Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het procesverloop
- de aanvraag van 3 april 2024;
- de medische verklaring van 3 april 2024, opgesteld en ondertekend door specialist ouderengeneeskunde [naam 1] ;
- het zorgplan (persoonlijk actieplan) van 26 oktober 2023, met bijlagen;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolgde de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en de Wzd.
- cliënt, bijgestaan door mr. Van de Wouw;
- mevrouw [naam 2] , verpleegkundig specialist;
- mevrouw [naam 3] , trajectbegeleider;
- mevrouw [naam 1] , specialist ouderengeneeskunde (telefonisch gehoord).
2.Het verzoek
primairom een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor cliënt te verlenen voor de duur van zes maanden.
subsidiairom in het kader van de Wvggz een zorgmachtiging voor cliënt te verlenen.
4.De beoordeling
uiterlijk op hierna te noemen pro forma datum aan de rechtbank over te leggen. Deze termijn van drie weken is tijdens de mondelinge behandeling in overleg met de verpleegkundig specialist bepaald. In afwachting van de (aanvullende) medische verklaring zal de rechtbank de beslissing in deze zaak eveneens aanhouden tot hierna te noemen pro forma datum. Na ontvangst van de (aanvullende) medische verklaring zal de rechtbank, indien nodig, zo spoedig mogelijk een dag en tijdstip plannen waarop het verzoek nader mondeling wordt behandeld.
5.De beslissing
vrijdag 17 mei 2024 PRO FORMA, in afwachting van de door de verpleegkundig specialist over te leggen (aanvullende) medische verklaring betreffende cliënt in het kader van de Wvggz, met inachtneming van hetgeen hiervoor in rechtsoverweging 4.6 is overwogen;