ECLI:NL:RBZWB:2024:2691

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 april 2024
Publicatiedatum
24 april 2024
Zaaknummer
C/02/420778 / FA RK 24/1544
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Smits
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 10 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1995, die momenteel verblijft in een zorginstelling. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, met als doel verplichte zorg te verlenen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag waren verschillende betrokkenen aanwezig, waaronder de betrokkene zelf, zijn advocaat en zorgprofessionals. De betrokkene uitte zijn bezorgdheid over de zorgmachtiging en de medicatie, en verliet de zittingsruimte voordat de uitspraak werd gedaan. De rechtbank concludeerde dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel voor hemzelf en anderen. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de gevraagde duur van twaalf maanden en bepaalde dat de voorgestelde maatregelen konden worden getroffen. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits en schriftelijk uitgewerkt op 24 april 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/420778 / FA RK 24/1544
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een zorgmachtiging
Beschikking van 10 april 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1995 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
thans verblijvende in de accommodatie Stichting Emergis te [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. P.R. Klaver te Bergen op Zoom.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 29 maart 2024, ingekomen ter griffie op 29 maart 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 25 maart 2024;
- de medische verklaring van 15 maart 2024;
- een zorgplan van 17 maart 2024;
- een zorgkaart van 12 maart 2024;
- het crisissignaleringsplan van 23 januari 2024;
- een verklaring van het niet voorkomen in het curatele- en bewindregister;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie waarin betrokkene niet voorkomt;
- het informatierapport Wvggz van 19 februari 2024.
Daarnaast blijkt het procesverloop uit het volgende stuk:
- de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg van 10 oktober 2023 op het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 10 april 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- mevr. [naam 1] , verpleegkundig specialist;
- de moeder van betrokkene.
Tevens waren de volgende personen aanwezig, deze zijn echter niet gehoord:
- mevr. [naam 2] , coassistent;
- [naam 3] , begeleider MC1-afdeling.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging aansluitend op een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene geeft aan dat het al een geruime tijd instabiel met hem gaat. Het voelt voor betrokkene alsof hij levenslang heeft gekregen. Hij heeft al vijf jaar een zorgmachtiging, terwijl een zorgmachtiging voor maximaal twee jaar kan worden opgelegd. Het is strafbaar dat hij al vijf jaar een zorgmachtiging heeft. Ook zit betrokkene al vijf jaar verplicht aan de medicatie, terwijl hij al die tijd geen psychoses heeft gehad. Betrokkene stelt dat hij geen psychoses meer kan krijgen. Hij heeft er drie gehad en meer kan je er niet krijgen. Dat de deskundigen stellen dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis en nog steeds psychoses heeft, is dan ook niet waar. Ook is er geen sprake van ernstig nadeel, omdat er geen gevaar meer is. Betrokkene zegt vervolgens dat hij bereid is om de medicatie in een vrijwillig kader te nemen, maar vindt wel dat onderzocht moet worden wat de gevolgen van de medicatie voor zijn brein zijn. Verder is betrokkene ervan overtuigd dat de rechter door de duivel is gestuurd om hem bij Stichting Emergis te laten blijven. Ook de begeleiding wordt door de duivel aangestuurd. Van de duivel moet de begeleiding hem antipsychotische medicatie geven. Omdat de rechter door de duivel wordt geleid en een foute beslissing zal gaan maken, verlaat betrokkene – ondanks het feit dat hij er nadrukkelijk op is gewezen dat het verzoek, ook als hij vertrekt, verder zal worden behandeld en er uitspraak zal worden gedaan – de zittingsruimte voordat de rechtbank uitspraak heeft gedaan.
3.2
Namens betrokkene heeft de advocaat, gelet op hetgeen betrokkene tijdens de mondelinge behandeling naar voren heeft gebracht, verzocht om het verzoek af te wijzen.
3.3
De verpleegkundig specialist heeft toegelicht dat betrokkene – anders dan hij zelf stelt – lijdt aan een psychische stoornis. Betrokkene doet psychotische uitspraken rondom duivels die hem sturen en beïnvloeden. Daarnaast maakt de verpleegkundig specialist zich zorgen over het welzijn van betrokkene en de situatie als hij thuis is. In de thuissituatie is het meermaals geëscaleerd, waarbij betrokkene met spullen is gaan gooien en zijn familieleden angstig voor hem waren. Het ernstig nadeel zoals genoemd in het verzoekschrift is nog steeds aanwezig. De verpleegkundig specialist vindt het dan ook noodzakelijk dat de (medicamenteuze) behandeling wordt voortgezet. Dat kan niet in het vrijwillige kader. Betrokkene wil geen (verhoging van de) medicatie. Hij wenst te stoppen met de medicatie en de zorg vanuit Stichting Emergis. Ook geeft hij dagelijks aan dat hij niet langer wil worden opgenomen. Wat betreft de vormen van verplichte zorg zijn alle zorgvormen zoals verzocht noodzakelijk met uitzondering van het beperken van het gebruik van communicatiemiddelen. De verpleegkundig specialist licht toe dat er eerder toezicht op betrokkene is uitgeoefend en dat hij ook eerder is ingesloten. Verder is het nodig om zijn kleding, lichaam of woonruimte te onderzoeken of te controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen, omdat er sprake is van alcoholgebruik. De komende periode zal er worden gekeken of er dagbesteding voor betrokkene mogelijk is. Betrokkene heeft namelijk meermaals aangegeven dat hij zich verveelt en diepgaande gesprekken mist. Verder is het de bedoeling dat de dosering van de antipsychotische medicatie wordt opgehoogd om (onder andere) de duivelse gedachten naar de achtergrond te krijgen. Tot slot bevestigt de verpleegkundig specialist dat betrokkene in het verleden andere antipsychotische medicatie heeft gehad, maar dat die medicatie onvoldoende effectief is gebleken.
3.4
De moeder geeft aan dat het op dit moment niet goed gaat met betrokkene. Het gaat beter op het moment dat betrokkene geen zorgmachtiging en geen medicatie heeft. Door de antipsychotische medicatie kan betrokkene niets. De moeder staat dan ook niet achter de verlenging van de zorgmachtiging. Zij geeft aan dat er voortekenen zijn als betrokkene een psychose krijgt en vindt het beter als betrokkene op die momenten tijdelijke medicatie zou krijgen, waarna dat ook weer wordt afgebouwd. Verder zijn er veel dingen die niet kloppen. Zo is het niet waar dat zij of andere familieleden angstig zijn geweest voor betrokkene. Daarnaast is betrokkene in het verleden weleens opgenomen zonder dat er sprake was van psychotische belevingen. De moeder vreest ervoor dat betrokkene onterecht of onnodig wordt opgenomen als de zorgmachtiging wordt verleend. Tot slot vindt de moeder het vervelend dat het altijd over de (dosering van) de medicatie gaat en niet over het (behandel)perspectief van betrokkene, waaronder de dagbesteding.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen) en schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Anders dan betrokkene stelt, is het de rechtbank gebleken dat betrokkene chronisch paranoïde psychotisch is. Betrokkene is achterdochtig en onrustig. Hij hoort stemmen van imperatieve aard en heeft (religieuze) waangedachten. Zo geeft betrokkene tijdens de mondelinge behandeling aan dat de rechter en de begeleiding worden aangestuurd door de duivel om ervoor te zorgen dat hij bij Stichting Emergis blijft en medicatie krijgt. Betrokkene heeft geen ziektebesef en -inzicht.
4.2
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene eerder overlast in de buurt heeft veroorzaakt en ook dreigend en agressief richting derden is geweest. Op het moment dat betrokkene psychotisch decompenseert, bestaat het risico dat zijn steunsysteem uitgeput raakt. Daarnaast kan betrokkene zichzelf tijdens een psychotische episode verwaarlozen onder meer door slecht te eten en te drinken.
4.3
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van de psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Tijdens de mondelinge behandeling heeft betrokkene weliswaar aangegeven dat hij bereid is om medicatie op vrijwillige basis in te nemen, maar tegelijkertijd zegt hij ook dat hij geen psychische stoornis (meer) heeft en dat er geen ernstig nadeel (meer) is. De verpleegkundig specialist heeft toegelicht dat betrokkene dagelijks aangeeft dat hij geen (verhoging van de) antipsychotische medicatie wil, niet langer wil worden opgenomen en ook geen zorg vanuit Stichting Emergis meer wil. Dat betrokkene op vrijwillige basis zal meewerken aan de noodzakelijk geachte (medicamenteuze) behandeling is naar het oordeel van de rechtbank op dit moment dan ook niet aan de orde. Om te voorkomen dat betrokkene niet langer (de juiste dosering van) de noodzakelijk geachte antipsychotische medicatie inneemt als gevolg waarvan hij mogelijk psychotisch decompenseert, is er verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten;
- opnemen in een accommodatie.
Het beperken van het gebruik van communicatiemiddelen wordt door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de verpleegkundig specialist tijdens de mondelinge behandeling heeft aangegeven dat dit niet nodig is om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
Voor wat betreft de vorm van verplichte zorg te weten het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen merkt de rechtbank op dat het zorgplan ingevolge artikel 6:4 lid 2 Wvggz moet worden gewijzigd nu deze zorgmodaliteit op dit moment niet in het zorgplan is opgenomen en de verpleegkundig specialist wel heeft toegelicht dat die zorgmodaliteit noodzakelijk is om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden.
4.9
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1995 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
10 april 2025;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits, rechter en in het openbaar uitgesproken op 10 april 2024 in tegenwoordigheid van mr. Vork als griffier, en op 24 april 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.