In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vordert eiser schadevergoeding van gedaagde na een aanrijding van zijn brievenbus door een koerier. De aanrijding vond plaats op 30 juni 2022, waarbij eiser op camerabeelden kon zien dat de koerier de brievenbus omver reed. Eiser heeft de koerierdienst benaderd en kreeg te horen dat gedaagde de route had gereden. Eiser vordert een schadevergoeding van € 1.929,95 voor de herstelkosten van de brievenbus, plus € 350,29 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de schade. Gedaagde is niet verschenen ter zitting en heeft de vordering betwist, maar de kantonrechter oordeelt dat gedaagde aansprakelijk is voor de schade. De kantonrechter wijst de vordering toe, omdat gedaagde erkend heeft dat hij de brievenbus heeft omver gereden en de factuur niet heeft betaald. De kantonrechter kent ook de buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente toe, en veroordeelt gedaagde in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 1 mei 2024.