ECLI:NL:RBZWB:2024:2993

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 mei 2024
Publicatiedatum
7 mei 2024
Zaaknummer
418233 HA ZA 24-39 (e)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • Zander
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de kantonrechter in geschil tussen eiser en Hotel Gaming B.V.

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 1 mei 2024 een vonnis in incident uitgesproken. De eiser in de hoofdzaak, vertegenwoordigd door advocaat mr. S. Meeuwsen, heeft een vordering ingesteld tegen Hotel Gaming B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. J.G.C. Scheurink. De eiser vordert betaling van een bedrag dat de drempel van € 25.000,00, zoals genoemd in artikel 93 sub a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), niet overstijgt. Hotel Gaming heeft verweer gevoerd en stelt dat de rechtbank zich onbevoegd moet verklaren, omdat de vordering onder de competentie van de kantonrechter valt.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de kantonrechter te 's-Hertogenbosch bevoegd is om van de zaak kennis te nemen, aangezien Hotel Gaming gevestigd is binnen diens rechtsgebied. De rechtbank heeft de incidentele vordering van Hotel Gaming toegewezen en verklaart zich onbevoegd om van de hoofdzaak kennis te nemen. De proceskosten in het incident worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De hoofdzaak wordt verwezen naar de rechtbank Oost-Brabant, kamer van kantonzaken, zodat partijen verder kunnen procederen.

De rechtbank heeft partijen erop gewezen dat zij in de verdere procedure niet meer verplicht zijn om zich door een advocaat te laten vertegenwoordigen, maar ook persoonlijk of bij gemachtigde kunnen verschijnen. Tevens is aangegeven dat het griffierecht zal worden verlaagd en dat teveel betaald griffierecht door de griffier zal worden teruggestort.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster II Handelszaken
Breda
zaaknummer / rolnummer: C/02/418233 / HA ZA 24-39
Vonnis in incident van 1 mei 2024
in de zaak van
[eiser in hoofdzaak],
wonende te [woonplaats],
eiser in de hoofdzaak,
verweerder in het incident,
advocaat mr. S. Meeuwsen te Gorinchem,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HOTEL GAMING B.V.,
gevestigd te Nuland,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. J.G.C. Scheurink te 's-Hertogenbosch.
Partijen zullen hierna [eiser in hoofdzaak/verweerder in incident] en Hotel Gaming genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding van 11 januari 2024 met producties;
de conclusie van antwoord tevens houdende exceptie van onbevoegdheid van
13 maart 2024 met producties;
de antwoordakte in incident van 27 maart 2024.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.Het geschil

in de hoofdzaak:

2.1.
[eiser in hoofdzaak] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Hotel Gaming te veroordelen tot betaling van de bedragen als genoemd in de dagvaarding, met veroordeling van Hotel Gaming in de proces- en nakosten.
2.2.
Hotel Gaming voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid dan wel afwijzing van de vordering, met veroordeling van [eiser in hoofdzaak] in de (reële) proces- en nakosten.
in het incident:
2.3.
Hotel Gaming vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart, kosten rechtens. Zij legt daaraan – kort weergegeven – ten grondslag dat [verweerder in incident] een bedrag van € 11.760,00 aan hoofdsom vordert. De onderhavige vordering overstijgt dan ook niet het in artikel 93 sub a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) genoemde bedrag van € 25.000,00. Er is ook geen sprake van een situatie als bedoeld in artikel 93 sub b tot en met d Rv. Derhalve dient de rechtbank de zaak ex artikel 72 Rv door te verwijzen naar de kantonrechter. Bovendien dient de zaak bij de rechtbank Oost-Brabant te worden behandeld nu Hotel Gaming gevestigd is te Nuland. De vestigingsplaats van Hotel Gaming is onjuist in de dagvaarding vermeld.
2.4.
[verweerder in incident] refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.

3.De beoordeling

in het incident:
3.1.
Met Hotel Gaming is de rechtbank van oordeel dat op grond van artikel 93 sub a Rv jo. artikel 99 Rv, niet hij maar de kantonrechter te ‘s-Hertogenbosch bevoegd is van het onderhavige geschil kennis te nemen, nu Hotel Gaming gevestigd is binnen diens rechtsgebied. De incidentele vordering zal dan ook worden toegewezen.
3.2.
Gelet op het geringe debat tussen partijen ziet de rechtbank aanleiding de proceskosten in het incident te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
in de hoofdzaak:
3.3.
Nu beide partijen in het geding zijn verschenen, zal de hoofdzaak worden verwezen naar de rechtbank Oost-Brabant, kamer van kantonzaken, locatie ’s-Hertogenbosch, in de stand waarin deze zich bevindt, teneinde partijen in de gelegenheid te stellen verder te procederen.
3.4.
De rechtbank wijst partijen erop dat zij in de verdere procedure bij de kantonrechter, in persoon of bij gemachtigde kunnen verschijnen.

4.De beslissing

De rechtbank
in het incident:
4.1.
verklaart zich onbevoegd van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen;
4.2.
compenseert de kosten van het incident tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
in de hoofdzaak:
4.3.
verwijst de zaak in de stand waarin zij zich bevindt, naar de rechtbank Oost-Brabant, kamer voor kantonzaken, locatie ’s-Hertogenbosch, teneinde partijen in de gelegenheid te stellen verder te procederen;
4.4.
wijst partijen erop dat zij in het vervolg van de procedure niet meer vertegenwoordigd hoeven te worden door een advocaat, maar ook persoonlijk of bij gemachtigde kunnen verschijnen;
4.5.
wijst partijen erop dat het in deze procedure geheven griffierecht ingevolge artikel 8 lid 4 WGBZ zal worden verlaagd en dat het teveel betaalde griffierecht door de griffier zal worden teruggestort.
Dit vonnis is gewezen door mr. Zander en in het openbaar uitgesproken op 1 mei 2024.