Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 2001 te [geboorteplaats] ;
10 april 2025;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 10 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 2001. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging aansluitend op een eerdere zorgmachtiging, die op 29 september 2023 was verleend en op 29 maart 2024 afliep. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op 10 april 2024 gehouden, waarbij betrokkene en zijn advocaat aanwezig waren, evenals een verpleegkundig specialist. De officier van justitie was niet aanwezig.
Betrokkene heeft tijdens de behandeling aangegeven dat het goed met hem gaat en dat hij openstaat voor behandeling, maar hij verzet zich tegen verplichte zorg. De advocaat van betrokkene heeft primair afwijzing van het verzoek bepleit, stellende dat de zorg op vrijwillige basis kan worden voortgezet. De verpleegkundig specialist heeft echter aangegeven dat de situatie van betrokkene nog kwetsbaar is en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis en dat zijn gedrag leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade. Gezien de huidige situatie en het gebrek aan voldoende mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis, heeft de rechtbank besloten om de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden te verlenen. De rechtbank heeft de verzochte vormen van verplichte zorg beoordeeld en alleen de noodzakelijke zorgvormen goedgekeurd, terwijl andere verzoeken zijn afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits en schriftelijk uitgewerkt op 24 april 2024.