In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 april 2024 een nadere beschikking gegeven over de wijziging van de verblijfplaats van een minderjarige, geboren in 2007. De zaak betreft een verzoek van de Stichting Jeugdbescherming West Zeeland (GI) om toestemming te verlenen voor de wijziging van het verblijf van de minderjarige naar een pleegzorgvoorziening bij familie. De pleegouders, die sinds januari 2015 voor de minderjarige zorgen, hebben hun blokkade ingetrokken en toestemming verleend voor het verblijf bij familie, wat de GI heeft doen besluiten het verzoek in te trekken. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die de eerdere spoedbeslissing van 12 april 2024 zouden herroepen. De kinderrechter heeft benadrukt dat de pleegouders hun blokkade intrekken in het belang van de minderjarige, en dat dit een belangrijke stap is richting herstel van de relatie met de minderjarige. De kinderrechter heeft het verzoek van de GI afgewezen, omdat het verzoek is ingetrokken. De kinderrechter heeft de pleegouders en de minderjarige complimenten gegeven voor hun betrokkenheid en de wijze waarop zij de situatie hebben benaderd.