Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek, met producties,
- de conclusie van dupliek, met producties,
- de akte uitlaten producties van VGZ.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak vorderde VGZ Zorgverzekeraar N.V. (hierna: VGZ) een gedaagde tot betaling van € 500,-, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, op basis van een vermeende zorgverzekeringsovereenkomst. De gedaagde betwistte het bestaan van deze overeenkomst en stelde dat, indien deze al zou bestaan, de vordering verjaard zou zijn. De procedure omvatte een dagvaarding, conclusies van antwoord, repliek en dupliek, en een akte uitlaten producties van VGZ. De kantonrechter oordeelde dat VGZ de stelplicht en bewijslast had om het bestaan van de zorgverzekeringsovereenkomst aan te tonen. VGZ kon echter geen bewijs leveren, noch het polisblad overleggen, en haar stellingen werden niet voldoende onderbouwd. De rechter concludeerde dat VGZ niet in staat was om aan te tonen dat er een zorgverzekeringsovereenkomst tot stand was gekomen, waardoor de vordering werd afgewezen. VGZ werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die in totaal € 200,- bedroegen. Het vonnis werd uitgesproken op 17 januari 2024.