ECLI:NL:RBZWB:2024:2770

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 april 2024
Publicatiedatum
29 april 2024
Zaaknummer
C/02/421222 / FA RK 24/1742
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Bethlehem
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 15 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren op [geboortedag] 1980. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die oorspronkelijk op 11 april 2024 was opgelegd. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene, zijn advocaat en verschillende zorgprofessionals aanwezig waren. De betrokkene heeft aangegeven dat hij het niet eens is met de voortzetting van de maatregel en dat hij wil terugkeren naar zijn gezin. Hij heeft in het verleden te maken gehad met PTSS na een militaire uitzending en heeft recentelijk problemen ervaren in zijn huwelijk, wat heeft geleid tot medicijnmisbruik en drugsgebruik.

De psychiater heeft echter verklaard dat de betrokkene kwetsbaar is en dat er een ernstig vermoeden bestaat van een psychische stoornis, wat kan leiden tot gevaar voor zichzelf en anderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om dit nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie voor verplichte zorg beoordeeld en heeft besloten dat de maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid noodzakelijk zijn. De rechtbank heeft de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend voor de duur van drie weken, met de mogelijkheid tot verdere beoordeling van de situatie.

De beschikking is mondeling gegeven door mr. Bethlehem en is op 29 april 2024 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/421222 / FA RK 24/1742
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 15 april 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1980 te [land] ,
wonende te [woonadres] ,
thans verblijvende in de accommodatie Stichting Emergis te [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. R.T.K. Davidse te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 12 april 2024, ingekomen ter griffie op 12 april 2024, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 11 april 2024 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Goes tot het nemen van de crisismaatregel van 11 april 2024;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Wvggz;
- een episode journaal van 11 april 2024;
- de medische verklaring van 11 april 2024;
- het informatierapport Wvggz van 12 april 2024;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 15 april 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- dhr. [naam 1] , psychiater.
Tevens waren de volgende personen aanwezig, deze zijn echter niet gehoord:
- mw. [naam 2] , psychiater in opleiding;
- [naam 3] , verpleegkundige.
1.4
De officier van justitie is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene geeft tijdens de mondelinge behandeling aan dat hij verdrietig is. Hij ervaart veel onbegrip en is het niet eens met het voorliggend verzoek. Vorig jaar is betrokkene bijna acht maanden in behandeling geweest voor PTSS, wat is ontstaan na zijn militaire uitzending. Toen betrokkene weer thuis kwam na zijn behandeling ontstond er onenigheid tussen hem en zijn echtgenote over affectie en intimiteit. Nadat betrokkene tegen zijn echtgenote had gezegd dat zij vreemdging begon volgens hem de verwijten en de moeilijkheden. Betrokkene geeft aan dat hij sindsdien zijn medicatie heeft misbruikt. Ook erkent betrokkene dat hij drugs heeft gebruikt. Tijdens zijn opname bij Stichting Emergis heeft betrokkene laten zien dat het beter met hem gaat. Betrokkene heeft zich goed gedragen en heeft zijn medicatie op tijd ingenomen. Betrokkene wil nu verder met zijn leven. Hij wil terug naar huis naar zijn echtgenote en naar zijn kinderen. Ook moet betrokkene morgen een operatie aan zijn enkel ondergaan, waar hij al een geruime tijd op heeft moeten wachten.
3.2
Namens betrokkene heeft de advocaat verzocht om het verzoek af te wijzen. Betrokkene is van mening dat er bij hem geen sprake is van een psychische stoornis. Betrokkene heeft enkel onenigheid met zijn echtgenote gehad. Hier kwamen veel emoties bij kijken. Momenteel is betrokkene al onder behandeling bij het FACT-team. Door inzet van extra begeleiding in het ambulant kader kan deze problematiek tussen betrokkene en zijn echtgenote worden opgelost. Daarnaast is het van belang dat betrokkene morgen zijn operatie kan ondergaan. Betrokkene ervaart veel pijn en dit gaat ten koste van zijn levensvreugde.
3.3
De psychiater licht toe dat betrokkene onder politiebegeleiding is opgenomen bij Stichting Emergis. Er was overwogen om betrokkene in de extra beveiligde kamer te plaatsen, maar dit was niet gunstig gezien zijn traumatisch verleden. Door de inzet van medicatie is betrokkene rustiger geworden. Momenteel is de psychose minder op de voorgrond maar betrokkene is nog steeds kwetsbaar. Uit het verleden is gebleken dat een paranoïde ontregeling bij betrokkene snel kan gaan. De psychiater geeft aan betrokkene te willen beschermen. Er is geen vangnet voor betrokkene wanneer hij terugkeert naar huis. Ten aanzien van de vormen van verplichte zorg geeft de psychiater aan dat de zorgmodaliteiten ‘toedienen van vocht en voeding’, ‘verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen’, ‘insluiten’, ‘onderzoek aan kleding en lichaam’ en ’beperken van het recht op het ontvangen van bezoek’ niet noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden.

4.Beoordeling

4.1
Bij beschikking van de gemeente Goes van 11 april 2024 is ten aanzien van betrokkene een crisismaatregel genomen. Op basis daarvan is betrokkene opgenomen en verblijft hij momenteel in de accommodatie Stichting Emergis te [plaats] .
4.2
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de in de medische verklaring opgenomen diagnose.
4.3
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. De rechtbank neemt hierbij in overweging dat uit de stukken blijkt dat betrokkene geagiteerd en verward is, waarbij betrokkene dreigende uitspraken doet. Betrokkene is mogelijk een gevaar voor anderen gezien zijn achterdocht. Ook veroorzaakt betrokkene overlast door in de nacht op de muren te slaan en te schreeuwen.
4.4
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit de hierboven genoemde psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.5
De rechtbank is derhalve van oordeel dat anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- toedienen van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de psychiater tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank zal deze vormen van verplichte zorg dan ook afwijzen.
4.6
Betrokkene verzet zich tegen de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg. Zoals blijkt uit de mondelinge behandeling wil betrokkene graag naar huis. Hij wil terug naar zijn echtgenote en naar zijn kinderen. Betrokkene wil verder behandeld worden in een ambulant kader. De rechtbank is samen met de psychiater van oordeel dat het niet verantwoord is om betrokkene al naar huis te laten gaan gezien zijn kwetsbare toestand. Betrokkene heeft geen inzicht in zijn psychische decompensatie. Om die reden is verplichte zorg noodzakelijk.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8
De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig is en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de verzochte duur van drie weken.
4.1
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene],geboren op [geboortedag] 1980 te [land];
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
6 mei 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Bethlehem, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 15 april 2024 in tegenwoordigheid van mr. Verplanke, griffier, en op 29 april 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.