ECLI:NL:RBZWB:2024:2769

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 april 2024
Publicatiedatum
29 april 2024
Zaaknummer
C/02/421058 / FA RK 24/1661
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Bethlehem
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf in het kader van de Wet zorg en dwang

Op 15 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure naar aanleiding van een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, geboren in 1945. Het verzoek is ingediend op 8 april 2024, met bijlagen waaronder een medische verklaring en een zorgplan. Tijdens de mondelinge behandeling waren de cliënt, haar advocaat, een physician assistant en haar dochter aanwezig.

De cliënt, die lijdt aan de ziekte van Alzheimer, heeft aangegeven dat zij graag naar huis wil, maar de advocaat van de cliënt heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt niet meer zelfstandig kan functioneren en dat de zorgbehoefte zo hoog is dat de familie en echtgenoot deze niet langer kunnen bieden. Er is sprake van ernstig nadeel, waaronder lichamelijk letsel en verwaarlozing, en de rechtbank concludeert dat opname in een zorginstelling noodzakelijk is.

De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen. De machtiging tot opname en verblijf is verleend voor de duur van zes maanden, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Bethlehem en schriftelijk uitgewerkt door mr. Verplanke.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/421058 / FA RK 24/1661
Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf
Beschikking van 15 april 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, naar aanleiding van het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging voor de duur van zes maanden als bedoeld in artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:
[cliënt] ,
geboren op [geboortedag] 1945 te [geboorteplaats] ,
wonende [woonadres] ,
thans verblijvende in de [accomodatie] te [plaats] ,
hierna te noemen: cliënt,
advocaat: mr. J.E.S. de Rechter te Hulst.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 8 april 2024, ingekomen ter griffie op 8 april 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de aanvraag van 2 april 2024;
- de medische verklaring van 5 april 2024;
- het zorgplan van 28 maart 2024;
- het indicatiebesluit van 7 november 2023;
- een machtiging van 11 mei 2023.
Daarnaast blijkt het procesverloop uit een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van 11 maart 2024 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 15 april 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- cliënt, bijgestaan door haar advocaat;
- mw. [naam 1] , physician assistant;
- mw. [naam 2] , dochter van cliënt.

2.Het verzoek

2.1
Het CIZ verzoekt de rechtbank een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor cliënt te verlenen voor de duur van zes maanden.

3.Standpunten

3.1
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft cliënt aangegeven dat zij graag naar huis wil, terug naar haar echtgenoot.
3.2
De advocaat van cliënt refereert zich aan het oordeel van de rechtbank. Er is voldaan aan de wettelijke criteria om het verzoek toe te wijzen. Daarnaast is het voor de echtgenoot en de familie van cliënt niet langer mogelijk om de noodzakelijk geachte zorg in de thuissituatie te bieden.
3.3
De physician assistant had gehoopt dat cliënt zou wennen aan het verblijf bij [accomodatie] , echter toont cliënt nog steeds zowel fysiek als verbaal verzet. Cliënt geeft aan dat zij naar huis wil en onderneemt daadwerkelijk pogingen om naar buiten te gaan. Het is voor cliënt lastig te onthouden dat haar echtgenoot niet meer voor haar kan zorgen. Om die reden moet het verzoek worden toegewezen.
3.4
De dochter van cliënt heeft aangegeven dat cliënt verdrietig wordt van het feit dat zij momenteel niet terug kan naar haar echtgenoot.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten de ziekte van Alzheimer. Cliënt is gediagnosticeerd met de Alzheimer dementie. Het is de rechtbank gebleken dat er bij cliënt sprake is van cognitieve achteruitgang en dat er sprake is van een progressief ziektebeeld.
4.2
Deze psychogeriatrische aandoening leidt tot ernstig nadeel. Dit ernstig nadeel bestaat uit ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Zonder toezicht, structuur en begeleiding bestaat er een aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing en matschappelijke teloorgang. Cliënt kan niet meer zelfstandig algemene dagelijkse levensverrichtingen verrichten en is afhankelijk van de zorg van haar familie en van haar echtgenoot. De intensiteit van de zorg is zodanig hoog geworden dat de familie en de echtgenoot van cliënt de zorg niet langer op zich kunnen nemen. De familie dreigt daardoor overbelast te raken. Tot slot heeft cliënt geen inzicht in haar eigen handelen en de gevolgen daarvan.
4.3
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. De rechtbank is van oordeel dat binnen de huidige zorginstelling een veilige gestructureerde omgeving wordt gecreëerd, waarbinnen 24-uurs specialistische zorg en toezicht geleverd kan worden en waarbij cliënt geholpen wordt bij haar dagelijkse levensverrichtingen.
4.4
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. De intensiteit van de zorg is zodanig hoog geworden, dat de familie en de echtgenoot van cliënt (die geopereerd moet worden) deze niet langer kan bieden.
4.5
Het is de rechtbank gebleken dat er bij cliënt sprake is van aanhoudend verzet tegen de opname en het verblijf. Tijdens de mondelinge behandeling geeft cliënt expliciet aan dat zij naar huis wil. Ook heeft cliënt pogingen gedaan om weg te lopen. Bij het terugbrengen van cliënt is er sprake van weerstand en boosheid.
4.6
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor verlening van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in de Wzd. De machtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van
[cliënt] ,geboren op [geboortedag] 1945 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk
15 oktober 2024.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Bethlehem, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 15 april 2024 in tegenwoordigheid van mr. Verplanke, griffier, en op 29 april 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.