ECLI:NL:RBZWB:2024:3040

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 april 2024
Publicatiedatum
8 mei 2024
Zaaknummer
C/02/421315 / FA RK 24/1787
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. van de Poll
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornis

Op 24 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1966. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging op basis van artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), aansluitend op een crisismaatregel. Betrokkene verblijft momenteel in de accommodatie Stichting Emergis en heeft een geschiedenis van psychische stoornissen, waaronder schizofreniespectrumstoornissen en verslavingsstoornissen.

Tijdens de mondelinge behandeling op 24 april 2024 heeft betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat mr. C.E.J.E. Kouijzer, aangegeven dat hij instemt met de zorgmachtiging. De psychiater heeft bevestigd dat betrokkene vriendelijk en meewerkend is, maar dat er een risico op psychotische decompensatie bestaat, vooral bij middelengebruik. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden.

De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie beoordeeld en de noodzakelijkheid van de gevraagde vormen van verplichte zorg vastgesteld. De rechtbank heeft besloten om de zorgmachtiging te verlenen voor de duur van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De overige verzochte maatregelen zijn afgewezen omdat deze niet noodzakelijk werden geacht. De beschikking is mondeling gegeven door mr. M. van de Poll en schriftelijk uitgewerkt op 8 mei 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/421315 / FA RK 24/1787
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 24 april 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1966 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
thans verblijvende in de accommodatie Stichting Emergis te [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. C.E.J.E. Kouijzer te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 15 april 2024, ingekomen ter griffie op 15 april 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie;
- de medische verklaring van 5 april 2024;
- een zorgkaart van 5 april 2024;
- een zorgplan van 9 april 2024;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 11 april 2024;
- een verklaring niet voorkomen in het curatele- en bewindregister;
- een informatierapport Wvggz van 25 maart 2024.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 24 april 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- dhr. [naam 1] , psychiater.
Tevens was [naam 2] , een begeleider op de MC1-afdeling, aanwezig. Zij is echter niet gehoord.
1.4
De officier van justitie is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat hij het eens is met de zorgmachtiging. Betrokkene gaf allereerst aan hulp te willen in het vrijwillig kader. Nu hij inziet dat door middel van een zorgmachtiging sneller kan worden ingegrepen staat betrokkene achter het verzoek. Betrokkene ziet in dat hij psychische hulp nodig heeft en zit bij Stichting Emergis op zijn plek. Nu betrokkene terugkijkt op zijn terugval in de thuissituatie beseft hij dat het ernstig was en dat hij niet lang zou hebben geleefd. Hij geeft aan dat het momenteel, door het innemen van medicatie, beter met hem gaat. Zo hoort betrokkene geen stemmen meer en voelt hij zich beter.
3.2
Namens betrokkene heeft de advocaat verzocht om het verzoek toe te wijzen. Betrokkene stemt in met de zorgmachtiging. De advocaat verzoekt tevens om aan te sluiten bij de vormen van verplichte zorg zoals die zijn genoemd in het verzoekschrift van 15 april 2024, met uitzondering van de zorgmodaliteiten ‘insluiten’ en ‘uitoefenen van toezicht op betrokkene’. Niet voorzienbaar is dat deze zorgmodaliteiten noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
3.3
De psychiater geeft aan dat betrokkene vriendelijk en meewerkend is. Betrokkene is langdurig bekend met een psychische stoornis en ambulante behandeling bij Stichting Emergis. Drie maanden geleden heeft er een wisseling van de medicatie plaatsgevonden, wat een positieve invloed heeft op betrokkene. Toen betrokkene terugkeerde naar huis ging hij echter weer amfetamine gebruiken waardoor betrokkene psychotisch is geworden en waarbij hij ernstig letsel heeft opgelopen. Wanneer betrokkene psychotisch decompenseert, is hij zorgmijdend. De behandeling van betrokkene in het vrijwillig kader is nu al meerdere keren misgegaan waardoor een zorgmachtiging volgens de psychiater noodzakelijk is. Met een zorgmachtiging kan sneller worden ingegrepen waardoor betrokkene sneller kan herstellen. Verder is de psychiater van mening dat de vormen van verplichte zorg ‘insluiten’ en ‘uitoefenen van toezicht op betrokkene’ niet noodzakelijk zijn.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen), schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. Betrokkene is al een langere tijd bekend met een chronisch psychotisch toestandsbeeld. Door of namens betrokkene is de stoornis niet betwist.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat hij onder invloed van een ander raakt, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene fors psychotisch kan ontregelen, veelal ontwricht door middelengebruik. Betrokkene verwaarloost dan zichzelf en zijn leefomgeving. Ook kan betrokkene agressief zijn richting hulpverleners en is er sprake van overlastgevend gedrag.
4.3
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Hoewel betrokkene bereid is om hulp te aanvaarden en zich aan afspraken te houden, is het risico op middelengebruik – en de daarbij gepaarde psychotische decompensatie – erg groot. Wanneer betrokkene onder invloed is van verdovende middelen weigert hij elke vorm van hulpverlening. Om die reden is de rechtbank van oordeel dat verplichte zorg noodzakelijk is.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid –
in geval van decompensatie;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten;
- opnemen in een accommodatie –
in geval van decompensatie.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de psychiater tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene] ,geboren op [geboortedag] 1966 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
24 oktober 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Van de Poll, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 24 april 2024 in tegenwoordigheid van mr. Verplanke, griffier, en op 8 mei 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.