Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- cliënt, bijgestaan door haar advocaat;
2.Het verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[cliënt] ,geboren op [geboortedag] 1945 te [geboorteplaats] ;
15 oktober 2024.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 15 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure naar aanleiding van een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, geboren in 1945. Het verzoek is ingediend op 8 april 2024, met bijlagen waaronder een medische verklaring en een zorgplan. Tijdens de mondelinge behandeling waren de cliënt, haar advocaat, een physician assistant en haar dochter aanwezig.
De cliënt, die lijdt aan de ziekte van Alzheimer, heeft aangegeven dat zij graag naar huis wil, maar de advocaat van de cliënt heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt niet meer zelfstandig kan functioneren en dat de zorgbehoefte zo hoog is dat de familie en echtgenoot deze niet langer kunnen bieden. Er is sprake van ernstig nadeel, waaronder lichamelijk letsel en verwaarlozing, en de rechtbank concludeert dat opname in een zorginstelling noodzakelijk is.
De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen. De machtiging tot opname en verblijf is verleend voor de duur van zes maanden, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Bethlehem en schriftelijk uitgewerkt door mr. Verplanke.