ECLI:NL:RBZWB:2024:271
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Dijkman
- mr. Hol
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 januari 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2019. De zaak is aangespannen door de Stichting Jeugdbescherming West Zeeland, die als gecertificeerde instelling (GI) optreedt. De ouders van de minderjarige zijn belast met het ouderlijk gezag, maar hebben niet gereageerd op de zittingsbrief van de rechtbank. De kinderrechter heeft de relevante stukken van de GI in overweging genomen, waaronder een verzoekschrift van 1 december 2023.
De minderjarige was eerder onder toezicht gesteld en er waren al verschillende beschikkingen genomen met betrekking tot de uithuisplaatsing. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er concrete bedreigingen zijn voor de ontwikkeling van de minderjarige, wat aanleiding geeft tot verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de verlenging van deze maatregelen noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze onmiddellijk moet worden nageleefd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing zijn verlengd met ingang van 25 januari 2024 voor de duur van een jaar, tot 25 januari 2025. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.