Op 12 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1978. De rechtbank heeft het verzoek van de officier van justitie om een zorgmachtiging te verlenen, toegewezen voor de duur van twaalf maanden. De rechtbank oordeelde dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek aan schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene heeft in het verleden te maken gehad met recidiverende psychoses en heeft aangegeven geen hulpverlening te willen accepteren. De rechtbank heeft vastgesteld dat er ernstig nadeel kan ontstaan, waaronder levensgevaar en maatschappelijke teloorgang, indien betrokkene geen medicatie blijft innemen. De rechtbank heeft de noodzaak van verplichte zorg onderbouwd met medische verklaringen en de bevindingen van de casemanager en GZ-psycholoog. De rechtbank heeft de vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles, maar heeft andere vormen van zorg, zoals opname in een accommodatie, niet toegestaan, omdat de kans groot is dat betrokkene uit de samenwerking gaat als deze maatregelen worden opgelegd. De rechtbank heeft de hoop uitgesproken dat met de toegewezen vormen van zorg betrokkene de samenwerking met hulp- en zorgverlening aangaat en grip krijgt op zijn levensproblemen.