ECLI:NL:RBZWB:2024:2886

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 mei 2024
Publicatiedatum
2 mei 2024
Zaaknummer
10359669 \ CV EXPL 23-685 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Rouwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van servicekosten door Vereniging van Eigenaars, inclusief verwarming en parkeerkosten, met afwijzing van boete voor gebruik van gemeenschappelijke ruimte

In deze bodemzaak heeft de Vereniging van Eigenaars (VvE) een vordering ingesteld tegen [gedaagde in conventie] voor de nakoming van servicekosten, waaronder kosten voor verwarming en parkeren. De VvE vordert een totaalbedrag van € 502,87, vermeerderd met wettelijke rente en toekomstige maandelijkse betalingen van € 131,61. De gedaagde heeft verweer gevoerd en betwist dat hij de boete van € 50,00 voor het plaatsen van privéspullen in de gemeenschappelijke ruimte verschuldigd is. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de VvE recht heeft op de gevorderde parkeerkosten en verwarmingskosten, maar heeft de boete afgewezen omdat de VvE onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de kast in de gemeenschappelijke ruimte van de gedaagde was. De kantonrechter heeft de VvE in het gelijk gesteld voor de servicekosten, maar de boete afgewezen, en heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 426,02, plus wettelijke rente. Daarnaast is de VvE verplicht om binnen zeven dagen na betekening van het vonnis de deuren van de gemeenschappelijke ruimte open te stellen voor de gedaagde en om alle mededelingen over VvE-vergaderingen ook per e-mail te versturen aan de gemachtigde van de gedaagde. De proceskosten zijn voor de gedaagde, terwijl de kosten in reconventie worden gecompenseerd.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10359669 \ CV EXPL 23-685
Vonnis van 1 mei 2024
in de zaak van
VERENIGING VAN EIGENAARS [adres] [nummer 1] TOT EN MET [nummer 2] (EVEN NUMMERS) TE [plaats],
te [plaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: de Vereniging van Eigenaars,
gemachtigde: Stichting Achmea Rechtsbijstand,
tegen
[gedaagde in conventie],
te [plaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde in conventie] ,
gemachtigde: ARAG SE Rechtsbijstand.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 25 oktober 2023
- de akte overlegging producties van [gedaagde in conventie]
- de akte van de Vereniging van Eigenaars
- de mondelinge behandeling van 21 maart 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en de spreekaantekeningen van [gedaagde in conventie] .
1.2.
Daarna is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde in conventie] is sinds 1990 eigenaar van een appartementsrecht gelegen aan het adres
[adres] [nummer 3] te [plaats] en sinds 14 februari 2003 eigenaar van het appartementsrecht gelegen aan het adres [adres] [nummer 4] te [plaats] .
2.2.
[gedaagde in conventie] is van rechtswege lid van de Vereniging van Eigenaars en is uit dien hoofde gehouden tot betaling van de in haar vergadering vastgestelde bijdragen.
2.3.
In artikel 2.7 van het Huishoudelijk Reglement van de VvE [adres] [nummer 1] tot en met [nummer 2] , vastgesteld in de Algemene Ledenvergadering van
14 maart 2022 (hierna: het Huishoudelijk Reglement), is de parkeerregeling vermeld, een op 10 november 2020 door de Vereniging van Eigenaars genomen besluit. Uit dit besluit volgt dat de eigenaars toegang krijgen tot de parkeerplaats tegen een bedrag van € 4,- per maand, waarbij de uitgifte van een parkeerplaats plaatsvindt op basis van anciënniteit. Wie niet in aanmerking komt voor een parkeerplaats of er zelf van afziet, kan in aanmerking komen voor een basisvergunning bij de gemeente voor een bedrag van € 4,00 per maand.
2.4.
In het Huishoudelijk Reglement is in artikel 1.3 bepaald dat een eigenaar aan de VvE onder meer een boete verschuldigd is van € 50,- als voorwerpen worden geplaatst op plaatsen die hiervoor niet zijn bestemd.
2.5.
Op 18 oktober 2021 is aan [gedaagde in conventie] een boete van € 50,00 aangezegd onder verwijzing naar een foto die gemaakt is in de gemeenschappelijke ruimte, waarop te zien is dat een oude kast tegen een wit stenen muur staat.
2.6.
In het gebouw is sprake van een collectieve verwarmingsinstallatie, waardoor de Vereniging van Eigenaars de warmtelevering jaarlijks op basis van het werkelijk verbruik aan [gedaagde in conventie] doorberekent.
2.7.
Op 22 april 2021 heeft een vergadering van de Vereniging van Eigenaars plaatsgevonden. In deze vergadering is over de blokverwarming het volgende besproken:
“ [naam] geeft aan dat de meters op de verwarming een levensduur hebben van 10 jaar. De huidige meters zijn 12 jaar oud. Dit kan inhouden dat het batterijniveau van die meters op dit moment veel te laag zijn en dat je daardoor ook de meters niet meer goed kunt uitlezen en/of juist werken. (…) We wordt aangegeven dat Techem niet kan garanderen dat de uitmeting correct gebeurd ivm de oude meters. Er is ook een brief vanuit Techem verstuurd met hierin aangegeven dat de werkingsduur van de meters afloopt, dus heeft Techem hun verantwoordelijkheid hierin genomen. Het bestuur en de beheerder zullen hier achter aangaan met Techem en hier nog uitspraak over doen.”
2.8.
Op 16 februari 2023 is namens het bestuur van de Vereniging van Eigenaars aan [gedaagde in conventie] het volgende bericht:
“Zoals bekend heeft een groot aantal eigenaren problemen met de radiatoren in de woning. Kranen zijn uitgezet, zelfs vervangen, maar de meters van Techem blijven oplopen. (…) Wel willen wij u laten weten dat het bestuur druk bezig is de juiste oorzaak te achterhalen”
2.9.
Op 23 november 2022 heeft de Vereniging van Eigenaars [gedaagde in conventie] tot betaling van de ontstane betalingsachterstand gemaand. Betaling is uitgebleven.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
De Vereniging van Eigenaars vordert - samengevat –
  • veroordeling van [gedaagde in conventie] tot betaling van € 502,87, vermeerderd met de wettelijke rente over € 410,57 vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag van de volledige betaling;
  • [gedaagde in conventie] te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting vanaf 1 maart 2023 per maand een bedrag van € 131,61 te betalen, indien hij in gebreke blijft deze tijdig te voldoen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf telkens de eerste dag van de maand van elke periode tot aan de voldoening, gedurende de periode dat [gedaagde in conventie] als eigenaar van de woning kan worden aangemerkt, met bepaling dat het bedrag van € 131,61 zal worden aangepast naar de jaarlijkse verlagingen of verhogingen conform rechtsgeldig door de vergadering van eigenaars genomen besluiten,
  • [gedaagde in conventie] te veroordelen in de proceskosten.
3.2.
[gedaagde in conventie] voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van de Vereniging van Eigenaars, dan wel tot afwijzing van de vorderingen, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van de Vereniging van Eigenaars in de kosten van deze procedure.
in reconventie
3.3.
[eiser in reconventie] vordert, na eisvermindering - samengevat -
1. De Vereniging van Eigenaars te veroordelen om direct, dan wel binnen twee (werk)dagen na betekening van een daartoe veroordelend vonnis, de Vereniging van Eigenaars te gelasten tot het openstellen van de deuren:
- Deur B: ingang hal trappenhuis lage kant (in),
- Deur I: ingang souterrains lage kant vanuit trappenhuis (zijtrap),
- Deur J: ingang souterrains hoge kant vanuit trappenhuis,
- Deur L: galerijdeur begane grond lage kant naar zijtrap.
2. De Vereniging van Eigenaars te bevelen om alle mededelingen over omtrent VvE-vergaderingen, ook per e-mail te versturen aan het [e-mailadres] van de gemachtigde van [eiser in reconventie] , op straffe van verbeurte van een dwangsom van
€ 50,00 per dag dat de Vereniging van Eigenaars hieraan niet zal voldoen, waarbij een gedeelte van een dag geldt als een dag, tot een maximum van € 1.000,00.
3. De Vereniging van Eigenaars te bevelen om direct, dan wel binnen twee (werk)dagen na betekening van een daartoe veroordelend vonnis, aan [eiser in reconventie] toegang te verstrekken tot de groeps-Whatsapp en deze toegang gestand te houden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50,00 per dag dat de Vereniging van Eigenaars hieraan niet zal voldoen, waarbij een gedeelte van een dag geldt als een dag, tot een maximum van € 1.000,00.
4. De Vereniging van Eigenaars te veroordelen in de proceskosten.
3.4.
Vereniging van Eigenaars voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiser in reconventie] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser in reconventie] in de kosten van deze procedure.

4.De beoordeling

in conventie
4.1.
De Vereniging van Eigenaars legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde in conventie] in gebreke is gebleven met betaling van de bijdrage voor de VvE, in het bijzonder de kosten voor de parkeerplaats en stookkosten na verrekening van de door hem betaalde voorschotten stookkosten. Verder is aan [gedaagde in conventie] na herhaaldelijke waarschuwingen een boete opgelegd omdat hij privéspullen heeft geplaatst in de gemeenschappelijke ruimte. [gedaagde in conventie] heeft de boete onbetaald gelaten. Omdat hij de bijdrage na aanmaning niet heeft betaald, is [gedaagde in conventie] volgens de Vereniging van Eigenaars naast de wettelijke rente ook buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd geworden.
4.2.
[gedaagde in conventie] voert verweer tegen de gevorderde stookkosten, omdat hij het vermoeden heeft dat hij de afgelopen jaren teveel heeft betaald aan verwarmingskosten. Ten aanzien van de gevorderde boete betwist [gedaagde in conventie] dat de kast van hem is en dat om die reden de boete moet worden ingetrokken. Tot slot voert [gedaagde in conventie] verweer tegen de kosten voor de parkeerplaats.
De stookkosten
4.3.
Tijdens de mondelinge behandeling is tussen partijen vast komen te staan dat alle meters in 2022 zijn vervangen door nieuwe meters vanwege de beperkte levensduur. Volgens [gedaagde in conventie] zijn de oude meters vernietigd, zodat hij het verbruik in de periode voordat de meters werden vervangen niet meer kan aantonen. Gelet hierop heeft [gedaagde in conventie] zijn verweer dat hij de afgelopen jaren mogelijk teveel heeft betaald onvoldoende onderbouwd, zodat dit zal worden gepasseerd. Dit betekent dat [gedaagde in conventie] de gevorderde stookkosten die overblijven na verrekening dient te betalen.
De boete
4.4.
Ten aanzien van de gevorderde boete is vast komen te staan dat de Vereniging van Eigenaars aan [gedaagde in conventie] in oktober 2021 een boete heeft opgelegd wegens de aanwezigheid van privé-spullen (een kast) in de algemene ruimte. [gedaagde in conventie] heeft erkend dat er spullen van hem hebben gestaan, maar hij stelt alle spullen te hebben weggehaald. Hij betwist dat de kast van hem is en dat hij de kast heeft gebruikt. Gelet op het verweer van [gedaagde in conventie] heeft de Vereniging van Eigenaars haar stelling onvoldoende onderbouwd en is niet vast komen te staan dat de kast in eigendom toebehoort aan [gedaagde in conventie] . Dit betekent dat de opgelegde boete niet in stand kan blijven en dat de vordering op dit onderdeel moet worden afgewezen.
Kosten parkeerplaats
4.5.
Tot het gevorderde bedrag behoort tevens een bedrag aan parkeerkosten dat maandelijks worden geheven (€ 4,00 per maand). De Vereniging van Eigenaars stelt dat de gemeente Breda betaald parkeren heeft ingevoerd in de omgeving van de VvE, om reden de gemeente haar heeft verzocht de 33 parkeerplaatsen te verdelen onder de appartementseigenaren. Omdat er te weinig plaatsen zijn, is besloten in de ledenvergadering van
10 november 2020 de parkeerplaatsen toe te wijzen op anciënniteit, tegen een vergoeding van € 4,- per maand. Omdat [gedaagde in conventie] destijds akkoord is gegaan met de toewijzing van de parkeerplaats, is hij gehouden dit bedrag te voldoen, aldus de Vereniging van Eigenaars.
4.6.
[gedaagde in conventie] voert verweer tegen de parkeerkosten, nu het besluit in strijd is met artikel 20 van de Splitsingsakte. Verder stelt hij dat hij als gevolg van dit besluit bij aankoop van een nieuwe auto zijn recht op een parkeerplaats zal verliezen, omdat de parkeerplaatsen op kenteken zijn gesteld. Verder is sprake van een waardevermindering van zijn appartement, omdat de parkeerplaats niet overdraagbaar is bij verkoop en op straat vrij parkeren niet meer mogelijk is.
4.7.
Op grond van artikel 5:130 van het Burgerlijk Wetboek kan een besluit van een orgaan van de vereniging van eigenaars door een uitspraak van de kantonrechter worden vernietigd. Dit verzoek tot vernietiging moet worden gedaan binnen een maand na de dag waarop de verzoeker van het besluit heeft kennisgenomen of heeft kunnen kennisnemen. Vast is komen te staan dat [gedaagde in conventie] dit niet heeft gedaan, zodat [gedaagde in conventie] is gebonden aan het besluit, waarvan overigens niet in geschil is dat dit besluit rechtsgeldig is genomen. Weliswaar was [gedaagde in conventie] tijdens de betreffende vergadering niet aanwezig, maar dit betekent niet dat dat hij het besluit niet alsnog had voor kunnen leggen aan de aan de kantonrechter. Dit betekent dat [gedaagde in conventie] gebonden is aan het besluit en hij gehouden is de bijdrage voor de parkeerplaats van € 4,00 te voldoen.
4.8.
De kantonrechter begrijpt dat [gedaagde in conventie] de nodige zorgen heeft rondom de parkeersituatie. De kantonrechter gaat er echter vanuit dat, zodra [gedaagde in conventie] een nieuwe auto koopt, hij weer toegang heeft tot zijn parkeerplaats. De toewijzing heeft immers plaatsgevonden op basis van anciënniteit van de langstwonenden en niet van het kenteken van de auto; verandering van auto houdt het parkeerrecht in stand. Verder is naar het oordeel geen sprake van strijd met artikel 20 van de Splitsingsakte, nu het appartementsrecht ziet op het uitsluitend gebruik van de woning en de berging in het souterrain, derhalve niet de parkeerplaats. Evenmin is sprake van een waardevermindering van het appartement bij verkoop, omdat de Vereniging van Eigenaars nu eenmaal beschikt over een beperkte hoeveelheid parkeerplaatsen en tegen eenzelfde prijs een parkeervergunning, en daarmee dus ook een parkeerplaats, kan worden verkregen.
Conclusie
4.9.
De kantonrechter acht op grond van het voorgaande een bedrag in totaal € 360,57
toewijsbaar, zijnde de openstaande termijnbedragen minus de boete van € 50,00.
De gevorderde wettelijke rente zal als niet weersproken worden toegewezen.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.10.
Vereniging van Eigenaars vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Vereniging van Eigenaars heeft aan [gedaagde in conventie] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6 :96 lid 6 BW. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). Vereniging van Eigenaars heeft vergoeding van btw gevorderd over de vergoeding voor de incassokosten. Omdat Vereniging van Eigenaars geen ondernemer is, wordt de vergoeding verhoogd met btw. De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het tarief dat in het Besluit is bepaald. Daarom wordt € 65,45 toegewezen.
4.11.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
360,57
- buitengerechtelijke incassokosten
65,45
+
totaal
426,02
in reconventie
Bevoegdheid kantonrechter
4.12.
De Vereniging van Eigenaars stelt primair dat [gedaagde in conventie] niet-ontvankelijk in zijn reconventionele vorderingen moet worden verklaard, nu deze vorderingen aanhangig hadden moeten worden gemaakt bij de gewone rechter in plaats van in reconventie bij de kantonrechter.
4.13.
De kantonrechter kan erkennen dat de reconventionele vordering had moeten ingesteld bij de gewone rechter, gelet op de aard van die vordering. Dit volgt uit artikel
93 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Hierna: Rv). In artikel 94 Rv is echter bepaald dat dat de kantonrechter de zaak zowel in conventie als in reconventie behandelt en beslist, voor zover de samenhang tussen de vorderingen zich tegen afzonderlijke behandeling verzet. Naar het oordeel van de kantonrechter is er sprake van voldoende samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie, zodat [gedaagde in conventie] in zijn reconventionele vorderingen kan worden ontvangen.
De toegangsdeuren
4.14.
[gedaagde in conventie] vordert om openstelling van 4 deuren in de gemeenschappelijke ruimte. Hij stelt daartoe dat hij altijd toegang heeft gehad tot de gemeenschappelijke ruimten en gangen in zowel het souterrain onder de hoogbouw- als onder de laagbouw, maar dat dit vanaf oktober 2022 is veranderd; een aantal deuren bleven voor [gedaagde in conventie] onaangekondigd dicht en hij meent dat dit in strijd is met de wet en het Huishoudelijk Reglement.
4.15.
De Vereniging van Eigenaars stelt dat tijdens een vergadering uit veiligheidsoverwegingen is besloten om de deuren te voorzien van een tagsysteem, waarbij de instellingen van de tags met goedkeuring zijn vastgesteld, waarbij telkens rekening is gehouden met de ligging van het appartementsrecht in het gebouw. Als [gedaagde in conventie] aanpassing wenst van de instellingen, dient hij dit in te brengen in de algemene ledenvergadering.
4.16.
Tijdens de mondelinge behandeling is met partijen gesproken over de besluitvorming ten aanzien van de toegang tot de ruimten door middel van het tagsysteem en is aan de hand van een plattegrond gesproken over de deuren waarvan [gedaagde in conventie] toegang wenst. Vast is komen te staan dat de Vereniging van Eigenaars behalve een sleutelplan geen specifiek besluit heeft genomen over welke eigenaar toegang heeft tot welke deur. In het Huishoudelijk Reglement is in artikel 2.2 alleen het volgende opgenomen:
“De deuren van de gemeenschappelijke ruimtes zijn voorzien van een elektronisch slot. Alle eigenaren krijgen beschikking over drie elektronische sleutels (tags) waarmee deze sloten geopend kunnen worden. (…)”Gelet hierop ziet de kantonrechter voldoende ruimte om te oordelen over de vordering van [gedaagde in conventie] .
4.17.
De Vereniging van eigenaars heeft toegelicht dat uit het oogpunt van veiligheid bewoners van de laagbouw alleen toegang hebben tot de bergingen gelegen in de laagbouw en dat bewoners van de hoogbouw alleen toegang hebben tot de bergingen gelegen in de hoogbouw. Tijdens de zitting is gebleken dat [gedaagde in conventie] als enige in het gebouw zijn berging niet ‘onder’ zijn appartement heeft, maar aan de andere kant. Hij woont namelijk in de hoogbouw van het complex, terwijl zijn berging is gelegen in de laagbouw. [gedaagde in conventie] stelt dat hij wel via de gemeenschappelijke ruimte van de laagbouw naar buiten kan, maar toegang vanuit buiten naar zijn eigen berging heeft hij niet. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [gedaagde in conventie] er belang bij om, net als de overige bewoners rechtstreekse toegang te krijgen tot zijn berging. De kantonrechter zal daarom de vordering van [gedaagde in conventie] voor zover het deze deuren aangaat, de deuren I en J, toewijzen, en daarbij bepalen dat de Vereniging van Eigenaars dit binnen zeven dagen nadat dit vonnis is gewezen, in orde dient te maken.
4.18.
Ten aanzien van de overige twee deuren (B en L) heeft [gedaagde in conventie] zijn belang tot toegang, gelet op de gestelde veiligheidsoverwegingen, niet dan wel onvoldoende aannemelijk gemaakt, zodat dit onderdeel van de vordering zal worden afgewezen.
Bevel tot het tijdig informeren via e-mail van gemachtigden
4.19.
[gedaagde in conventie] stelt dat hij (nog) niet beschikt over een computer waarmee hij probleemloos kan inloggen in het portaal van de beheerder, zodat hij er recht en belang bij heeft dat de Vereniging van Eigenaars wordt bevolen om alle mededelingen ook per e-mail aan zijn gemachtigden kenbaar te maken.
4.20.
De Vereniging van Eigenaars voert als verweer dat zij geen informatie wenst te delen met personen of instanties die geen lid zijn van de vereniging. Dat standpunt kan de kantonrechter begrijpen, ware het niet dat [gedaagde in conventie] gerechtigd is om zich te allen tijde laten vertegenwoordigen door een derde, in dit geval door diens gemachtigde. De kantonrechter acht de vordering dan ook toewijsbaar, met dien verstande dat hij geen aanleiding ziet om daaraan een dwangsom te verbinden. Daarbij geeft de kantonrechter [gedaagde in conventie] in overweging om de inloggegevens van het portaal ter beschikking kan stellen aan de gemachtigden. Dit zal de communicatie ten goede komen.
Bevel tot het verstrekken van toegang tot de groeps-WhatsApps.
4.21.
[gedaagde in conventie] vordert tot slot een bevel tot het verstrekken van toegang tot de groeps-whatsapp. Hij stelt daartoe dat op de groepsapps verschillende zaken worden besproken die [gedaagde in conventie] als lid van de vereniging aangaan. [gedaagde in conventie] is echter uitgesloten van deelname aan c.q. inzage in de groepsapp.
4.22.
De Vereniging van Eigenaars voert als verweer dat de groepsapp een initiatief is van enkele eigenaars die deze groepsapp beheren; de Vereniging van Eigenaars zelf heeft daar geen bemoeienis mee. Alle informatie vanuit bestuur of beheerder gaat via het portaal, mail of post, aldus de Vereniging van Eigenaars. De kantonrechter concludeert hieruit dat de groepsapp waarvan [gedaagde in conventie] toegang wenst, geen medium is dat gebruikt wordt door de vereniging. De kantonrechter acht de vordering om die reden dan ook niet toewijsbaar.
In conventie en in reconventie
4.23.
[gedaagde in conventie] is in conventie hoofdzakelijk in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Vereniging van Eigenaars worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
130,67
- griffierecht
322,00
- salaris gemachtigde
405,00
(3,00 punten × € 135,00)
- nakosten
67,50
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
925,17
4.24.
In reconventie zijn beide partijen over en weer in het (on)gelijk zijn gesteld. Daarom zullen de proceskosten worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten dient te dragen.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie] om aan Vereniging van Eigenaars te betalen een bedrag van € 426,02, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6 :119 BW over het toegewezen bedrag, vanaf de respectieve vervaldata van de onderliggende facturen, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting vanaf 1 maart 2023 per maand een bedrag van € 131,61 te betalen, indien hij in gebreke blijft deze tijdig te voldoen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf telkens de eerste dag van de maand van elke periode tot aan de voldoening, gedurende de periode dat [gedaagde in conventie] als eigenaar van de woning kan worden aangemerkt, met bepaling dat het bedrag van € 131,61 zal worden aangepast naar de jaarlijkse verlagingen of verhogingen conform rechtsgeldig door de vergadering van eigenaars genomen besluiten,
5.3.
veroordeelt [gedaagde in conventie] in de proceskosten van € 925,17, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde in conventie] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
in reconventie
5.4.
wijst de vordering om [eiser in reconventie] toegang te verlenen tot de WhatsApp-groepen af;
5.5.
veroordeelt de Vereniging van Eigenaars om binnen zeven dagen na betekening van een daartoe veroordelend vonnis, de Vereniging van Eigenaars te gelasten tot openstelling van de deuren:
- Deur I: ingang souterrains lage kant vanuit trappenhuis (zijtrap),
- Deur J: ingang souterrains hoge kant vanuit trappenhuis,
5.6.
beveelt de Vereniging van Eigenaars om alle mededelingen over omtrent VvE-vergaderingen, ook per e-mail te versturen aan het [e-mailadres] van de gemachtigde van [eiser in reconventie] ,
5.7.
bepaalt dat ieder van de partijen de eigen kosten dient te dragen.
In conventie en in reconventie
5.8.
verklaart de in 5.1, 5.2, 5.3, 5.5, 5. 6 en 5.7 uitgesproken beslissingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen en in het openbaar uitgesproken op
1 mei 2024.