ECLI:NL:RBZWB:2024:2617

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 april 2024
Publicatiedatum
22 april 2024
Zaaknummer
C/02/420279 / FA RK 24/1291
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Bethlehem
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie voor betrokkene met psychische stoornis

Op 22 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1978. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twee jaren, waarbij verschillende vormen van verplichte zorg werden voorgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, met ernstige gevolgen voor zijn gezondheid en veiligheid. Betrokkene heeft een referteverklaring ondertekend, waarin hij instemt met het verzoek en de voorgestelde zorg. De rechtbank oordeelt dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleent de zorgmachtiging voor de gevraagde duur van twee jaren, met de mogelijkheid tot opname in een accommodatie en andere noodzakelijke maatregelen. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. Verplanke, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/420279 / FA RK 24/1291
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 22 april 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1978 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. Ph. van Kampen te Goes.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 18 maart 2024, ingekomen ter griffie op 18 maart 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een maatschappelijk plan van 14 maart 2024;
- de medische verklaring van 13 maart 2024;
- een zorgkaart van 12 maart 2024;
- een zorgplan van 12 maart 2024;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 14 maart 2024;
- een verklaring niet voorkomen in het curatele- en bewindregister;
- een afschrift van de justitiële documentatie waarin betrokkene niet voorkomt.
1.2
Op 2 april 2024 heeft mr. Ph. van Kampen per e-mail de door betrokkene ondertekende referteverklaring bij de griffie van de rechtbank doen inkomen.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twee jaren en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Beoordeling

3.1
Uit de referteverklaring van betrokkene leidt de rechtbank af dat betrokkene het verzoekschrift heeft besproken met zijn advocaat en dat hij erkent dat aan de voorwaarden voor toewijzing van het verzoek met de daarin opgenomen vormen van verplichte zorg wordt voldaan. Betrokkene begrijpt dat hij zo lang als nodig ter afwending van ernstig nadeel opgenomen kan worden als dat dreigend ernstig nadeel niet op enige andere wijze voldoende af te wenden is en dat men bij tekenen van ontregeling direct tot gedwongen opname over kan gaan. Verder ziet betrokkene af van het recht te worden gehoord indien de bevindingen van de geneesheer-directeur en het verzoek worden gevolgd. Gelet op de inhoud van de stukken en de referteverklaring acht de rechtbank zich voldoende geïnformeerd om op het verzoek te beslissen.
3.2
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen) en schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Betrokkene is al langere tijd bekend met de diagnose, hetgeen door of namens betrokkene niet wordt betwist.
3.3
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel en ernstige verwaarlozing. Betrokkene heeft meerdere malen in het verleden - onder invloed van psychotische episodes - zeer ernstige en levensbedreigende verwondingen opgelopen. Betrokkene heeft deze psychotische episodes ervaren als traumatische periodes.
3.4
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
3.5
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat betrokkene uitdrukkelijk wenst om de zorgmachtiging voort te zetten. Het verplicht kader is voor betrokkene van groot belang om te kunnen functioneren en om mee te werken aan de behandeling. De ervaring leert dat betrokkene zich zal verzetten op het moment dat hij psychotisch decompenseert. Ook heeft er in februari 2024 een wijziging plaatsgevonden in het medicatiegebruik van betrokkene. Dit brengt een extra risico op ontregeling met zich mee waardoor er een reële kans bestaat dat zich levensgevaarlijke situaties voordoen. Om die reden is verplichte zorg nodig.
3.6
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Betrokkene stemt middels zijn referteverklaring in met de vormen van verplichte zorg. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie,
zo lang als nodig ter afwending van dreigend ernstig nadeel.
3.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
3.8
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
3.9
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twee jaren.
3.1
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

4.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene] ,geboren op [geboortedag] 1978 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 3.6 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
22 april 2026.
Deze beschikking is in het openbaar uitgesproken door mr. Bethlehem, rechter, in tegenwoordigheid van mr. Verplanke, griffier, op 22 april 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.