ECLI:NL:RBZWB:2024:2692

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 april 2024
Publicatiedatum
24 april 2024
Zaaknummer
C/02/420542 / FA RK 24/1414
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Smits
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor betrokkene met psychische stoornis en onduidelijkheid over woonplek

Op 10 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1955. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twee jaar, maar de rechtbank heeft besloten deze te verlenen voor zes maanden. De zaak betreft de noodzaak van verplichte zorg voor betrokkene, die lijdt aan een ernstige psychische stoornis, waaronder schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Betrokkene verblijft momenteel in een open afdeling, maar er zijn zorgen over zijn veiligheid en de geschiktheid van deze woonplek. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 april 2024 zijn verschillende deskundigen gehoord, waaronder een psychiater en een verpleegkundige, die de noodzaak van een zorgmachtiging onderbouwden. De rechtbank concludeert dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor zes maanden, met de verwachting dat er binnen deze periode meer duidelijkheid komt over de meest geschikte woonplek voor betrokkene en het benodigde wettelijk kader voor zijn zorg.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/420542 / FA RK 24/1414
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een zorgmachtiging
Beschikking van 10 april 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1955 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
thans verblijvende in de [zorggroep] te [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. Ph. van Kampen te Goes.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 22 maart 2024, ingekomen ter griffie op 22 maart 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 21 maart 2024;
- de medische verklaring van 20 maart 2024;
- een zorgplan van 18 maart 2024;
- een zorgkaart van 20 maart 2024;
- de beslissing geneesheer-directeur om de uitvoering van de zorg toe te wijzen aan een andere zorgaanbieder, geneesheer-directeur of zorgverantwoordelijke (art. 8:16 lid 1 Wvggz) van 4 maart 2024;
- een verklaring van het niet voorkomen in het curatele- en bewindregister;
- een afschrift van de beschikking van 27 augustus 2015 waarbij mentorschap is ingesteld en een afschrift van de beschikking waarbij een mentor is benoemd;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie;
- de politiemutaties over de periode van 17 oktober 2023 tot en met 17 januari 2024.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 10 april 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- mevr. [naam 1] , psychiater;
- mevr. [naam 2] , verpleegkundige;
- dhr. [naam 3] , gedragsdeskundige (telefonisch);
- dhr. [naam 4] , broer tevens mentor.
Tevens was de volgende persoon aanwezig, deze is echter niet gehoord:
- [naam 5] , verpleegkundige.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging aansluitend op een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twee jaren en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene heeft aangegeven dat hij een vallende ziekte heeft. Op de vraag van de rechter wat betrokkene vindt van het verzoek om een zorgmachtiging te verlenen, reageert betrokkene niet. De psychiater heeft toegelicht dat betrokkene afgelopen maandag elektroshocktherapie heeft gehad en dat hij (mede) daardoor erg moe is.
3.2
Namens betrokkene heeft de advocaat aangevoerd dat betrokkene gedurende de huidige zorgmachtiging vanuit een psychiatrische setting in Amsterdam naar Zeeland is gekomen. Met het oog op die psychiatrische setting en behandeling is er een zorgmachtiging aangevraagd. De vraag is wat de bovenliggende stoornis is en wat de zorgbehoefte van betrokkene is. Gelet op de psychiatrische stoornis van betrokkene (en het – op dit moment – ontbreken van een psychogeriatrische aandoening) zou betrokkene juridisch gezien het best passen binnen de Wvggz. Hoewel er geen sprake is van een dementieel beeld, denkt de advocaat dat betrokkene, gelet op zijn zorgbehoefte, beter op zijn plaats zou zijn in een verpleeginstelling. Er moet een passende plek voor betrokkene komen. De advocaat betwijfelt of [locatie] de juiste plek is. Het is niet in het belang van betrokkene dat hij de mogelijkheid heeft om weg te lopen en vervolgens in gevaarlijke situaties terecht te komen.
3.3
De psychiater heeft toegelicht dat betrokkene begin maart 2024 naar Zeeland is gekomen. Bij de overdracht is aan de psychiater uitgelegd dat betrokkene een zorgmachtiging heeft vanwege de psychiatrische (medicamenteuze) behandeling die hij krijgt en niet voor de woonlocatie.
De psychiater begrijpt niet waarom betrokkene op dit moment op een open afdeling verblijft. Betrokkene loopt telkens weg en dat is gevaarlijk voor hem. Zo is betrokkene laatst op straat gevallen, waarna hij door de ambulance moest worden teruggebracht. Er moet een veilige en langdurige woonplek voor betrokkene worden gevonden. Desgevraagd legt de psychiater uit dat betrokkene niet bij Stichting Emergis terecht kan. Stichting Emergis heeft alleen behandelafdelingen en geen woonafdelingen en vanuit de psychiatrie is er op dit moment geen reden om betrokkene verplicht op te nemen. Een gesloten PsychoGeriatrische (PG)-afdeling vindt de psychiater het meest passend voor betrokkene. De psychiater denkt dat daarvoor een rechterlijke machtiging (Wzd) en geen zorgmachtiging (Wvggz) nodig is. Met een rechterlijke machtiging kan betrokkene immers ook de psychiatrische (medicamenteuze) behandeling krijgen.
Wat betreft de diagnose licht de psychiater toe dat er sprake is van een ernstige psychische stoornis, waarvoor een psychiatrische (medicamenteuze) behandeling nodig is. Zo krijgt betrokkene maandelijks elektroshocktherapie om een opvlamming van de schizoaffectieve stoornis te voorkomen of af te wenden. Dit mede omdat betrokkene de orale medicatie niet goed inneemt of deze onvoldoende effectief is. De cognitieve problemen – waaronder momenten van verwardheid en desoriëntatie en moeite hebben met organiseren, plannen en uitvoeren – zijn een gevolg van de psychiatrische stoornis en de langdurige behandeling daarvan. Er lijkt geen sprake te zijn van een klassiek beeld van dementie.
Verder geeft de psychiater aan dat zij voorafgaand aan de mondelinge behandeling er al mee bezig was om duidelijkheid in deze zaak te creëren en dat zij daar ook na de mondelinge behandeling mee door zal gaan. Voor nu is het in ieder geval nodig dat betrokkene in een veilige omgeving verblijft. Dat er nog geen plek voor betrokkene op de gesloten PG-afdeling is, betekent niet dat de kamer van betrokkene op de open afdeling elke dag en nacht op slot moet. Daarnaast is het noodzakelijk dat de psychiatrische (medicamenteuze) behandeling kan doorgaan, waaronder ook de elektroshocktherapie. In de tussentijd kan er dan worden gezocht naar een geschikte en veilige woonplek voor betrokkene op de langere termijn en welk wettelijk kader daarbij hoort (Wzd of Wvggz). Ook kan er in de tussentijd een neuropsychologisch onderzoek worden gedaan om te onderzoeken of er toch sprake is van een neurocognitieve stoornis danwel psychogeriatrische aandoening. Het recentste onderzoek dateert van twee jaar geleden.
3.4
De verpleegkundige benoemt dat betrokkene op dit moment op de open afdeling van [locatie] verblijft. Het is noodzakelijk dat betrokkene naar een gesloten PG-afdeling gaat, omdat hij meermaals per dag wegloopt waarna de politie hem moet terugbrengen. [locatie] (voorheen [oude naam]) is een locatie binnen de [zorggroep] waar ook patiënten met een zorgmachtiging kunnen verblijven. Zo verblijven er op dit moment ook meerdere patiënten met een zorgmachtiging op de afdeling bij wie verplichte medicatie mag worden toegediend en voor wie de deur dicht mag worden gedaan. Het is de bedoeling dat betrokkene naar de gesloten PG-afdeling genaamd [PG-afdeling] gaat, maar daar is nu nog geen plek vrijgekomen. Verder is het belangrijk dat er (nood)medicatie kan worden toegediend als betrokkene agressief wordt. Zonder zorgmachtiging kan die (nood)medicatie niet worden toegediend. Dan is er toestemming van betrokkene nodig.
3.5
De gedragsdeskundige legt uit dat er een zorgmachtiging nodig is om betrokkene de psychiatrische (medicamenteuze) behandeling te geven waaronder de elektroshocktherapie en om vrijheidsbeperkende maatregel toe te passen. Zo kan het nodig zijn dat de deur van betrokkene wordt dichtgedaan om zijn veiligheid te kunnen waarborgen. De huidige afdeling is een open, reguliere PG-afdeling. Op die afdeling kan betrokkene met een zorgmachtiging verblijven.
Er is verzocht om betrokkene naar de gesloten PG-afdeling binnen locatie [locatie] over te plaatsen, omdat hij niet op een open, reguliere PG-afdeling kan verblijven. Zo is er sprake van nachtelijk dwalen. Ook schiet de benadering en bejegening van de open, reguliere PG-afdeling tekort. Om betrokkene op de gesloten PG-afdeling van locatie [locatie] te plaatsen en ervoor de zorgen dat de psychiatrische (medicamenteuze) behandeling kan doorgaan, vindt de gedragsdeskundige een zorgmachtiging meer op zijn plek. Desgevraagd geeft de gedragsdeskundige echter aan dat hij denkt dat als betrokkene zich verzet om naar die gesloten PG-afdeling te gaan er juist weer een rechterlijke machtiging nodig is. Dit ook om de deur dan dicht te kunnen doen. Met een rechterlijke machtiging kan dan namelijk ook de psychiatrische (medicamenteuze) behandeling doorgaan waaronder de elektroshocktherapie. Er is nog geen zicht op wanneer betrokkene naar de gesloten PG-afdeling kan gaan. Wellicht kan er wel worden geregeld dat hij overdag al op de gesloten PG-afdeling kan verblijven.
3.6
De broer tevens mentor sluit zich aan bij de feiten zoals de psychiater heeft benoemd.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en neurocognitieve stoornissen (o.a. dementie en delier). Betrokkene is bekend met manische therapieresistente psychotische episodes en depressieve episodes. Daarnaast is er in toenemende mate sprake van somatische aandoeningen en cognitieve problemen, waaronder geheugenproblemen, verwardheid, desoriëntatie in tijd en ruimte, decorum verlies en apraxie. De psychiater heeft tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat de cognitieve problemen een gevolg zijn van de psychiatrische stoornis en de langdurige behandeling daarvan. De psychiater stelt dat er geen sprake lijkt te zijn van een klassiek beeld van dementie. Hierbij merkt zij wel op dat het recentste neuropsychologisch onderzoek van twee jaar geleden is. Tot slot is het de rechtbank gebleken dat betrokkene geen ziektebesef en -inzicht heeft.
4.2
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat hij onder invloed van een ander raakt, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene zich tijdens manisch psychotische episodes fors agressief richting derden kan gedragen en dat er tijdens depressieve episodes sprake is van passiviteit en disfunctioneren. Daarnaast is er sprake van valgevaar en nachtelijk dwalen, waarna de politie en/of ambulance betrokkene terug moeten brengen. Ook bestaat er een risico op verwaarlozing en uitputting.
4.3
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van de psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De psychiater en de verpleegkundige hebben toegelicht dat betrokkene meermalen per dag wegloopt van de huidige afdeling en dat het daardoor nodig kan zijn om vrijheidsbeperkende maatregelen toe te passen. Daarnaast heeft de psychiater benadrukt dat het noodzakelijk is dat de psychiatrische (medicamenteuze) behandeling – waaronder de elektroshocktherapie – kan doorgaan. Uit de overgelegde stukken volgt echter dat betrokkene zich verzet tegen de zorgmachtiging; hij is van mening dat hij geen psychiatrische stoornis heeft en ook geen behandeling nodig heeft. De rechtbank is van oordeel dat er op dit moment onvoldoende sprake is van vrijwilligheid van betrokkene ten aanzien van de psychiatrische (medicamenteuze) behandeling. Om ervoor te zorgen dat de noodzakelijk geachte psychiatrische (medicamenteuze) behandeling – waaronder de elektroshocktherapie – kan doorgaan om een herval in psychoses met agressie te voorkomen en ervoor te zorgen dat betrokkene op een veilige plek kan verblijven, is er verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten;
- opnemen in een accommodatie.
Het beperken van het gebruik van communicatiemiddelen wordt door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de psychiater tijdens de mondelinge behandeling heeft aangegeven dat dit niet nodig is om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Anders dan verzocht zal de zorgmachtiging worden verleend voor de duur van zes maanden. De rechtbank overweegt hiertoe dat er op dit moment veel onduidelijkheid heerst over de (meest geschikte) woonplek voor betrokkene en welke machtiging binnen welk wettelijk kader – Wzd of Wvggz – daarvoor nodig is. De rechtbank is van oordeel dat er binnen de looptijd van deze zorgmachtiging duidelijkheid moet komen over wat de meest geschikte woonplek voor betrokkene is om zijn veiligheid te waarborgen en ervoor te zorgen dat hij (psychiatrisch) kan worden behandeld, waarna er een nieuwe machtiging binnen het juiste wettelijk kader kan worden aangevraagd. Het is de rechtbank immers gebleken dat het vooralsnog onduidelijk is of en op welke termijn betrokkene naar de gesloten PG-afdeling genaamd [PG-afdeling] op de [locatie] van [zorggroep] gaat, en of daarvoor een zorgmachtiging of rechterlijke machtiging nodig is.
Tegelijkertijd stelt de rechtbank vast dat het op dit moment noodzakelijk is dat de psychiatrische (medicamenteuze) behandeling – waaronder de elektroshocktherapie – kan doorgaan en dat betrokkene op een veilige plek verblijft, waarbij – indien nodig – vrijheidsbeperkende maatregelen kunnen worden toegepast zoals het sluiten van de deur om de veiligheid van betrokkene te waarborgen. Om dit te realiseren en gelet op de toelichting van de verpleegkundige dat er op de afdeling waar betrokkene op dit moment verblijft ook andere patiënten verblijven die een zorgmachtiging hebben, zal de rechtbank de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden verlenen. De rechtbank verwacht dat er binnen die zes maanden meer duidelijkheid zal komen over wat de meest geschikte woonplek voor betrokkene is en welke machtiging binnen welk wettelijk kader daarvoor nodig is. In dat kader geeft de rechtbank nog mee dat bij het bepalen van de meest geschikte woonplek, en daarmee verband houdend het wettelijk kader, ook moet worden gekeken naar de diagnoses en de huidige zorgbehoefte van betrokkene.
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat de deskundigen erop moeten blijven toezien dat betrokkene met de juiste machtiging ergens verblijft. Als de woonplek van betrokkene wijzigt en hiertoe aanleiding bestaat, gaat de rechtbank er vanuit dat de deskundigen een aanvraag voor een nieuwe machtiging binnen het juiste wettelijke kader zullen doen.
4.9
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1955 te [geboorteplaats];
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
10 oktober 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits, rechter en in het openbaar uitgesproken op 10 april 2024 in tegenwoordigheid van mr. Vork als griffier, en op 24 april 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.