In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst, die op 30 maart 2023 een belastingrente van € 35 in rekening had gebracht. De rechtbank behandelt de zaak op 20 maart 2024, waarbij belanghebbende en vertegenwoordigers van de inspecteur aanwezig zijn. De rechtbank concludeert dat de inspecteur het bezwaar van belanghebbende gegrond heeft verklaard en de belastingrente heeft verminderd naar nihil. Belanghebbende stelt dat de uitspraak op bezwaar onduidelijk is en dat hij het bedrag van € 35 niet heeft terugontvangen. De rechtbank oordeelt echter dat de uitspraak op bezwaar voldoende duidelijk is en dat belanghebbende geen recht heeft op terugbetaling van de belastingrente, omdat deze niet is betaald. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat belanghebbende het griffierecht niet terugkrijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.