Uitspraak
1.Het verloop van het geding
2.Het geschil
3.De beoordeling
€ 20,00+;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak vordert de Stichting Service Organisatie Directe Aansprakelijkstelling (SODA) van gedaagde een bedrag van € 300,58, vermeerderd met wettelijke rente, na een incident waarbij gedaagde op 22 juni 2022 brandstof heeft getankt zonder te betalen. Gedaagde erkent dat hij getankt heeft, maar stelt dat er sprake is van een misverstand en dat hij heeft geprobeerd te betalen, maar dat de betaling niet is verwerkt door een pinstoring. SODA heeft gedaagde meerdere keren aangeschreven om de vordering te voldoen, maar gedaagde heeft dit ontkend en stelt dat hij niet adequaat is behandeld door SODA. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde zijn verweer onvoldoende heeft onderbouwd en dat de vordering van SODA toewijsbaar is. De kantonrechter heeft gedaagde veroordeeld tot betaling van de hoofdsom, wettelijke rente en proceskosten. Het verzoek van gedaagde om een ander incident nietig te verklaren is afgewezen, omdat de kantonrechter daar niet bevoegd voor is. De proceskosten zijn begroot op € 355,84, en gedaagde moet deze binnen veertien dagen betalen.