ECLI:NL:RBZWB:2024:2627

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 april 2024
Publicatiedatum
22 april 2024
Zaaknummer
RK 23-028757
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing op klaagschrift ex artikel 552a Sv inzake teruggave van in beslag genomen goederen

Op 19 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda uitspraak gedaan in een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. Het klaagschrift was ingediend door klager, die in beslag genomen goederen terugvorderde, waaronder vijftien brieven, een PC desktop, een printer, een ISD-geheugenkaart en onderdelen van een Samsung A70 telefoon. Tijdens de behandeling in raadkamer op 2 april 2024 waren de officier van justitie, mr. T.C.M. Hendriks, en klager aanwezig. Klager had aangegeven dat hij enkele onderdelen van de telefoon miste, ondanks dat de overige goederen waren teruggegeven. De officier van justitie stelde dat het klaagschrift niet-ontvankelijk verklaard moest worden, omdat er al tot teruggave was besloten. De rechtbank bevestigde dat het beslag op grond van artikel 94 Sv was geëindigd en verklaarde klager niet-ontvankelijk in zijn beklag. De rechtbank merkte op dat de officier van justitie had toegezegd om te proberen de ontbrekende onderdelen van de telefoon terug te geven aan klager. De beslissing werd genomen door rechter mr. J.C.A.M. Los, in tegenwoordigheid van griffier K. Verdult, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Locatie Breda
rk.nummer: 23-028757
Beslissing op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:
[klager]
geboren op [geboortedag] 1964 te [geboorteplaats]
wonende te [woonadres]
hierna te noemen: klager.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • het klaagschrift ingevolge artikel 552a Sv, ingediend op 20 november 2023 ter griffie van deze rechtbank;
  • het verweerschrift van de officier van justitie en
  • de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
Het klaagschrift is behandeld in raadkamer op 2 april 2024. Gehoord zijn de officier van justitie mr. T.C.M. Hendriks en klager.
Het klaagschrift strekt tot opheffing van het gelegde beslag met last tot teruggave aan klager. Onder klager zijn meerdere goederen in beslag genomen, te weten vijftien brieven, een PC desktop, een printer, een ISD-geheugenkaart en onderdelen van de mobiele telefoon van het merk Samsung type A70. In raadkamer heeft klager aangevuld dat hij de beslissing tot teruggave heeft ontvangen. Hij heeft het klaagschrift niet ingetrokken, omdat hij enkele onderdelen mist. De sd-kaart en de simkaart van de telefoon ontbraken bij de teruggave van de goederen.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat al is besloten tot teruggave van de in beslag genomen goederen. Om die reden stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat het klaagschrift niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De officier van justitie vindt het vervelend dat klager enkele onderdelen van de telefoon mist en zal via de afdeling beslag van het Openbaar Ministerie proberen te achterhalen waar deze goederen gebleven zijn.

2.De beoordeling

De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het klaagschrift.
Het klaagschrift is tijdig ingediend.
De rechtbank stelt vast dat het beslag gelegd op grond van artikel 94 Sv reeds is geëindigd omdat door de officier van justitie is besloten tot teruggave. De rechtbank zal klager niet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag. Ten overvloede merkt de rechtbank op dat de officier van justitie in raadkamer de toezegging heeft gedaan de nodige inspanningen te verrichten om de toebehoren van de telefoon terug te geven aan klager.

3.De beslissing

De rechtbank verklaart het klaagschrift niet-ontvankelijk
Deze beslissing is op 19 april 2024 genomen door mr. J.C.A.M. Los, rechter, in tegenwoordigheid van K. Verdult, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 april 2024.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen deze beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing en door de klager binnen veertien dagen na de betekening van deze beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).