In deze civiele procedure, aangespannen door de Vereniging van Eigenaren (VvE) tegen een gedaagde, vordert de VvE betaling van een bedrag van € 1.373,65, inclusief buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. De VvE heeft ook verzocht om de gedaagde in de proceskosten te veroordelen en om de mogelijkheid te krijgen het vonnis meteen uit te voeren, zelfs als er hoger beroep wordt ingesteld. De gedaagde heeft verweer gevoerd en is van mening dat de vordering van de VvE moet worden afgewezen.
De kantonrechter, mr. Rouwen, heeft besloten een mondelinge behandeling te bevelen. Dit is bedoeld om inlichtingen over de zaak te verkrijgen, partijen de gelegenheid te geven hun stellingen nader te onderbouwen, en te onderzoeken of er mogelijkheden zijn voor een minnelijke regeling. De partijen kunnen zich laten bijstaan door een adviseur of gemachtigde tijdens deze behandeling. De kantonrechter heeft ook aangegeven dat hij gevolgtrekkingen kan maken uit het niet verschijnen van een partij.
De VvE moet ervoor zorgen dat de kantonrechter en de andere partij uiterlijk 14 dagen voor de mondelinge behandeling bepaalde stukken, zoals de splitsingsakte en het splitsingsreglement, ontvangen. De mondelinge behandeling zal plaatsvinden in het gerechtsgebouw te Breda, en de gedaagde moet in persoon aanwezig zijn. De VvE moet vertegenwoordigd zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en bevoegd is om haar te vertegenwoordigen. De zaak zal opnieuw op de rol komen voor het opgeven van verhinderdagen, waarna het tijdstip van de mondelinge behandeling zal worden vastgesteld. Het vonnis is uitgesproken op 1 mei 2024.