ECLI:NL:RBZWB:2024:3092

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 mei 2024
Publicatiedatum
13 mei 2024
Zaaknummer
10996835 \ VV EXPL 24-16 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • mr. Van Dam
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot afgifte van een boot en betaling van facturen in kort geding

In deze zaak heeft eiser, [eiser in conventie], werkzaamheden verricht voor gedaagde, Triple A B.V., en vordert hij in kort geding de afgifte van zijn boot en betaling van zijn facturen. Eiser heeft een factuur van € 7.514,10 inclusief btw ingediend, maar gedaagde heeft deze niet voldaan. Gedaagde beroept zich op een retentierecht, omdat hij een factuur voor werkzaamheden aan de boot zou hebben overhandigd, maar dit is onvoldoende onderbouwd. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde geen opeisbare vordering heeft en veroordeelt hem tot afgifte van de boot. De vordering tot betaling van de facturen wordt afgewezen wegens het ontbreken van een spoedeisend belang. De kantonrechter heeft de proceskosten aan de zijde van eiser begroot op € 880,22, te betalen door gedaagde. In reconventie is gedaagde niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat deze niet tijdig was ingediend. De uitspraak is gedaan op 10 mei 2024.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer: 10996835 \ VV EXPL 24-16
Vonnis in kort geding van 10 mei 2024
in de zaak van
[eiser in conventie] ,h.o.d.n.
[bedrijf],
te [plaats] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
hierna te noemen: [eiser in conventie/verweerder in reconventie] ,
gemachtigde: mr. A.A.J. Immink, AGA Juristen,
tegen
TRIPLE A B.V., mede h.o.d.n.
BOOT & BOAT,
te Roosendaal,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
hierna te noemen: Triple A,
vertegenwoordigd door de heer [naam] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit de dagvaarding met producties van 3 april 2024.
1.2.
Op 25 april 2024 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Triple A heeft op de mondelinge behandeling spreekaantekeningen overgelegd en voorgedragen. Van hetgeen partijen verder ter aanvulling van hun standpunten naar voren hebben gebracht, heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.3.
Na het sluiten van de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter uitspraak bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
[eiser in conventie] heeft werkzaamheden verricht aan de woning van de heer [naam] en heeft werkzaamheden verricht in de loods van Triple A. [eiser in conventie] heeft hiervoor een factuur verstuurd aan Triple A.
2.2.
Triple A heeft in opdracht van [eiser in conventie] werkzaamheden verricht aan een (vis)bootje.

3.Het geschil

In conventie
3.1.
[eiser in conventie] vordert – samengevat – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a.
primair
Triple A te veroordelen om zo snel mogelijk, doch uiterlijk zeven dagen na de dag van het te wijzen vonnis, althans na een door de voorzieningenrechter in goede justitie te
bepalen termijn, de boot in gerepareerde staat, weer aan [eiser in conventie] ter beschikking te
stellen, bij gebreke waarvan Triple A vanaf de achtste dag na de dag van het vonnis
een dwangsom van € 500,00 per dag of gedeelte van een dag verbeurt;
subsidiair
om na betaling van het bedrag van € 1.000,00 door [eiser in conventie] aan Triple A,
Triple A te veroordelen om zo snel mogelijk, doch uiterlijk zeven dagen na de dag van het te wijzen vonnis, althans na een door de voorzieningenrechter in goede justitie te
bepalen termijn, de boot in gerepareerde staat, weer aan [eiser in conventie] ter beschikking te
stellen, bij gebreke waarvan Triple A vanaf de achtste dag na de dag van het vonnis
een dwangsom van € 500,00 per dag of gedeelte van een dag verbeurt;
b. Triple A te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 7.514,10 inclusief btw,
althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie vast te stellen bedrag, te
vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vervaldatum 6 december 2023 tot de
dag van de algehele voldoening, althans de wettelijke rente vanaf de dagtekening van
het te wijzen vonnis tot de dag van de algehele voldoening;
c. Triple A te veroordelen tot betaling aan [eiser in conventie] van € 750,71 wegens buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele betaling.
Daarnaast vordert [eiser in conventie] Triple A te veroordelen in de proces- en nakosten.
3.2.
[eiser in conventie] legt – samengevat – het volgende aan zijn vordering ten grondslag. [eiser in conventie] heeft in opdracht van Triple A werkzaamheden verricht in de woning van de heer [naam] in de periode september tot en met november 2023. De werkzaamheden betroffen drie toiletrenovaties, tegelwerk bij de voordeur en de badkamer. Ook heeft [eiser in conventie] in opdracht van Triple A werkzaamheden in de loods van Triple A verricht. [eiser in conventie] heeft op 29 november 2023 een factuur verzonden naar Triple A voor een bedrag van € 7.514,10 inclusief btw. Triple A heeft deze factuur niet voldaan. [eiser in conventie] is met Triple A mondeling overeengekomen dat Triple A bepaalde werkzaamheden aan de boot van [eiser in conventie] zou verrichten voor een bedrag van € 1.000,00 inclusief btw. [eiser in conventie] heeft meerdere malen verzocht om een factuur voor de verrichte werkzaamheden, zodat deze betaald kan worden. [eiser in conventie] heeft Triple A daarnaast herhaaldelijk verzocht tot afgifte van de boot over te gaan, echter zonder resultaat.
3.3.
Triple A BV voert – samengevat – het volgende verweer. Triple A heeft de factuur van € 1.850,00 exclusief btw voor de werkzaamheden aan de boot van [eiser in conventie] in persoon overhandigd. [eiser in conventie] heeft deze factuur niet betaald. Zolang [eiser in conventie] de factuur niet betaalt, schort Triple A haar verplichting tot afgifte van de boot op.
In reconventie
3.4.
Triple A heeft op de mondelinge behandeling een tegenvordering ingediend.
3.5.
[verweerder in reconventie] heeft verweer gevoerd dat hierna – voor zover van belang – in de beoordeling aan de orde komt.

4.De beoordeling

In conventie
4.1.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De rechter moet daarom eerst beoordelen of [eiser in conventie] ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang heeft. Daarnaast geldt dat de rechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
Vordering a. (afgifte boot)
4.2.
Doordat Triple A de boot van [eiser in conventie] niet afgeeft, kan [eiser in conventie] hiervan geen gebruik maken. Triple A maakt daarmee inbreuk op het eigendomsrecht van [eiser in conventie] . De kantonrechter is om die reden van oordeel dat [eiser in conventie] een spoedeisend belang heeft bij zijn vordering.
4.3.
De vraag die beantwoord dient te worden is of Triple A retentierecht toekomt.
Retentierecht is de bevoegdheid die in de bij de wet aangegeven gevallen aan een schuldeiser toekomt, om de nakoming van een verplichting tot afgifte van een zaak aan zijn schuldenaar op te schorten totdat de vordering wordt voldaan (artikel 3:290 BW). De schuldeiser dient in beginsel een opeisbare vordering te hebben op de schuldenaar.
4.4.
De kantonrechter is van oordeel dat Triple A geen opeisbare vordering op [eiser in conventie] heeft en om die reden ten onrechte een retentierecht uitoefent. [eiser in conventie] heeft gesteld dat hij – ondanks verzoeken daartoe – geen factuur heeft ontvangen van Triple A. Triple A heeft op de mondelinge behandeling aangevoerd dat de factuur in persoon aan [eiser in conventie] is overhandigd. [eiser in conventie] heeft dit betwist. De kantonrechter gaat voorbij aan het verweer van Triple A. De gemachtigde van [eiser in conventie] heeft bij brief van 14 februari 2024, 2 maart 2024 en e-mailbericht van 7 maart 2024 aan Triple A medegedeeld dat er geen factuur is ontvangen voor de werkzaamheden aan de boot. Triple A heeft ondanks deze correspondentie geen factuur overgelegd aan de gemachtigde van [eiser in conventie] . Triple A heeft de gestelde factuur niet in de procedure overgelegd. Triple A heeft ook geen betalingsverzoeken overgelegd waaruit zou kunnen blijken dat zij de factuur aan [eiser in conventie] heeft doen toekomen. Uit het voorgaande en noch uit de stukken blijkt dat Triple A de factuur heeft doen toekomen aan [eiser in conventie] . Doordat Triple A geen factuur aan [eiser in conventie] heeft doen toekomen, heeft zij (nog) geen opeisbare vordering. De kantonrechter zal de vordering tot afgifte van de (gerepareerde) boot op straffe van een dwangsom dan ook toewijzen. Conform artikel 611a lid 3 BW dient de uitspraak eerst betekend te worden voordat een dwangsom kan worden verbeurd. De kantonrechter zal dit in de beslissing opnemen. De gevorderde dwangsom zal daarnaast worden gemaximeerd op € 5.000,00.
Vordering b. (betaling factuur)
4.5.
[eiser in conventie] heeft voor deze vordering geen spoedeisend belang gesteld. Het spoedeisend belang bij deze vordering is ook niet op de mondelinge behandeling vast komen te staan. Daarnaast heeft Triple A gemotiveerd verweer gevoerd dat de heer [naam] in privé de opdrachtgever is en dat de heer [naam] in privé geen procespartij is in deze procedure. Ook om die reden is de vordering in kort geding niet toewijsbaar, nu deze gelet op het gemotiveerde verweer onvoldoende is onderbouwd. De vordering is dan ook niet toewijsbaar.
Vordering c. (buitengerechtelijke incassokosten)
4.6.
[eiser in conventie] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Uit de aanmaningen maakt de kantonrechter op dat aanspraak op buitengerechtelijke kosten wordt gemaakt, indien Triple A de factuur van [eiser in conventie] niet voldoet. Aangezien zojuist is geoordeeld dat de vordering tot betaling van deze factuur niet toewijsbaar is, zijn ook de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten niet toewijsbaar nu deze vorderingen met elkaar samenhangen.
In reconventie
4.7.
Triple A heeft op de mondelinge behandeling een tegenvordering ingediend. Triple A is echter niet-ontvankelijk in haar vordering. Conform artikel 6.2 van het Landelijk procesreglement kort gedingen rechtbanken dient een tegenvordering uiterlijk 24 uur (één werkdag) vóór de mondelinge behandeling aan de kantonrechter en de wederpartij verstuurd te worden. De vordering kan om die reden niet in behandeling worden genomen.
In conventie en in reconventie
Proceskosten
4.8.
Triple A is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten in conventie (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser in conventie] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
115,22
- griffierecht
87,00
- salaris gemachtigde
543,00
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
880,22
De gevorderde wettelijke rente over de hiervoor genoemde proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
De kantonrechter begroot de proceskosten in reconventie aan de zijde van [eiser in conventie] tot vandaag op nihil, nu aan een inhoudelijk verweer niet is toegekomen.

5.De beslissing

De kantonrechter
In conventie
veroordeelt Triple A om binnen zeven dagen na de dag van vandaag de boot van [eiser in conventie] in gerepareerde staat aan [eiser in conventie] ter beschikking te stellen, bij gebreke waarvan Triple A vanaf de achtste dag na de dag van betekening van dit vonnis een dwangsom van € 500,00 per dag of gedeelte van een dag verbeurt totdat een maximum van € 5.000,00 aan verbeurde dwangsommen is bereikt,
veroordeelt Triple A in de proceskosten van € 880,22, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Triple A niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
veroordeelt Triple A tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders gevorderde af,
In reconventie
verklaart Triple A niet-ontvankelijk in haar vordering;
veroordeelt Triple A in de proceskosten, aan de zijde van [verweerder in reconventie] tot vandaag vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van Dam en in het openbaar uitgesproken op 10 mei 2024.