Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek met producties;
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak heeft Vitens N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij voor de betaling van drinkwaterkosten en incassokosten. De overeenkomst voor de levering van drinkwater tussen Vitens en de gedaagde is beëindigd per 10 juni 2018. Vitens heeft een eindafrekening opgemaakt voor het waterverbruik van 1 juni 2017 tot 10 juni 2018, welke een bedrag van € 99,35 omvatte. De gedaagde heeft deze kosten niet betaald, ondanks meerdere aanmaningen. Vitens heeft de gedaagde in een brief van 26 januari 2023 gewaarschuwd dat zij het verschuldigde bedrag binnen vijftien dagen moest betalen, anders zou zij incassokosten van € 40,00 verschuldigd zijn. De gedaagde heeft echter geen betaling verricht.
De gedaagde heeft aangevoerd dat zij de overeenkomst in 2014 heeft opgezegd en dat de vordering van Vitens inmiddels is verjaard. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de gedaagde niet voldoende bewijs heeft geleverd van de opzegging en dat de overeenkomst tot 10 juni 2018 van kracht is gebleven. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde tot die datum verantwoordelijk is voor het waterverbruik en de bijbehorende kosten. De vordering van Vitens is niet verjaard, omdat de verjaringstermijn is gestuit door de brief van 26 januari 2023.
De kantonrechter heeft de vordering van Vitens toegewezen en de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 139,35, inclusief incassokosten, en de proceskosten van € 335,84. Dit vonnis is uitgesproken op 24 april 2024 door mr. Van der Lende-Mulder Smit.