Op 19 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda uitspraak gedaan in een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. Het klaagschrift was ingediend door klager, die in beslag genomen goederen terugvorderde, waaronder vijftien brieven, een PC desktop, een printer, een ISD-geheugenkaart en onderdelen van een Samsung A70 telefoon. Tijdens de behandeling in raadkamer op 2 april 2024 waren de officier van justitie, mr. T.C.M. Hendriks, en klager aanwezig. Klager had aangegeven dat hij enkele onderdelen van de telefoon miste, ondanks dat de overige goederen waren teruggegeven. De officier van justitie stelde dat het klaagschrift niet-ontvankelijk verklaard moest worden, omdat er al tot teruggave was besloten. De rechtbank bevestigde dat het beslag op grond van artikel 94 Sv was geëindigd en verklaarde klager niet-ontvankelijk in zijn beklag. De rechtbank merkte op dat de officier van justitie had toegezegd om te proberen de ontbrekende onderdelen van de telefoon terug te geven aan klager. De beslissing werd genomen door rechter mr. J.C.A.M. Los, in tegenwoordigheid van griffier K. Verdult, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.