Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
handelen in strijd met een geslotenverklaring (bord C2 van het RVV 1990. eenrichtingsverkeer) op de Keizerstraat te Breda op 17 april 2022.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 april 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen, maar stelde dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, niet door haar was verricht. De boete was opgelegd naar aanleiding van een gedraging op 17 april 2022, waarbij betrokkene zou hebben gehandeld in strijd met een geslotenverklaring op de Keizerstraat te Breda. Betrokkene voerde aan dat de kentekenplaat waarvoor de boete was opgelegd, niet van haar auto was, maar van een scooter, en dat zij op het tijdstip van de gedraging thuis was. Tijdens de zitting op 4 april 2024 heeft de zittingsvertegenwoordiger, mr. C.M. Oostdam, het beroep gegrond verklaard. De verbalisant had een boete uitgeschreven aan een jongen, maar de gegevens waren niet correct gecontroleerd, waardoor de boete ten onrechte aan betrokkene was opgelegd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging niet door betrokkene was verricht en heeft het beroep gegrond verklaard. De beschikking waarbij de boete was opgelegd, is vernietigd en de officier van justitie is opgedragen het betaalde bedrag van € 159,- aan betrokkene terug te betalen. Deze uitspraak is gedaan door kantonrechter M. Breeman, bijgestaan door griffier X.L.C.M. van Sprundel, en is in het openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.