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Beveland Wonen en een gedaagde partij die niet is verschenen. Beveland Wonen vorderde een machtiging om toegang te krijgen tot de huurwoning van de gedaagde voor het uitvoeren van onderhoud aan de cv-installatie. De gedaagde had herhaaldelijk geweigerd toegang te verlenen, ondanks verzoeken van Beveland Wonen en het onderhoudsbedrijf. De rechtbank oordeelde dat Beveland Wonen spoedeisend belang had bij de vordering, aangezien periodiek onderhoud aan de cv-installatie noodzakelijk is en de gedaagde als huurder verplicht is om toegang te verlenen. De rechtbank heeft de vordering tot het uitvoeren van onderhouds- en reparatiewerkzaamheden toegewezen, maar de vordering om de ontruiming met behulp van de sterke arm uit te voeren, werd afgewezen. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 943,97. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en de gedaagde moet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de veroordelingen voldoen.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Middelburg
Zaaknummer: 10950725 \ VV EXPL 24-12
Vonnis in kort geding van 16 april 2024
in de zaak van
STICHTING BEVELAND WONEN,
gevestigd te Goes,
eisende partij,
hierna te noemen: Beveland Wonen,
gemachtigde: AGIN Timmermans,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 4 maart 2024 met producties 1 t/m 3,
- de mondelinge behandeling van 2 april 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] huurt van Beveland Wonen de woning aan [adres]. In de woning bevindt zich een cv-installatie.
2.2.
Beveland Wonen en het onderhoudsbedrijf hebben [gedaagde] herhaaldelijk verzocht om toegang te verlenen tot de woning om periodiek onderhoud aan de cv-installatie te kunnen verrichten. [gedaagde] heeft op de verzoeken niet gereageerd.

3.Het geschil

3.1.
Beveland Wonen vordert – samengevat – bij vonnis, uitvoerbaar bij vonnis, een machtiging tot het verrichten van onderhouds- en/of reparatiewerkzaamheden aan de cv-installatie die zich in de woning van [gedaagde] bevindt, met veroordeling van [gedaagde] om de uitvoering van die werkzaamheden te gehengen en te gedogen, [gedaagde] te veroordelen om op eerste verzoek zijn medewerking te verlenen aan die werkzaamheden en als [gedaagde] geen medewerking zou verlenen, [gedaagde] te veroordelen tot ontruiming van de ruimten in de woning die nodig zijn voor de uitvoering en duur van de werkzaamheden, met machtiging van Beveland Wonen om de gedeeltelijke en tijdelijke ontruiming te doen uitvoeren door tussenkomst van een gerechtsdeurwaarder en met behulp van de sterke arm en met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
Beveland Wonen legt het volgende aan haar vorderingen ten grondslag. Een cv-installatie heeft periodiek onderhoud nodig. Dit onderhoud is aan te merken als dringende werkzaamheden in de zin van artikel 7:220 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Zowel Beveland Wonen als [gedaagde] heeft belang bij een goed functionerende cv-installatie. De hinder die [gedaagde] als gevolg van deze werkzaamheden ondervindt, weegt daar niet tegenop.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[gedaagde] is, hoewel behoorlijk gedagvaard, niet ter zitting verschenen en heeft niet om uitstel verzocht, zodat tegen [gedaagde] verstek is verleend.
4.2.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De rechter moet daarom eerst beoordelen of Beveland Wonen ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang heeft. Daarnaast geldt dat de rechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
4.3.
Uit de vordering volgt dat Beveland Wonen spoedeisend belang heeft bij haar vordering.
4.4.
Voor het plegen van periodiek onderhoud aan een cv-installatie is het noodzakelijk dat een huurder de verhuurder in de woning toelaat. Op grond van de wet is [gedaagde] als huurder ook daartoe verplicht. Het is dus aannemelijk dat de vorderingen van Beveland Wonen in een bodemprocedure zullen worden toegewezen. De kantonrechter zal de vorderingen daarom toewijzen, met uitzondering van het volgende. De gevorderde machtiging om de ontruiming zo nodig zelf te doen uitvoeren met behulp van de sterke arm van justitie zal worden afgewezen. Op grond van de artikelen 556 lid 1 en 557 jo. 444 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is de gerechtsdeurwaarder, zonder rechterlijke tussenkomst, bevoegd de hulp van de sterke arm van de politie in te roepen.
4.5.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten en de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing) betalen. De proceskosten van Beveland Wonen worden vastgesteld op:
- kosten van de dagvaarding
135,97
- griffierecht
130,00
- salaris gemachtigde (verstek)
543,00
- nakosten
135,00
+
Totaal
943,97

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
machtigt Beveland Wonen tot het (mogen) verrichten van onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de cv-installatie in de woning aan [adres],
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om voornoemde werkzaamheden te gehengen en te gedogen,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om op eerste verzoek zijn medewerking te verlenen aan voornoemde werkzaamheden, welke medewerking in elk geval zal bestaan uit het verschaffen van toegang tot de woning en alle ruimten van de woning welke daartoe betreden moeten worden, zo lang en zo vaak als nodig is in verband met de uitvoering van die werkzaamheden en het (tijdelijk) ontruimen van de ruimten die vrij moeten zijn om de werkzaamheden te kunnen uitvoeren,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] , indien hij niet voldoet aan de veroordeling onder 5.3, tot ontruiming van de door Beveland Wonen aan te wijzen gedeelten van de woning aan [adres] telkens tijdelijk – voor de duur van de werkzaamheden – te verlaten en te ontruimen en ontruimd te houden,
5.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 943,97, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van Dam en in het openbaar uitgesproken op 16 april 2024.