Uitspraak
[bedrijf],
BOOT & BOAT,
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft eiser, [eiser in conventie], werkzaamheden verricht voor gedaagde, Triple A B.V., en vordert hij in kort geding de afgifte van zijn boot en betaling van zijn facturen. Eiser heeft een factuur van € 7.514,10 inclusief btw ingediend, maar gedaagde heeft deze niet voldaan. Gedaagde beroept zich op een retentierecht, omdat hij een factuur voor werkzaamheden aan de boot zou hebben overhandigd, maar dit is onvoldoende onderbouwd. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde geen opeisbare vordering heeft en veroordeelt hem tot afgifte van de boot. De vordering tot betaling van de facturen wordt afgewezen wegens het ontbreken van een spoedeisend belang. De kantonrechter heeft de proceskosten aan de zijde van eiser begroot op € 880,22, te betalen door gedaagde. In reconventie is gedaagde niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat deze niet tijdig was ingediend. De uitspraak is gedaan op 10 mei 2024.