ECLI:NL:RBZWB:2024:2771

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 april 2024
Publicatiedatum
29 april 2024
Zaaknummer
C/02/420892 / FA RK 24/1592
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Bethlehem
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf in het kader van de Wet zorg en dwang

Op 15 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure naar aanleiding van een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, geboren in 1933. Het verzoek is ingediend op 3 april 2024, met bijlagen waaronder een medische verklaring en eerdere machtigingen. Tijdens de mondelinge behandeling waren de cliënt, zijn advocaat, de casemanager, zijn echtgenote en dochter aanwezig.

De cliënt heeft aangegeven dat hij het goed met zichzelf gaat en dat hij het verzoek overdreven vindt. Zijn advocaat heeft verzocht om het verzoek af te wijzen. De casemanager heeft echter aangegeven dat de echtgenote van de cliënt de zorg niet langer kan dragen en dat er een indicatiebesluit is afgegeven voor een geschikte accommodatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt lijdt aan de ziekte van Alzheimer, wat leidt tot ernstig nadeel voor zowel de cliënt als zijn echtgenote.

De rechtbank concludeert dat opname en verblijf noodzakelijk zijn om ernstig nadeel te voorkomen, aangezien er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn. De cliënt verzet zich tegen de opname, maar de rechtbank oordeelt dat de criteria voor verlening van de machtiging zijn voldaan. De machtiging wordt verleend voor de duur van zes maanden, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/420892 / FA RK 24/1592
Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf
Beschikking van 15 april 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, naar aanleiding van het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging voor de duur van zes maanden als bedoeld in artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:
[cliënt] ,
geboren op [geboortedag] 1933 te [geboorteplaats] ,
wonende [woonadres] ,
hierna te noemen: cliënt,
advocaat: mr. P.M.J.T. Schumans te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 3 april 2024, ingekomen ter griffie op 3 april 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de aanvraag van 28 maart 2024;
- een machtigingsformulier van 28 maart 2024;
- de medische verklaring van 25 maart 2024;
- een brief van de polikliniek van 4 januari 2024;
- een machtiging van 5 juli 2022.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 15 april 2024, op het hierboven genoemde adres.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- cliënt, bijgestaan door zijn advocaat;
- mw. [naam 1] , casemanager;
- mw. [naam 2] , de echtgenote van cliënt;
- mw. [naam 3] , de dochter van cliënt.

2.Het verzoek

2.1
Het CIZ verzoekt de rechtbank een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor cliënt te verlenen voor de duur van zes maanden.

3.Standpunten

3.1
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft cliënt aangegeven dat het goed met hem gaat. Cliënt herkent zich niet in de zorgen die worden geschetst en vindt het voorliggend verzoek enorm overdreven. Hij vindt het een ‘waste of time’ en een ‘waste of money’. Cliënt geeft aan dat hij nog prima thuis kan wonen. Hij kan namelijk al zijn dagelijkse handelingen zelf verrichten.
3.2
Namens cliënt heeft de advocaat verzocht om het verzoek af te wijzen. Cliënt is het niet eens met het voorliggend verzoek.
3.3
De casemanager licht toe dat de echtgenote van cliënt de zorg niet langer op zich kan nemen. Daar komt bij dat cliënt regelmatig boos wordt op zijn echtgenote en de echtgenote overbelast dreigt te raken. Verder geeft de casemanager aan dat er een indicatiebesluit is afgegeven waardoor er nu een geschikte accommodatie voor cliënt kan worden gezocht.
3.4
De echtgenote en de dochter van cliënt bevinden zich momenteel in een moeilijke situatie. Zij hopen dat er een geschikte plek vrij komt voor cliënt in een accommodatie in de buurt van [plaats] .

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten de ziekte van Alzheimer. Cliënt is gediagnosticeerd met de ziekte van Alzheimer. Er is sprake van een progressief ziektebeeld waarbij er bij cliënt geen sprake is van ziektebesef en -inzicht.
4.2
Deze psychogeriatrische aandoening leidt tot ernstig nadeel. Dit ernstig nadeel bestaat uit ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade en ernstige verwaarlozing. Het is de rechtbank gebleken dat cliënt dominant en agressief kan zijn. Hierdoor bestaat het risico op lichamelijk en psychisch letsel bij zijn echtgenote. Cliënt heeft geen inzicht in de negatieve effecten van zijn handelen op het welzijn en de veiligheid van zijn echtgenote. Daarnaast is cliënt dagelijks afhankelijk van zijn echtgenote, waardoor zij overbelast dreigt te raken.
4.3
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Volgens de rechtbank is genoegzaam gebleken dat cliënt is gebaat bij een gestructureerde en veilige woonomgeving met 24-uurs zorg en toezicht in de nabijheid. Daarnaast wordt de echtgenote met een opname van cliënt in een verpleeginstelling ontlast.
4.4
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. De rechtbank overweegt dat de minder ingrijpende middelen zijn uitgeput. De gezamenlijke interventies hebben het ernstig nadeel onvoldoende weggenomen.
4.5
Gebleken is dat cliënt zich verzet tegen de opname en het verblijf. Zoals blijkt uit de stukken en de mondelinge behandeling vindt cliënt een opname niet nodig. Het gaat prima met hem in de thuissituatie.
4.6
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor verlening van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in de Wzd. De machtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van
[cliënt], geboren op [geboortedag] 1933 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk
15 oktober 2024.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Bethlehem, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 15 april 2024 in tegenwoordigheid van mr. Verplanke, griffier, en op 29 april 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.