Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- cliënt, bijgestaan door haar advocaat;
2.Het verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[cliënt], geboren op [geboortedag] 2005 te [geboorteplaats] ;
5 oktober 2024.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 5 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een opvolgende rechterlijke machtiging voor een cliënt, geboren in 2005, die momenteel verblijft in de accommodatie Amarant. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) had verzocht om een verlenging van de rechterlijke machtiging voor de duur van zes maanden, op basis van artikel 24 van de Wet zorg en dwang (Wzd). Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de cliënt, haar advocaat, een psycholoog en een senior begeleidster. De cliënt heeft aangegeven absoluut niet bij Amarant te willen blijven en heeft ernstige klachten geuit over haar situatie, waaronder beschuldigingen van mishandeling en ontvoering.
De psycholoog heeft echter verklaard dat de cliënt lijdt aan een licht verstandelijke beperking (LVB) in combinatie met schizofrenie en andere psychische stoornissen. Dit maakt het noodzakelijk dat de cliënt in een beschermde omgeving blijft, waar zij 24-uurs zorg en medicamenteuze behandeling kan ontvangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de huidige instelling de juiste zorg biedt en dat een overplaatsing naar een andere instelling niet in het belang van de cliënt zou zijn. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel dat de cliënt kan ondervinden te voorkomen. Daarom is de rechterlijke machtiging verleend voor de duur van zes maanden, tot 5 oktober 2024.
De beschikking is mondeling gegeven door mr. Gremmen en schriftelijk uitgewerkt op 19 april 2024. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.