Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- cliënt, bijgestaan door haar advocaat;
2.Het verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[cliënt] ,geboren op [geboortedag] 1964 te [geboorteplaats] ;
8 april 2026.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 8 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure naar aanleiding van een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een opvolgende rechterlijke machtiging voor de duur van twee jaren. Dit verzoek betreft een cliënt, geboren in 1964, die momenteel verblijft in een zorginstelling. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de cliënt, haar advocaat, een specialist ouderengeneeskunde en een mentor aanwezig waren.
De cliënt heeft tijdens de behandeling aangegeven niet te begrijpen waarom zij in de zorginstelling verblijft en heeft de wens geuit om naar huis te gaan. Haar advocaat heeft verzocht om het verzoek van het CIZ af te wijzen, waarbij de cliënt haar aandoening ontkent en aangeeft dat zij in staat is voor zichzelf te zorgen, mits er extra hulp in de thuissituatie wordt geboden. De specialist ouderengeneeskunde heeft echter verklaard dat de cliënt lijdt aan het syndroom van Korsakov, wat leidt tot ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt 24-uurs zorg en begeleiding nodig heeft, wat niet mogelijk is in haar thuissituatie. Gezien de ernst van de situatie, de noodzaak van opname en de afwezigheid van minder ingrijpende alternatieven, heeft de rechtbank besloten om de gevraagde machtiging te verlenen. De machtiging is geldig tot 8 april 2026. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Bethlehem en schriftelijk uitgewerkt door mr. Verplanke.