ECLI:NL:RBZWB:2024:2688

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 april 2024
Publicatiedatum
24 april 2024
Zaaknummer
C/02/420696 / FA RK 24/1499
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Smits
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 10 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging. De zaak betreft een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1987, die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er op dat moment sprake is van herstel door de inzet van depotmedicatie, maar dat er ook een risico op terugval bestaat als de behandeling niet wordt voortgezet. De betrokkene heeft aangegeven dat zij het eens is met de behandeling, maar dat zij de zorgmachtiging voor een periode van twaalf maanden te lang vindt en verzoekt om een beperking tot zes maanden.

Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene, haar advocaat, een verpleegkundig specialist, een bewindvoerder en een verpleegkundige. De rechtbank heeft de noodzaak van verplichte zorg beoordeeld en geconcludeerd dat de betrokkene gebaat is bij toezicht en controle om ervoor te zorgen dat zij de noodzakelijke medicatie blijft accepteren. De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie voor verplichte zorg beoordeeld en heeft besloten dat de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden wordt verleend, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De rechtbank heeft de overige verzochte vormen van verplichte zorg afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk werden geacht.

De beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits en schriftelijk uitgewerkt op 24 april 2024. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/420696 / FA RK 24/1499
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een zorgmachtiging
Beschikking van 10 april 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1987 te [geboorteplaats] ( [land] ),
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. W. van der Sande te Goes.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 27 maart 2024, ingekomen ter griffie op 27 maart 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 26 maart 2024;
- de medische verklaring van 25 maart 2024;
- een zorgplan van 13 maart 2024;
- een (niet-ingevulde) zorgkaart van 13 maart 2024;
- een uittreksel uit het curatele- en bewindregister;
- een afschrift van de beschikking van 12 oktober 2023 waarbij mentorschap en meerderjarigenbewind is ingesteld en een afschrift van de beschikking waarbij een mentor is benoemd;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie waarin betrokkene niet voorkomt;
- het informatierapport Wvggz.
Daarnaast blijkt het procesverloop uit het volgende stuk:
- de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg van 19 oktober 2023 op het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 10 april 2024, op het hierboven genoemde woonadres.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat en een tolk in de Poolse taal,
mevr. [naam 1] ;
- mevr. [naam 2] , verpleegkundig specialist;
- mevr. [naam 3] , bewindvoerder tevens mentor;
- mevr. [naam 4] , verpleegkundige Fact-team.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging aansluitend op een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene heeft aangegeven dat zij zich de afgelopen periode niet goed voelt na de depotmedicatie, welke zij maandelijks toegediend krijgt. Wel geeft betrokkene aan dat zij het eens is met de behandeling. Dit gelet op de gestelde diagnose. Zij vindt een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden echter te lang. Betrokkene zou willen dat de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden wordt verleend. Dit omdat zij zich na de depotmedicatie niet goed voelt. Betrokkene denkt wel dat de behandeling langer zal duren dan zes maanden. Verder geeft betrokkene aan dat zij wil meewerken met de behandelaars.
3.2
Namens betrokkene heeft de advocaat aangevoerd dat betrokkene geen bezwaar heeft tegen het verlenen van de zorgmachtiging als stok achter de deur. Betrokkene ziet zelf ook in dat het – mede door de inzet van de depotmedicatie – beter met haar gaat. De advocaat verzoekt om de duur van de zorgmachtiging te beperken tot zes maanden. Het herstel is precair, maar betrokkene hoopt – na overleg met de behandelaars over het ziektebeeld en de (depot)medicatie – binnen zes maanden op vrijwillige basis de (medicamenteuze) behandeling te kunnen voortzetten. Betrokkene wil gaan samenwerken met de behandelaars. Wat betreft de vormen van verplichte zorg sluit de advocaat zich aan bij de verpleegkundig specialist. Een opname is niet voorzienbaar zolang de depotmedicatie wordt toegediend.
3.3
De verpleegkundig specialist heeft toegelicht dat betrokkene afgelopen oktober 2023 voor het laatst is opgenomen. Betrokkene is in december 2023 met verlof gegaan, waarna zij is weggelopen en een tijdje onbereikbaar is geweest. In januari 2024 is betrokkene weer in contact gekomen met de hulpverlening, waarna de huidige, ambulante behandeling is opgestart. Op dit moment gaat het beter met betrokkene en is er sprake van herstel.
De depotmedicatie speelt daarbij een belangrijke rol. De verpleegkundig specialist benadrukt daarom dat het noodzakelijk is dat de depotmedicatie toegediend blijft worden. Dit ondanks dat betrokkene het soms lastig vindt om de depotmedicatie toegediend te krijgen.
Mede omdat zij ook last heeft van bijwerkingen. Wat betreft de vormen van verplichte zorg zijn toediening van medicatie, verrichten van medische controles en aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten noodzakelijk. Zolang betrokkene haar depotmedicatie krijgt toegediend, is een opname volgens de verpleegkundig specialist niet voorzienbaar.
3.4
De mentor geeft aan dat betrokkene sinds januari 2024 vanuit thuis wordt behandeld. Dat is wat betrokkene graag wil en ook de mentor stelt dat het beter voor betrokkene is om in een ambulante setting te worden behandeld in plaats van vanuit een klinische setting. Het geeft betrokkene meer rust als zij thuis is en ook is betrokkene dan beter in contact. De mentor stelt dat de huidige situatie moet worden voorgezet en staat daarom achter de zorgmachtiging. Het is immers van belang dat de depotmedicatie wordt toegediend, zodat het goed blijft gaan met betrokkene. Verder is het voor betrokkene belangrijk dat zij dichtbij haar dochter is, die op dit moment bij haar ouders op het dorp woont. Het komende jaar zal worden gefocust op de gezondheid van betrokkene en haar woonomgeving.
3.5
De verpleegkundige sluit zich aan bij hetgeen de mentor naar voren heeft gebracht. Betrokkene doet haar best om haar leven weer op de rit te krijgen. Om dat voor elkaar te krijgen, moet de depotmedicatie worden blijven toegediend.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Het is de rechtbank gebleken dat er op dit moment – door de inzet van de depotmedicatie – sprake is van herstel. Eerder is er sprake geweest van paranoïde wanen en hallucinaties, angst en desorganisatie van denken. Gelet op het terugkerende karakter van psychosen is het mogelijk dat betrokkene terugvalt als zij niet langer wordt behandeld. Daarnaast heeft betrokkene een beperkt ziekte-inzicht.
4.2
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige immateriële schade, ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Betrokkene heeft eerder ten tijde van een psychotische episode overlast in de buurt veroorzaakt, waarbij zij is gaan schreeuwen, op deuren en muren is gaan slaan en spullen over een schutting heeft gegooid. Als gevolg hiervan is haar woonplek onder druk komen te staan. Verder is betrokkene eerder (verbaal en fysiek) dreigend geweest richting haar moeder en dochter. Ook bestaat de kans dat het steunsysteem van betrokkene uitgeput raakt en dat betrokkene zichzelf verwaarloosd op het moment dat zij psychotisch decompenseert.
4.3
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank is van oordeel dat betrokkene is gebaat bij toezicht en controle, waarbij de zorgmachtiging geldt als een stok achter de deur.
Dit om ervoor te zorgen dat betrokkene de noodzakelijk geachte depotmedicatie blijft accepteren om te voorkomen dat zij mogelijk psychotisch decompenseert als gevolg waarvan het ernstig nadeel opleverende gedrag zich mogelijk weer voordoet. Daarom is er zorg in het gedwongen kader nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten.
De rechtbank stelt vast dat de noodzakelijkheid van de overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg niet (afdoende) is gemotiveerd. Gelet op de toelichting van de verpleegkundig specialist is de rechtbank van oordeel dat de overige verzochte vormen van verplichte zorg niet noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden. De verpleegkundig specialist heeft immers toegelicht dat het niet voorzienbaar is dat betrokkene moet worden opgenomen, zolang betrokkene de depotmedicatie krijgt toegediend.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden. De rechtbank ziet gelet ook op wat de verpleegkundig specialist heeft aangegeven geen aanleiding om de zorgmachtiging dan wel de daarin opgenomen vormen van verplichte zorg in duur te beperken.
4.9
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene] ,, geboren op [geboortedag] 1987 te [geboorteplaats] ( [land] );
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
10 april 2025;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits, rechter en in het openbaar uitgesproken op 10 april 2024 in tegenwoordigheid van mr. Vork als griffier, en op 24 april 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.