Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- cliënt, bijgestaan door zijn advocaat;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 30 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een opvolgende rechterlijke machtiging voor de duur van twaalf maanden, op verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). De cliënt, geboren in 1937, lijdt aan de ziekte van Alzheimer met frontale kenmerken, wat leidt tot gedragsproblemen, waaronder (seksueel) grensoverschrijdend gedrag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt niet in staat is om in een thuissituatie de benodigde zorg en begeleiding te ontvangen, wat risico's met zich meebrengt voor zowel de cliënt als zijn omgeving.
Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag waren verschillende betrokkenen aanwezig, waaronder de cliënt, zijn advocaat, en zorgprofessionals. De cliënt verzet zich tegen de opname en stelt dat hij naar huis kan, maar de rechtbank oordeelt dat de huidige opname noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de medische verklaring van de specialist ouderengeneeskunde, die bevestigt dat de cliënt een professionele benadering nodig heeft die thuis niet kan worden geboden.
De rechtbank concludeert dat er geen minder ingrijpende alternatieven zijn en verleent de machtiging voor de gevraagde duur van twaalf maanden, tot en met 30 april 2025. De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. Phillips en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier mr. Vos.