ECLI:NL:RBZWB:2024:2561
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Van Leuven
- Rechtspraak.nl
Beschikking over weekendverlof voor minderjarige in het kader van ondertoezichtstelling
Op 11 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De zaak werd behandeld in het kader van een geschillenregeling tussen de gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming Brabant, en de moeder van [minderjarige]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de advocaten van zowel [minderjarige] als de moeder aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van de GI.
De GI verzocht om toestemming voor weekendverlof voor [minderjarige] bij haar halfzus in [plaats 2]. De moeder had eerder haar toestemming ingetrokken, wat leidde tot onrust bij [minderjarige]. De kinderrechter overwoog dat het in het belang van [minderjarige] was om de weekendverlofmogelijkheden te heroverwegen, gezien de positieve effecten die dit op haar welzijn had. De kinderrechter concludeerde dat er geen mogelijkheid was voor een vergelijk tussen de betrokkenen op korte termijn, en dat er snel een beslissing moest worden genomen.
De kinderrechter verleende toestemming voor de weekendverlofmogelijkheden bij de halfzus van [minderjarige], met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is. Dit betekent dat de beslissing onmiddellijk uitgevoerd kan worden, ongeacht een eventueel hoger beroep. De kinderrechter benadrukte het belang van toezicht door de GI op het vervoer van [minderjarige] en de noodzaak om een passende oplossing voor haar toekomst te vinden.