Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het standpunt van de Raad
5.Het standpunt van de ouders en de GI
6.De beoordeling
7.De beslissing
's-Hertogenbosch
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 april 2024 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om deze ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden, omdat de ontwikkeling van de kinderen ernstig wordt bedreigd door de conflicten tussen de ouders. De ouders, die gescheiden zijn, hebben een problematische communicatie en uiten dreigende taal naar elkaar, wat de kinderen in een loyale positie plaatst. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om samen beslissingen te nemen en dat de kinderen hierdoor emotioneel worden belast. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 april 2024 zijn zowel de ouders als vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling (GI) gehoord. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat er een regievoerder nodig is om de communicatie tussen de ouders te verbeteren en hen te begeleiden in het opstellen van een ouderschapsplan. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling goedgekeurd en benadrukt dat de ouders moeten werken aan hun communicatie en samenwerking om de ontwikkeling van de kinderen te waarborgen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan er hoger beroep worden ingesteld.